Niet alle comic book- en filmfans waren even tevreden toen Zack Snyder in 2013 zijn Superman-reboot Man of Steel afleverde. Net zoals de meeste films van Snyder was Man of Steel vooral een commercieel succes dat hoog scoorde wat betreft spektakelwaarde, maar op bijna alle andere vlakken tekort schoot. Met Batman v Superman: Dawn of Justice biedt hij nu een antwoord op een vraag die is uitgegroeid tot een evergreen op de speelplaats van de lagere school: wie wint in een gevecht? Batman of Superman? DC Comics countert hiermee het Avengers-geweld waarmee concurrent Marvel al enkele jaren lang de comic-fans voorziet van de nodige mayhem – en zichzelf van een cash cow die maar niet leeggemolken raakt. Ook in deze superhero mashup is er dus geen gebrek aan testosteron, oneliners en explosies: Pang! Boing! Pow!
Ergens in de diepste krochten van de filmgeschiedenis zijn er nog enkele pogingen terug te vinden van twee filmiconen uit verschillende franchises die elkaar bekampen: Freddy vs Jason, AVP: Alien vs Predator (twee keer!) en zelfs King Kong vs Godzilla. Stuk voor stuk hersenloze onzin, voornamelijk gemarket voor min-zestienjarigen die de originele films nooit hadden gezien. Dit was allicht één van de redenen waarom Snyder in de titel de letter s uit vs weg wou halen, om zo duidelijk te benadrukken dat dit geen conventionele versus-film zou worden.
De titel Batman v Superman: Dawn of Justice vat min of meer het hele verhaal samen. Anderhalf jaar na Man of Steel, waar het eindgevecht tussen Superman en Generaal Zod Metropolis volledig in de as heeft gelegd, heeft Superman/Clark Kent (Henry Cavill) bij de bevolking een controversieel imago gekregen: vergoddelijkt door de ene, vervloekt door de andere. Batman/Bruce Wayne (Ben Affleck) heeft de destructie van Metropolis met eigen ogen gezien en beschouwt Superman verantwoordelijk voor de doden en gewonden die er zijn gevallen (waaronder werknemers van Wayne Enterprise). Superman van zijn kant vindt Batman uit het naburige Gotham City een onbetrouwbaar figuur die er een dubieuze manier van werken op nahoudt. Komt daar nog eens bad guy Lex Luthor (Jesse Eisenberg) bij, die kost wat kost Superman wil vernietigen. Hij speelt de twee superhelden tegen elkaar uit, en vernietigt daarbij op een haar na de planeet.
Onder de fans waren er onmiddellijk heel wat bezorgdheden of Ben Affleck wel de geschikte man was om Batman gestalte te geven, en die bleken niet geheel onterecht. De ontstaansgeschiedenis van The Bat wordt snel afgehaspeld (toegegeven, de meesten die naar deze films gaan kijken zullen die wel al kennen, maar toch) en er wordt amper aandacht geschonken aan enige emotionele en psychologische diepgang, waardoor Afflecks Batman eerder overkomt als een mokkend kind dan een getormenteerde vigilante. Hoewel het scenario hem weinig speelruimte geeft om zijn stempel te drukken, slaagt Affleck er ook niet echt in om Christian Bales portettering te doen vergeten – integendeel.
Dat tekort aan diepgang valt ook bij Clark Kent, alias Superman, te betreuren. Voor de rol heeft Henry Cavill, die de rol al speelde in Man of Steel nog extra spiermassa bijgekweekt, maar helaas blijft het nog altijd dezelfde ietwat fletse spierbundel, die geen groot acteertalent vereist om hem op een aanvaardbare manier neer te zetten. Kwaad kijken naar de slechteriken en lieflijk glimlachen naar Lois Lane (een degelijke Amy Adams) is al voldoende.
De enige die wat ruimte krijgt om te acteren is Jesse Eisenberg, wiens Lex Luthor wat doet denken aan een hyperactievere, en helaas slechtere versie van Heath Ledgers Joker, waardoor hij eerder overkomt als een onnozelaar dan als een gevaarlijke gek.
Maar de grootste tekortkomingen zijn niet de acteerprestaties. Ondanks de veel te lange speelduur van 2u31 slaagt Snyder er door de rommelige vertelstructuur niet in om empathie voor de personages op te wekken. De nadruk ligt, zoals te verwachten bij Snyder, op monumentale actiescènes, maar daarbij vergget hij dat zulk geweld zonder opbouw of aanleiding zijn effect volledig mist. Aan de beweegredenen van zowel Bat- als Superman wordt amper aandacht geschonken, en Lex Luthor heeft al helemaal geen motieven. Daarnaast zijn er allerlei scènes (wat was de meerwaarde van die droomscène?) die gerust weggeknipt konden worden, waardoor de film wat uit zijn voegen barst.
Batman v Superman probeert die zwakheden wel te counteren door intensiteit en volume. De gevechten zijn indrukwekkend georchestreerd en zo bombastisch dat ze als een tsunami over je heen spoelen.
En toch. Snyder is Nolan niet, en waar die laatste naast een goeie Batman ook aandacht had voor een interessante Bruce Wayne, laat Snyder liever het zoveelste gebouw de lucht in vliegen. Er worden wel enkele interessante thema’s aangesneden, zoals de positie van de pers of de prijs van mensenlevens (de thousands to save millions) maar er wordt bitter weinig mee gedaan.
Het ziet er niet naar uit dat er een einde komt aan het comic-geweld. Zolang er geen verzadiging is bij het publiek zullen de marketingafdelingen van zowel DC Comics als Marvel overuren blijven draaien om de sequels en spin-offs met veel bombast te releasen. Zowel Aquaman, Wonder Woman (die zich in Batman v Superman al laat opmerken) als The Flash krijgen hun eigen films, naast de twee Justice Leagues die zijn aangekondigd, en die rechtstreeks voortborduren op Batman v Superman: Dawn of Justice. Hopelijk was dit vooral een opstapje naar iets groters en beters, waar de personages en het verhaal een grotere rol spelen dan de actie, waar character development wél op de agenda staat en waar de genre-clichés niet één voor één kunnen afgevinkt worden. Hoewel. Noem ons pessimistisch, maar na Batman v Superman: Dawn of Justice zien we het met weinig vertrouwen tegemoet.