Als TV On The Radio’s Tunde Adebimpe, rapper, producer en mede-Anticon-oprichter Doseone en Mike Patton dreigen met een samenwerking, dan wordt er geluisterd. Maar liefst zeven jaar deden geruchten over deze creatieve vrijage de ronde, en nu het resultaat eindelijk in de winkel ligt, zijn de voortbrengselen zo geschift als verwacht kon worden. Maar ook iets te vaak op het slappe koord tussen eclectisch en fucking irritant.
Waar ze in de promotekst hoog mee oplopen – Nevermen is gelijkwaardige democratie, geen egotripperij van één van de leden – is eigenlijk helemaal juist, maar dat betekent eigenlijk gewoonweg dat de hele bagage van de drie in de schaal geworpen worden. Het resultaat:een plaat die uit z’n voegen barst van de ideeën en geluiden, die even hongerig en behaagziek van standpunt wisselt als John Crombez die een stem uit de rechterflank geroken heeft. De weirde stemmenstapelingen van Animal Collective, Battles (die van Atlas) en Zappa krijgen af te rekenen met ideeën, flarden en contrasten die herinneren aan Gorillaz, patserhop, vaselinegladde r&b en het soort opgepompte studiozeik die ook in de schaamteloze hitlijstverleiders van no good bands als Linkin Park of Incubus zitten.
Maar begrijp ons niet verkeerd: niemand doet zo overtuigend kitsch met een avant-garde randje als Patton, en in Adebimpe en Doseone heeft hij kompanen gevonden die al net zo graag rond de micro en producerstoel hangen. Nevermen is dan ook een plaat die ondanks die muzikale overdaad vooral rond stemmen draait. En als je dan al zou denken dat Pattons waanzinnige bereik en theatrale neigingen de kroon spannen, dan kan je niet anders dan voorstellen dat ook dat gelijk verdeeld is. Meer nog: soms heb je er het raden naar wie je te horen krijgt. Camouflagekunst van Patton, maar ook een neveneffect van talloze bewerkingen.
Het is ook wel een plaat die soms doet meefluiten zonder dat je het beseft. Die melodieën en stadionhooks lonken soms zo opzichtig naar dat heimelijke effect, dat je jezelf ervoor tegen de kop wil rammen. Amper een paar seconden in “Dark Ear” en je weet al dat je er hier en daar een delirische dansvloer mee in vuur en vlam kan zetten. Elders is het meebrullen met de stompzinnige slogan “Treat ‘em like a prostitute”, terwijl “Hate On” klinkt als iets van Outkast én Ween, schizofrene zapkunsttroep met minutieus gelaagde stemmetjes en abrupt opduikende hardrockriffs. En je zou zweren dat ze Guy Garvey zelf gestrikt hebben voor “Tough Towns”.
Een enkele keer, zoals in “Mr. Mistake”, levert die bricolagetactiek spul op dat geniaal is in al z’n onbeschaamd gladde en naadloos in elkaar gepuzzelde detailmanie, ook al gaat dat dan over een ‘nuclear winter’. Maar dan krijg je meteen erna weer foute boel als “Shellshot” in de maag gesplitst, iets waarin 80s Jan Hammer gekoppeld wordt aan strontvervelende stemmetjes, effectjes en whatevertjes die qua efficiëntie ergens tussen Linda Blair in The Exorcist en dat overslaande gehik van Fred Durst zitten. Nee, dan liever het rustmoment van afsluiter “Fame II The Wreckoning”. Of toch tot ook dat verkloot moet worden met aalgladde kitsch.
Kortom; Nevermen is 2016 ten voeten uit. Stuiterend van hot naar her alsof er een of andere verknipte techniek achter zit, wat een illusie van onophoudelijke transformatie creëert, maar na meerdere beluisteringen vooral een productionele triomf is, en een ode aan de misleidende kracht van de verpakking. Een plaat met zoveel ideeën dat de illusie van een coherent verhaal zich ironisch genoeg onverhoeds aan je opdringt. De indruk die het sterkst nazindert is echter dat het vooral een huzarenstukje moet geweest zijn om dit bombastische zootje op te nemen en in elkaar te passen. Maar daar heeft onze kop nu even geen boodschap aan. Dafalgan, en snel.
Nevermen zou op 10 februari aantreden in het voorprogramma van Massive Attack, in Paleis 12 (Brussel), maar de hele tour is uitgesteld.