Minder abstractie betekent bij Oneohtrix Point Never niet per se een makkelijker album: Garden of Delete slaat de luisteraar om de oren met scherpe elektronische spitsvondigheden, maar het resultaat klinkt vaak verre van aangenaam. Een Frankensteinmonster van een plaat.
Daniel Lopatin is nooit vies geweest van wat elektronisch experimenteren, dat bleek al uit zijn vorige releases als Oneohtrix Point Never. De in Massachussetts geboren knoppentoveraar had zich op platen als Replica en R Plus Seven reeds uitgebreid toegelegd op avant-gardistisch gestoei met allerlei drones en samples, en zijn visionaire mengeling van techno- en ambienttexturen heeft in het verleden menig elektronicaliefhebber met verstomming geslagen.
Waar hij met zijn muziek precies naartoe wil, is echter niet altijd even duidelijk omdat zijn werk nogal abstract overkomt: weinig duidelijk afgelijnde melodieën maar veel vage ideeën, een vaak bizar samenspel van klanklandschappen. Lopatin schijnt het immers belangrijk te vinden dat zijn werk multi-interpretabel is, zodat luisteraars zelf hun eigen invulling kunnen geven aan hetgeen ze horen. Eerder dan het publiek een bepaald motiefje door de strot te rammen, speelt hij er subtiel mee om het vervolgens te laten opgaan in een breder geheel. En ondanks het feit dat er bij Oneohtrix Point Never nauwelijks sprake is van echte songs, heeft zijn werk doorgaans een houdbaarheidsdatum die ver in de toekomst ligt.
Het nieuwe Garden of Delete is echter een meer uitgesproken plaat die bij momenten behoorlijk in your face klinkt. Ten eerste is het gebruik van duidelijke vocalen en teksten een primeur in het universum van OPN: hoewel de stemmen weliswaar door de computer zijn gegenereerd, zorgen ze toch voor een menselijk element dat in tracks als “Sticky Drama” en “Animals” resoluut de hoofdrol opeist. Maar daarnaast vertellen de songs deze keer ook een eigen verhaal en bevatten ze meer dynamiek dan ’s mans eerdere creaties. Zo laat “Ezra” achtereenvolgens aarzelende samples en een vloeiende gitaar horen, om vervolgens op te bouwen naar een soort van refrein dat bol staat van hyperactieve synthesizers en dat ten slotte terug aanknoopt bij het begin van het nummer. Op gelijkaardige wijze ontaardt de neurotische technobeat van “Mutant Standard” na twee minuten in een dromerige synthwolk die even later weer plaats ruimt voor een steeds manischer wordende dancemelodie – totdat de muzikale rollercoaster opnieuw stilvalt en een bevreemdende, springerige synthesizer het laatste bedrijf aankondigt.
Het is duidelijk: Lopatin heeft deze keer heel wat te vertellen, zoals overigens ook al bleek uit de knotsgekke pr-campagne rond Garden of Delete. De aankondiging van het nieuwe album werd immers vergezeld van een cryptische brief aan de fans waarin hij verhaalde over een buitenaards wezen genaamd Ezra dat gedoemd is om voor eeuwig een puisterige puber te blijven. En hoewel de songtitels ook naar dat fabeltje knipogen, wil Lopatin niet gezegd hebben dat Garden of Delete een conceptalbum is: het was vooral de bedoeling om nummers te schrijven die elk apart een afzonderlijke indruk nalaten. En het dient gezegd dat dat behoorlijk gelukt is, onder meer dankzij een vlijmscherpe productie vol metalig klinkende synthesizers en koele snaarinstrumenten.
Lopatin lijkt bij momenten echter zodanig op de details te focussen dat het geheel wat artificieel gaat klinken. De organische soundscapes van zijn vorige albums ruimen plaats voor een bijna overrompelende veelheid aan (weliswaar sterke) ideeën die zich met geweld een weg door de gehoorgangen banen. In “I Bite Through It” geven ijle synthesizers, razende distortionwolken en elektronische noise elkaar geen duimbreed toe, waardoor het nummer uit elkaar dreigt te spatten in een orgastische explosie van klanken. Neen, aangenaam is deze plaat niet te noemen, boeiend des te meer.
Garden of Delete mag dan fantasierijker en scherper klinken dan het oudere werk van Oneohtrix Point Never, maar tegelijkertijd is de onderlinge samenhang een beetje het kind van de rekening. Al zal dat de avontuurlijke liefhebbers van expressionistische elektronica worst wezen: de muzikale motieven mogen soms dan met haken en ogen aan elkaar hangen, dit perverse experiment zal ongetwijfeld nog lang nazinderen.