‘Het werkt gewoon.’ Met drie woorden omschreef Steve Jobs zijn producten. WieThe Life of Pablo, de zevende soloplaat van Kanye West, op die manier benadert, krijgt een onafgewerkte, fragmentarische en paradoxale creatie. Wie dieper graaft, ontdekt dat alle honderden stemmen, samples en beats één wijzende vinger volgen. The Life of Pablo werkt iets te weinig om een meesterwerk te heten, maar als voorstudie inspireert het album mateloos. En ja, het is ook een gospelplaat.
Kanye blijft schromelijk falen waar zoveel mindere artiesten in slagen: het uithouwen van een aanstekelijk beeld van zichzelf. Sinds een tweetal maanden voor de release van zijn nieuwe plaat gooide hij zijn hele mentale hebben en houden ongefilterd op Twitter. Dat doe je sowieso al beter niet, maar het valt helemaal af te raden wanneer je 19,3 miljoen volgers hebt die halsreikend uitkijken naar elke scheet die je laat – muzikaal of niet. Kanye heeft in de aanloop naar The Life of Pablo véél getwitterd. Van zijn bekvechten met Wiz Khalifa (iets over de toenmalige titel van de plaat) en de vuilspuiterij over Amber Rose (iets met fysieke hygiëne) tot een verdediging van Bill Cosby: het leverde hem het imago op van een onuitstaanbare, megalomane en misogyne klerelijer.
Als marketingstunt is Kanyes profilering maar deels geslaagd: hijzelf kreeg de aandacht waar elke opkomende artiest van droomt, maar relatief zelden ging het over de muziek. Jammer, want hoewel ook die voor controverse vatbaar is, schijnt er een ontegensprekelijk getalenteerd individu in door. Kanye zal zich nooit kunnen beroepen op de stempersonages die Kendrick Lamar zich zo vlotjes eigen maakt op pakweg “Backseat Freestyle” (good kid, m.A.A.d city), en zingen kan hij al zeker niet. Maar Ye is een knoppentovenaar als geen ander; een artiest die zijn visie zonder enige ruis kan vertolken naar het juiste geluid. Het beste bewijs daarvan was My Beautiful Dark Twisted Fantasy. Op een poppy, intense en gefocuste manier gaf West blijk van een superster die zijn eigen arrogantie erkent. Z’n volgende soloalbum, Yeezus, klonk dan weer rauw, raspend en digitaal. Het was Ye achter een masker: agressief, beangstigend, visceraal.
Waar Yeezus over de hele lijn een hard en koud geluid aanhield, voegt Pablo vegen kleur en warmte toe. De plaat bevat twee van de mooist klinkende nummers uit Kanyes recente discografie. “Waves” baadt in een poeltje van verkapte engelachtige ooooo‘s, met hier en daar het geluid van vallende druppels voordat het uit het zicht wegmeandert op een neuriënde bariton. Opener “Ultralight Beam” is nog beter – ’t is het beste nummer van de plaat en op zich al bestaansreden genoeg voor Pablo. In één lied horen we de stemmen van een vierjarig meisje uit een Instagram-filmpje, van gospelzanger Kirk Franklin, Chance The Rapper, The-Dream en Kelly Price. Er is een koor. Er is een orgel. Donnie Trumpet speelt trompet. Ontreddering, wroeging en vertwijfeling zijn leitmotiven. Na elke zondoorstoofde synth vallen schaduwen in de vorm van enkelvoudige beats. Op de louterende samenzang van het koor volgt bedruktheid: ‘This prayer’s for everybody that feels they’re too messed up’. West zelf komt er nauwelijks in voor, en toch is “Ultralight Beam” een Kanye-nummer pur sang: een hoogtepunt uit een oeuvre dat wordt voortgestuwd uit de angst om te mislukken.
Ook verder op Pablo toont Kanye zich verward en getroebleerd. Op “Father Stretch My Hands Pt. 2” koppelt hij zijn eigen werkdrang aan die van vader Ray – een obsessie die Ray en zijn vrouw Donda uit elkaar dreef – en op “Real Friends” meet hij de impact van zijn leven op dat van zijn naasten: ‘When was the last time I remembered a birthday? / When was the last time I wasn’t in a hurry?’ Het meest kwetsbaar is Kanye op “Wolves”. Aan het einde van dit prachtig dunne tableau maakt hij zich in gebroken Auto-Tune zorgen over de vooroordelen, de afgunst en ongetwijfeld ook de agressiviteit die zijn pasgeboren zoon later zullen omringen: ‘Cover Saint in lambs’ wool / We surrounded by the fuckin’ wolves’. Vader zonder moeder, ego met berouw, miljonair met schulden; wie wil, krijgt een idee van de immense druk die op Wests schouders weegt.
Zelf mag u gerust zijn: het leeuwendeel van de lyrics bestaat naar goeder trouw uit typische Kanye-quatsch. Soms zijn de bars geestig en absurd (‘Now if I fuck this model / And she just bleached her asshole / And I get bleach on my t-shirt / I’mma feel like an asshole’), op andere momenten zijn ze gewoon goed gevonden (het naar Oprah verwijzende ‘You get a fur! You get a fur!’). En net wanneer je de groteske zelfverheerlijking niet meer aankunt en het op een kotsen gaat zetten, komt “I Love Kanye”, een heerlijke parodie waarin West zelf even alle snoeverigheid met een lach en een kwinkslag doorprikt. Eén regel springt evenwel uit de band. De intussen notoire Taylor Swift-lijn is vrouwonvriendelijk, gratuit en oerlomp en mag niet zomaar onder de mat van artistieke vrijheid worden geveegd. Sorry Kanye, hier zijn we team Taylor.
De Swift-uitlating is een zwarte vlek op een anders voortreffelijk, maar niet perfect album. Pablo moest een magnum opus worden, een caleidoscopisch landschap begroeid met de stemmen en het productiewerk van een leger gastartiesten. In de loop van twee jaar en twee maanden schakelde Kanye de hulp in van meer dan honderdvijftig songwriters en componisten, artiesten, producers en audio engineers. Een aantal medewerkers (Sia en Vic Mensa, om er twee te noemen) haalde de laatste versie van de plaat niet, en een aantal andere zal het nooit weten – sommige artiesten die Kanye samplede, leven al niet meer. De grootte ervan doet Pablo aanvoelen als tegelijk een uit de hand gelopen werkproject, een fight or flight-reactie op het album als een artistieke dwangbuis, een afdruk van een zeitgeist en een essay met tunnelvisie. Meer nog dan dat alles is The Life of Pablo een kubistische puzzel die van alle kanten dreigt ineen te stuiken. Wanneer dat gebeurt, vang je een glimp op van de vierde dimensie.