Dat je niet per definitie uit pakweg Kentucky, Tennessee of Alabama moet komen om goeie bluegrass te maken bewees Eriksson Delcroix twee jaar geleden al met hun prima debuut For Ever.
De hier immens populaire film The Broken Circle Breakdown leed niet enkel aan een scenario dat bezweek aan een overdosis stroperigheid, maar liet Vlaanderen ook kennismaken met Bill Monroe en bluegrass, een muziekgenre dat daarvoor hier, onterecht, een wat duf cowboyimago had. Dat succes zorgde ervoor dat de cast als The Broken Circle Breakdown Band met veel meeval de hort op ging onder muzikale leiding van gitarist Bjorn Eriksson, die voorheen actief was bij onder andere Zita Swoon en Admiral Freebee. Diezelfde Eriksson had voor het succes van de film, in tempore non suspecto dus, samen met zijn partner Nathalie Delcroix (van Laïs) al een country/bluegrassplaat uitgebracht onder de naam The Partchesz. Het was dan ook niet meer dan een logisch gevolg dat Eriksson en Delcroix — weliswaar onder een nieuwe naam — opnieuw hun oude liefde zouden oppikken, hetgeen resulteerde in het geslaagde For Ever.
Op hun tweede album brengt Eriksson Delcroix muziek die in het verlengde ligt van hun debuut. Er wordt dus nog steeds nauw aangeleund bij de traditie van de country en de bluegrass. Het is muziek die niet klinkt alsof ze uit de Kempen komt, maar van ergens diep in de Appalachen. Met “Silver Dagger”, het verhaal van een moeder die haar dochter waarschuwt de versierpogingen van mannen te vermijden om het daarop volgende liefdesverdriet te ontlopen, brengen ze bijvoorbeeld een traditional uit het Grote Bluegrass Liedjesboek die vooral bekend is geworden in de versie van Joan Baez. In de versie van Eriksson en Delcroix wordt deze song een weemoedige maar tegelijk zalvende ballad.
De traditie wordt ook verder gezet in songs waar Eriksson en Delcroix in duet gaan, net zoals bekende countrykoppels als Johnny Cash en June Carter of Lee Hazelwood en Nancy Sinatra. De tegenstelling tussen de wat donkere, aardse stem van Eriksson en de hoge, hemelse vocalen van Delcroix zorgen ervoor dat deze nummers een extra spanningslaag meekrijgen. Nergens komt dat beter tot uiting dan in “56 7th Street”, de obligate maar uiterst geslaagde murder ballad, met z’n stampend ritme en beklijvende melodie. “Baby Blue” is het soort tijdloos liedje dat zo goed is dat het er altijd al geweest lijkt te zijn. Het is ook een van de songs waarin de banjo van vader Karl Eriksson, die ook deze keer weer van de partij is, een glansrol speelt.
Bovengenoemde duetten zijn niet de enige pareltjes die op Heart Of Its Mind te rapen vallen. Zo is er “Lay Low”, waarin Nathalie Delcroix zowel uitbundig als bijna kinderlijk onschuldig klinkt. Maar dat Eriksson Delcroix niet alleen memorabele melodieën kunnen bedenken maar ook meesters zijn in het neerzetten van sfeer bewijzen ze met het instrumentale “A Low Ripple Till Idaho”. Sluit je ogen en je ziet zo een steeds sneller kabbelend bergbeekje in de Rocky Mountains voor je. Dreigend en onheilspellend is “Big Black Is Coming” dat rustig begint met een zacht tokkelende gitaar maar dat steeds claustrofobischer begint te klinken. Al moet het ook gezegd worden dat Eriksson Delcroix af en toe buiten de lijntjes kleurt zoals in de dissonante folk van “Snakebite”, die schuurt en wringt als een onheilszwangere droom.
Delcroix en Eriksson hebben de pech dat ze niet afkomstig zijn uit de Appalachen, bakermat van de bluegrass, maar uit het op muzikaal vlak toch net iets minder tot de verbeelding sprekende Kalmthout, want Heart Out Of Its Mind is een album dat zeker niet moet onderdoen voor de platen van een aantal grotere namen in de scene. Maar het minste wat we kunnen zeggen is dat Eriksson Delcroix een blijvertje is in de vaderlandse muziekscene en met dit album bewijst dat er wel degelijk plaats is voor “Kempense country”.
Op 18 februari staat Eriksson Delcroix in De Roma voor de première van hun nieuwe tour. Daarna trekken ze het hele land rond, de volledige lijst van concerten vind je op hun site.