Is noise rock op weg om België nog meer te veroveren dan vorig jaar? We zijn er vrij zeker van. De Limburgers van 30,000 Monkies leggen met hun debuut de lat hoog.
Herinnert u zich nog het artikel over de aanstormende releases in de Belgische (noise)rock-scene? Ondertussen losten Onmens, El Yunque, Double Veterans, Maze en Crowd of Chairs de hoge verwachtingen al helemaal in. En dan moet er nog nieuw materiaal van Kapitan Korsakov, Brutus én Hypochristmutreefuzz komen.
Elk van die bands heeft zo zijn eigen voorkeuren qua sound, daarom dat de Belgische scene niet alleen levendig maar ook zo gevarieerd is. 30,000 Monkies neigt meer naar sludge- en dronekabaal, maar het blijft moeilijk om er een etiket op te kleven. In een interview haalden ze The Rott Childs, Lightning Bolt en zelfs Merzbow aan als inspiratiebronnen. Het zal u dus niet verbazen dat de Monkies een hekel hebben aan voorspelbaarheid.
De plaat schiet verschroeiend uit de startblokken met een nummer dat je vakkundig bij de keel grijpt en vervolgens nog eens door elkaar schudt (“Melaena”). Tijdens de volgende kastijding (“Coproliet”) wordt een monolitische riff plots onderbroken door een paar gitaartokkels, die dan toch weer uitmonden in gelijkaardig gitaarwerk dat als een fragmentatiebom in je gezicht ontploft. Daarna trekt de muziek zich traag, slepend en vooral op een bizarre manier voort (“Coccinelle”).
Let tussendoor ook op het samenspel tussen gitaristen Ruben Savelkoul en Michiel De Naegel, bassist Igor Vuch en drummer Dries Schruers. Ondanks de ongrijpbaarheid klinkt het geheel wel opvallend samenhangend. “Mountainesque II” is grof gezegd een verpletterende monoliet, waarin een blackmetalriffje verscholen zit. Eigenlijk kunnen de eerste vier nummers als een geheel opgevat worden omdat het contrast met de volgende drie best wel groot wordt.
In vergelijking met die nummers klinken de voorgaande EP’s Somewhere Over The Painbow en Womb Eater Wife Beater nog braaf. Maar dus, kort samengevat: de tweede helft is iets meer lang uitgesponnen en heeft een avantgardisch karakter. In “Apollo 10” worden we eerst misleid door drones en psychedelica, in “Mountainesque I” door (denken we) elektronische toetsen, maar beide nummers ontsporen in orgieën van riffs en decibels.
“Juice” duurt meer dan twaalf minuten en is tegelijk de meest uitdagende en psychedelische brok van de plaat. Het is alsof Sun O))) en Lightning Bolt met Pink Floyd aan het spacen zijn. Maar vooral dit nummer moet u pokkeluid door uw boxen laten schallen. De afsluiter vat deze plaat — misschien wel de moeilijkste in het genre — het beste samen: het is best wel een bizarre geluidstrip, maar ook een goeie.
Met I Ate Myself To Grow Twice As Big heeft 30,000 Monkies duidelijk zijn draai gevonden, maar geldt dat ook voor de luisteraar? Als bovenvermelde bands geen beproeving zijn, is dat geen probleem. Anders zit u met een probleem. Met dit debuut is de Belgische tegendraadse scene alleszins weer een topplaat rijker.
30,000 Monkies speelt vanavond in café Video in Gent.