Het is lastig schrijven als je ondertussen moet luchtdrummen, -bassen en -gitaar spelen. Dat geeft je ongeveer acht seconden van Skydogs de tijd om een recensie af te werken, want daarna begint de eerste riff al. Traag en slepend in de beste stonerrocktraditie, met zijne hoogheid Ozzy — zo lijkt het toch — die het keelwerk voor zijn rekening neemt.
De perstekst bij Skydogs vermeldt MC5, The Stooges en The Yardbirds als referenties. Grote namen, maar desalniettemin: te bescheiden. The Sore Losers maken niet louter retrorock voor nostalgici en zijn ook niet voor één gat te vangen. Zo maken opener “Blood Moon Shining” (zie intro) en opvolger “Got It Bad” de traagheid van Witch en vroege Monster Magnet toegankelijk voor een groter publiek, maar wordt er in “Cherry Cherry” al meteen stevig opgetrokken voor een Turbonegro-song met een Lynyrd Skynyrd-solo.
De invloeden blijven het hele album lang over elkaar heen tuimelen. De Beach Boys komen op bezoek voor het refrein van “Can’t You See Me Running”. De Black Keys slaan zich voor het hoofd omdat ze vergeten zijn “Emily” te schrijven. “Dirty Little Pretty Thing” is Velvet Revolver in een saloon vol dronken cowboys en -girls. Voor “All I Am” heeft E van Eels een refreintje uitgeleend.
En zo gaat het maar door. Het heeft weinig zin alle artiesten op te sommen waar The Sore Losers gelijkenissen mee vertonen. Enerzijds zijn er gewoon veel te veel en anderszijds hoort de helft van de lezers gegarandeerd helemaal andere invloeden. En dat is net het punt: The Sore Losers is een rock-‘n-roll-feestje dat tegelijk heerlijk ouderwets en superfris klinkt. Vier rasmuzikanten met een halve eeuw rockmuziek in de aderen en meer talent dan de hele top 40 samen. Als u bij beluistering niet minstens één luchtinstrument ter hand neemt, dan bent u wellicht aan reanimatie toe.