Een Vlaams-Nederlandse improvisatieaffaire
In februari van 2016 loopt het feestjaar van BesteBuren af, een jaar waarin de Nederlands-Vlaamse culturele uitwisseling en samenwerking centraal stond. Een muzikaal slotoffensief vindt plaats in De Singer in Rijkevorsel en met de Citadelic-concertreeks in het SMAK in Gent, waarbij Belgische en Nederlandse improvisatoren elkaar zullen ontmoeten voor enkele exclusieve duo-onderonsjes.
De improvisatiemuziek heeft zich nooit veel aangetrokken van afstanden en grenzen. Ze is van bij aanvang een internationale beweging geweest die zich bedient van dezelfde taal – zijnde de muzikale spontaniteit – wat samenwerkingen over landen en culturen heen steeds mogelijk maakte. Improvisatieprojecten zijn dan ook vaak een samenraapsel van nationaliteiten, zoals het Globe Unity Orchestra van Alexander von Schlippenbach, dat niet toevallig die naam draagt. Uiteraard mag deze muziekvorm niet ontbreken in een jaar waarin samenwerking en uitwisseling over landsgrenzen heen centraal staat, en met de Amsterdamse partner Stichting Doek hebben De Singer en Citadelic hiervoor zonder twijfel een perfect match aan de haak geslagen.
Eigenlijk werd deze samenwerking eind 2015 reeds afgetrapt met een concert van Kris Defoort en Wolter Wierbos in het SMAK, twee muzikanten die niet voor het eerst met elkaar een podium deelden. Het zwaartepunt ligt echter in een reeks van vier concerten tussen eind januari en midden februari, waarbij eerst drie duo’s in De Singer zullen aantreden, gevolgd door een laatste show in het SMAK. De combinaties die tijdens die avonden worden gepresenteerd zijn niet de meest evidente, maar binnen de vrije improvisatie is aiming to please dan ook niet meteen een vuistregel.
Op woensdagavond 27 januari staan twee muzikale avonturiers tegenover elkaar in De Singer. De Antwerpse drummer Teun Verbruggen gaat er de confrontatie aan met de Amsterdamse pianist Oscar Jan Hoogland. Die eerste staat als improvisator enerzijds bekend voor het energetische werk (denk maar aan zijn internationale band The Bureau Of Atomic Tourism), maar houdt er daarnaast ook een voorkeur op na voor semi-elektronische spacetrashjazz (om het maar een naam te geven) met groepen als Chaos Of The Haunted Spire en Warped Dreamer. Benieuwd wat dat oplevert met een al minstens zo veelzijdig pianist als Hoogland, die met zijn guerrilla-improvisatiegroep The Ambush Party al keet schopte op podia in binnen- en buitenland.
Een week later – de concerten in De Singer vinden op drie opeenvolgende woensdagen plaats – is het woord aan twee interessante blazers, namelijk de Nederlandse kornettist Eric Boeren (wiens album Coconut na enkele jaren nog steeds regelmatig rondjes draait in onze cd-speler) en de fijnzinnige improvisator Joachim Badenhorst. Tussen hen gaapt een kloof van ongeveer tweeëntwintig jaar, maar net zoals grenzen, zijn ook leeftijden binnen het improvisatiegenre weinig van tel. En dat is misschien maar best met het oog op de samenwerking tussen de bekendste Belgische veteraan van de vrije improvisatie, pianist Fred Van Hove en de Amerikaanse, maar al sinds jaren 80 in Amsterdam residerende rietblazer Michael Moore op woensdag 10 februari. Een beeldenstormer en een lyricus, samen op het podium voor een eenmalige ontmoeting. Of wordt het misschien een lekker ouderwetse confrontatie?
Voor het slotakkoord van deze samenwerking komt diezelfde Michael Moore op 18 februari ook nog eens naar Gent afgezakt voor een avond in het gezelschap van trompettist Bart Maris. Beide muzikanten zijn misschien wel het meest gekend voor hun engagement in grote ensembles, zijnde respectievelijk het Amsterdamse ICP Orchestra en Flat Earth Society, hoewel hun werk in kleine bezettingen een beter overzicht biedt van hun kwaliteiten. Ga er de catalogus van Moores label Ramboy maar op na, of beluister het prachtige Krommekeer, Maris’ recente duoplaat met Lode Vercampt. Je krijgt er die avond in het SMAK bovendien nog het trio Paul Lovens/Seppe Gebruers/Hugo Antunes bij voor dezelfde prijs, nog zo’n internationale improvisatieaffaire.