You are entering a world of pain. Die befaamde oneliner uit The Big Lebowski zou eigenlijk elke release van Primitive Man uit Denver, Colorado, moeten inleiden, want de wereld waarin je belandt blijft steeds opnieuw verbazen door dat overrompelende, gitzwarte nihilisme. In afwachting van een nieuwe langspeler worden opnieuw twee splits aan de man gebracht.
Daarbij staat het aantal splits intussen al op zes. Vooral interessant is het feit dat er ook eentje met het Belgische Hessian bij zit (uit de The Abyss Stares Back-reeks van Hypertension Records). Deze keer gaat het om samenwerkingen met verwante bands Sea Beastard uit Groot-Brittannië en Northless, uit Milwaukee, Wisconsin. Wat Primitive Man betreft kunnen we meteen iedereen geruststellen (of net niet): de haatdragende, uitzichtloze en radicaal benauwende sound en stijl zijn intact gebleven. Elk stuk van Primitive Man, en het zijn er slechts drie verspreid over deze twee releases, klinkt alsof het op springen staat en de zure, zwarte pus druipt nu al uit de naden.
In de extreme sector was de tendens om zich te meten met de felste, meest heavy en agressieve (of deprimerende) bands altijd aanwezig. In de jaren tachtig en negentig waren dat gezelschappen als Swans, Slayer, Napalm Death, Electric Wizard en Sunn O))), die om wat voor reden dan ook de grenzen verlegd hadden. De voorbije twee decennia werden metal, punk en hun vele tussenvormen en subculturen steeds extremer, met vertegenwoordigers die de grenzen van die (sub-)genres zo obsessief voor zich uit bleven schuiven, dat het ronduit onbeluisterbaar wordt of eigenlijk niets meer met de oorsprong te maken heeft, maar alleen met puur kabaal. Extreme sound als statement.
Primitive Man / Sea Bastard
Dat is een grens waar Primitive Man met momenten naar lonkt. De sound is niet zomaar oorverdovend luid en heavy, met een ranzig vette bassound, een beestachtig pompende gitaar en drumslagen die vooral bestemd lijken om slaven aan te drijven, maar het slaat voortdurend aan het feedbacken, terwijl alles in een ondoordringbare, dissonante geluidspap baadt. Op de split met Sea Bastard is het tergend trage “Cold Resolve” een nihilistische processie, waarbij er spontaan beelden van schedels in je hoofd opduiken, uit elkaar gespat door het gewicht van stenen wielen die erover rollen. Het kan natuurlijk ook onze perverse verbeelding zijn.
Het is minutenlang slepen, nee, kruipen, in slow motion, met een bloedspoor erachter na. Hoe zou zoiets klinken op 45 toeren? Het tweede stuk, “Servant”, is makkelijker hapbaar, houdt lange tijd een gestaag hakkend ritme aan dat geschikt is om je nek naar de pleuris te bangen. Gewoon voor de verandering hebben ze er ook wat snellere hakpartijen in gestopt, maar dat verandert niks aan de totaalimpressie. Luisteren naar Primitive Man, met die wall of sound van bas, gitaar, drums en die onmenselijke kerkervocalen, is als staren in een bodemloze haatput.
De B-kant wordt gevuld met “The Hermit”, een bijna twintig minuten durend epos van Sea Bastard. Eigenlijk ook een kolos dat bouwvallige krotten omver kan blazen, maar net iets sterker geënt op een klassieke doommetal-stijl. Het ontzette gekerm en gebrul is hier zo onheilspellend als maar zijn kan, terwijl een aantal midtempo riffs even herinneren aan de grapjassen van Coffins. Efficiënt gebeuk, al is de hele rit uitzitten wel een beetje te veel van het goede. Maar dat zal voor velen ook voor Primitive Man gelden.
Primitive Man / Northless
De split met Northless zorgt voor een interessant contrast. De kant van Primitive Man wordt gevuld met “Empty Husk”, een kwartier massief schedelbeuken, al ligt het tempo net een paar slagen hoger dan in “Cold Resolve”, waardoor het een net iets minder pijnlijke bedoening is. Nu ja, gitarist/brulboei ELM, die ook tekende voor het artwork van de releases, is nog altijd de ideale bewaker van de hellepoorten, want zodra hij z’n bakkes opent, komt er gewoon een tweede vervormde bas bij. Foltermuziek bij uitstek, op maat van zij die nog middeleeuwse marteltuigen in huis hebben.
De drie songs van Northless laten een even merkwaardig als frustrerend geluid horen. Ze klinken bijzonder massief en kwaad, al heeft de zang meer iets van pisnijdig hardcore geblaf dan van diepe doodsgrunts. Maar het is vooral muzikaal dat Northless zich onderscheidt, door enerzijds in te zetten op vette, sludgy gitaarpartijen en anderzijds ook dynamiek en tics uit de post-hardcore/metal gebruikt, met hier en daar zelfs een jazzy twist of maffe tempoversnelling. In “Deleted Heartstrings” en “The 10,000 Year Wound” klinkt dat bij momenten ongrijpbaar, maar door een troebele productie voelt het ook aan alsof de band voortdurend op twee gedachten hinkt, met een logge sound die beslag legt op de vinnigheid van het kwartet. In het tragere “Wasted Breath” is het dan weer fijn stoom uit de oren blazen, met een even agressieve als verstikkende aanpak.
Het mag alleszins duidelijk zijn: Primitive Man heeft gevaarlijke vriendjes, maar spant zelf nog altijd de kroon. Sinds Scorn zijn er bij de band eigenlijk weinig noemenswaardige evoluties te bespeuren, al valt dat vermoedelijk ook te verklaren door een sound die nu eenmaal weinig nuance toelaat. Het is soms allemaal een beetje lachwekkend, dat ridicuul opgepompte geluid, dat overstuurde, eindeloze en afmattende gebeuk, maar het feit dat ze dit intussen wel al een release of tien volhouden, wijst op een koppige toewijding die grenst aan het waanzinnige en die op die manier ook weer respect afdwingt. Of zoiets.
En dat kan u hen binnenkort eventueel ook zelf gaan vertellen, want Primitive Man speelt met grindcorehelden Magrudergrind en nog een stuk of drie bands in Het Bos. Op de Bandcamppagina van Primitive Man kunnen hun tracks beluisterd worden en ook de digitale versie van de releases gekocht worden. De complete releases staan ook op Soundcloud: HIER en HIER.