Met Anderson .Paak is een dromer aan het woord. Geen scènes uit groezelige buitenwijken van L.A. in de songs van deze kleine Californiër, maar een sexy schouwspel op de tropische strandboulevards. Paak brengt r&b, hiphop, funk, retro-soul en rock bij elkaar in een weergaloze cocktail waarvan de creativiteit en het talent in dikke lagen afdruipen.
Anderson .Paak doet niet aan vlijmscherpe tirades en is geen angry young man die de problemen van vandaag in je gezicht wil duwen. Hij is een volbloed romanticus die barst van de levenslust: “But you’re doing well, I mean you’re not dead / So let’s celebrate while we still can”, klinkt zijn uitnodiging. Léven, verdomme!.
Niet dat het geluk Anderson .Paak zomaar in de schoot werd geworpen. Als kind zag hij hoe zijn gewelddadige vader de gevangenis in vloog en nadien leefde hij een hele tijd op straat: “My mama caught the gambling bug / We came up in a lonely castle / My papa was behind them bars / We never had to want for nothing”, trapt hij veelzeggend de plaat af in “The Bird”.
Maar toen Paak — geboren als Brandon Paak Anderson — als talentvolle twintiger aan een debuut begon te werken, kwamen de helpende handen snel uit alle hoeken van Californië. En het ging pas echt snel toen Paaks tweede album Venice, uit 2014, tot in het oor van Dr. Dré raakte en Dré hem liet meewerken aan zes van de zestien tracks op zijn comebackplaat Compton, nog eens een jaar later.
In 2016 doet Paak zelf een gooi naar een plek tussen de beste hiphopalbums van het jaar, ook al doet die noemer Malibu oneer aan. Multi-instrumentalist Paak slingert moeiteloos door vier decennia (zwarte) popmuziek, van vintage disco-soul in “Put Me Thru” en het naar “Lovely Day” van Bill Withers knipogende “Celebrate” tot de nineties r&b van “Without You” en “Heart Don’t Stand A Chance”. Maar even makkelijk trekt hij naar een zweterige nachtclub in “Am I Wrong” of zoekt hij de gospelkerk op in “The Season / Carry Me”. Het is geen toeval dat Paak als kind veel tijd in die kerk doorbracht: van achter zijn drumstel hield hij er de gelovigen in de maat.
Malibu stuitert een uur lang alle kanten op, maar dankzij de flair waarmee Paak met zijn schorre, warme stem meer vertelt dan rapt, houdt de groove zestien songs lang perfect stand. Die stem krijgt bovendien nog wat extra ruggensteun van een peloton aan guest vocals, met The Game, ScHoolboy Q en Rapsody als headliners.
Dankzij zijn ongeziene veelzijdigheid speelt Anderson .Paak het klaar om een riant spectrum voor zijn rekening te nemen, met de vingervlugge rhymes van Kendrick Lamar en de gladde neo-soul van D’Angelo als uitersten. Malibu is razend ambitieus maar toch bescheiden en eerlijk. Dit is een hiphopalbum dat muzikaal uit haar voegen barst en het daarom kan schoppen tot eindejaarslijstjes van mensen die verder weinig met het genre hebben. Een prachtplaat.