Een van de opvallendste muzikale trips van het jaar is ongetwijfeld KYEM van Raveyards. Hun donkere elektronica gaat alle richtingen uit, net als de liveshows waarbij het vijftal streeft naar een audiovisuele totaalervaring. Een interview in 360 graden.
Onze gesprekspartners zijn geen debutanten, wel integendeel. François De Meyer (Disko Drunkards, Maya’s Moving Castle, Soapstarter) en Stefan Bracke (The Subs, Foxylane) zijn niet alleen studiodieren maar ook ervaren muzikanten. Die eerste leverde trouwens met Soapstarter een van de meest genegeerde platen van 2007 af. En beiden zijn ook regelrechte geeks. Zo mag ik na het interview een heuse VR-bril proberen — spektakel verzekerd. Daarmee bekijk ik de speciale 360°-clip van het nummer “Skydiver”, opgenomen tijdens de GHOST-editie in de Sint-Jacobskerk. Met dat concept geven Raveyards, bevriende bands en kunstenaars op één unieke locatie een reeks performances.
Op 25 mei vindt er opnieuw zo’n event plaats in de Handelsbeurs in Gent. “Met projecten tot in de wc”, zegt Bracke enthousiast. “We proberen deze unieke optredens te programmeren waar mogelijk. De beleving voor ons als band is even groot als voor het publiek. Vroeger was het wat zoeken, maar nu beginnen de bands ons al op te bellen om mee te doen”, vult De Meyer aan. Raveyards speelt altijd live in een vijfhoekige projectieruimte, begeleid door een epileptische lichtshow. Brent (Vanneste van Steak Number Eight, nvdr) en François zijn de muzikale sjamanen, die de sfeer neerzetten. De anderen in de band (Joris Casier van Steak Number Eight op digitale drums, Stefanie Mannaerts van BRUTUS op keys net als Bracke) zijn meer aan hun schema gebonden”, aldus Bracke.
20 beats per minuut minder
Weinigen zullen het weten, maar Raveyards startte een viertal jaar geleden als een trio. Naast De Meyer en Bracke was ook Pieter de Wilde (Raketkanon) actief in de band. Het toeval wil dat ondergetekende in 2012 het trio op, jawel, I Love Techno aan het werk zag. Dat Raveyards toen muzikaal gezien een andere band was, is blijkbaar een understatement. “We maakten toen eerder harde electronica met wat flarden dubstep, een genre dat toen zeer hip was. Denk maar aan The Bloody Beetroots, maar zelfs Steve Aoki was fan van ons. We hebben absoluut geen spijt van die periode, maar het is wel een pagina die omgedraaid is”, legt De Meyer uit.
“Op een bepaald moment hadden we geen goed gevoel meer bij de liveshows. We wilden dan omschakelen van een zogenaamde sequence-band naar een echte liveband. Dat heeft veel teweeggebracht, ook in de songwriting. Het gaf ons meer ruimte om de nummers organisch te laten evolueren. De nummers zijn veel trager — nu zo’n 100 BPM — en langer dan vroeger geworden. We hebben er nu al van zeven tot acht minuten, en hebben er onlangs nog een geschreven van 20 minuten.”
De Meyer: “In 2014 hebben we nog een show in de Charlatan gespeeld. Toen bevonden we ons eigenlijk in de overgangsfase. Na die show hebben we bijna alle nummers in de vuilbak gegooid. Vanaf dat moment wilden we nooit meer onze broek afsteken. We zouden compromisloze muziek maken die hand in hand gaat met visuals en een verhaal brengen waarin we ons allemaal kunnen vinden. “Skydiver” en “Render” gaven daarvoor de aanzet; dat zijn meer dan gewone nummers.”
Elkaar aanvullen
Om alles live te kunnen spelen had Raveyards meer — zoals ze zelf zeggen — manpower nodig. “We wilden geen poppetjes meer zijn die met de computer meespelen. Het is atypisch voor elektronische muziek, maar het werkte wel meteen”, aldus De Meyer. Wanneer werd dan die klik gemaakt? “Dat was twee jaar geleden in Zuid-Frankrijk. We waren er met Maya (van Maya’s Moving Castle) en Brent om muziek te maken en we voelden dat de nieuwe setting meteen werkte”, vult Bracke aan.
Zo konden alle puzzelstukjes in de loop van 2014 gelegd worden. Bracke en De Meyer — ook eigenaars van Audiotheque, een bedrijf dat soundstyling doet — kwamen via Brent Vanneste, met wie ze overigens een opdracht voor Eén deden, bij Joris Casier terecht. Bracke: “Brent ken ik al een tijdje en hij kwam al vaak eens binnen in onze studio. We hadden daar meteen een goeie klik mee. Toen Pieter (Dewilde, nvdr) het te druk had met Raketkanon, stelde Brent Joris als drummer voor. Dan moesten we maar rekening houden met één agenda (die van Steak Number Eight, nvdr). Vandaar dat we nu maandenlang geen liveshows doen, want zij zijn aan het touren. Stefanie Mannaerts (BRUTUS, Rumours) is er in die periode ook bijgekomen.”
De Meyer vult verder aan: “Maar ondertussen is de volgende plaat al bijna af. We blijven dus bezig. De gaten worden opgevuld. En wanneer we samen op een podium staan, beleven we onze tweede jeugd.” Hoe is het om met zulke jonge gasten samen te werken? Bracke: “We hebben misschien meer ervaring en kunde in de studio, daartegenover staat het jonge enthousiasme en laisser faire van de anderen.” Bracke kan er gelukkig mee lachen, maar de agenda’s samenstellen is een hel voor Raveyards. “De jongere leden zijn allemaal warhoofden, dus we doen het via het management. Maar de muzikale input van hen is enorm. We zijn dus zeer gelukkig met de huidige band.”
Een kapotte roltrap in Singapore
Van dreunende synths over dreunende samples en vervormde stemmen tot zware beats: in de nummers van Raveyards zit veel, heel veel. Hoe komen die tot stand? “De aanzet van Lank is bijvoorbeeld mee gedaan door Thang (De Meyer heeft met hem het dj-project Villa). Hij kwam op de proppen met de simpele bas- en snareritmes. Ik heb die bassen vervolgens nog wat zwaarder doen klinken. Zo evolueerde het nummer van electro naar een basgedreven nummer. Ik wilde er geen typisch electronicanummer van maken, daarom zijn er akkoordenschema’s, gitaren en zanglijnen aan toegevoegd”, legt De Meyer, de voornaamste songschrijver van de band, uit.
“De pianolijn van Chicago is ontstaan in de studio van Steve Albini. Toen Pieter een nacht niet kon slapen, nam hij een deuntje voor de piano op met zijn telefoon. Toen was hij nog lid van de band (zomer 2014, nvdr). Op de luchthaven in Singapore heeft hij ook nog het lawaai van kapotte roltrappen opgenomen. Zo komen onze nummers altijd organisch tot stand. Maar het is vaak wel een lange rit”, aldus Bracke. “We kunnen geen nummers op commando maken. We hebben zes nummers op de plaat gezet, maar we hadden zo’n veertig demo’s gemaakt. We zoeken altijd naar een mooi evenwicht door bijvoorbeeld een melodie te steken in een harder stuk. De meeste nummers lopen wel uit de hand op het einde. Er gebeurt inderdaad veel in onze songs, maar anderzijds blijven simpele noten wel overheersen.”
Van James Brown tot Darkside
Wanneer we KYEM over de hele lijn beluisteren, is het moeilijk om er een label op te kleven. Het is niet poppy, niet avant-garde, maar ook geen pure electro. Is dat een vloek of een zegen? De Meyer: “Dat is misschien soms frustrerend als je op zoek moet gaan naar referenties om geboekt te worden. We hebben dan ook zeer uiteenlopende invloeden. Zo hebben we vroeger veel geluisterd naar Kyuss. Die klonken zo zwaar, maar tegelijk hadden ze geen metal-sound. Die combinatie van zware bassen met atypische, bijna wollige gitaren! Maar de voornaamste invloed is toch electronica. En dan heb ik het vooral over de build-ups en anticlimaxen in de muziek. Dat maakt het allemaal zeer spannend. Maar zo kunnen we nog even doorgaan. “Skydiver” is bijvoorbeeld een industrial nummer, maar met een soulstem. Ik ben opgegroeid met de soulmuziek van James Brown en zo. Daarom dat er af en toe een beetje R&B in onze nummers zit.”
Ze teren dus op decennia muziekinvloeden, maar de naam die het meeste terugkwam tijdens liveshows was toch Nine Inch Nails. Hoe verklaren ze dat? “Trent Reznor is een trendsetter in de electronica bij en tot recentelijk bleef Nine Inch Nails ook altijd optreden met de nieuwste technologieën. Dus hij heeft ook wel een impact gehad, ja.” Bracke: “De basis van zijn sound ligt eigenlijk in de jaren tachtig in België. Toen ik nog in The Subs zat, kregen we ook altijd de commentaar dat we typisch Belgisch klonken.”
Tot slot willen we weten of het duo nog recentere muzikale voorbeelden heeft. “Misschien heeft Nicolaas Jaar met Darkside wel een invloed uitgeoefend. Ik beschouw dat als psychedelische stuikmuziek”, gaat Bracke verder. De Meyer neemt het laatste woord. “Ik denk dat acts als Darkside wel een rol hebben gespeeld in het vertragen van elektronische muziek. Er wordt echt tijd genomen in een nummer, net als in ambient. Dat gevoel werkte misschien wel inspirerend. Maar daarnaast heb je al veel vroeger eigenlijk ook al Orbital, Massive Attack… En als we nog dieper in het verleden moeten gaan: misschien wel Pink Floyd. Ik wil Raveyards niet met zo’n band vergelijken, maar die maakten ook gebruik van lang uitgesponnen gitaren en hebben gigantisch lange nummers. Noem ons dus gerust psychedelische elektronica.”