De productie van Hermann blijft indrukwekkend, alleszins qua tempo. Het nieuwste deel van Jeremiah stemt inhoudelijk heel wat minder tot vreugde. Jungle City is een routineus album van een virtuoos tekenaar.
Na meer dan 35 jaar zijn de grote verrassingen helemaal uit de reeks Jeremiah verdwenen. Nadat Hermann Huppen in de jaren zestig en zeventig een naam opgebouwd had met klassieke avonturenstrips als Bernard Prince en Comanche, greep hij in 1979 de kans om een eigen reeks te creëren. Hij situeerde zijn verhaal in een desolate wereld die na een allesvernietigende bomexplosie aangewezen was op overleven. Een dergelijke setting bood Hermann volop kansen om zijn donkere wereld- en mensbeeld in zijn strips te verwerken. Hij was op dat moment de wat naïeve avonturenverhalen van Greg grondig beu. Dit blijkt zeker uit de latere albums van Comanche, waarin de lichtvoetige western evolueerde naar een veel duisterder variant. De eerste delen van Jeremiah sloegen meteen aan. Hermann zorgde er voor dat de klassieke avonturenstrips een serieuze stap richting volwassenheid maakten en meteen ook aansloten bij de hang naar donkere verhalen die in de jaren tachtig bestond. Cynisme durfde al eens vaker de bovenhand halen en ook in Jeremiah was de hoop vaak ver te zoeken.
Jeremiah en zijn kompaan Kurdy Malloy zijn een onlosmakelijk verbonden duo. Ze zwerven door het landschap en komen zo in elk deel in een bepaalde gemeenschap terecht. Door de confrontatie tussen de protagonisten en de gemeenschap komt elk album op gang. Zo goed als alle albums staan compleet op zich, wat het makkelijk maakt om bij eender welk album in de reeks in te vallen. De eerste albums waren geregeld klassieke strips die ook nu nog overeind blijven, vooral ook door de sterkte van het scenario. De tekeningen zijn tot de dag van vandaag indrukwekkend, maar de verhalen zijn dat jammer genoeg heel wat minder. Het pas verschenen vierendertigste deel, Jungle City, is daar het zoveelste bewijs van.
Net als in zoveel delen voordien komen Jeremiah en Kurdy met hun motoren toe in een stad, Jungle City. Zonder het te willen, komen ze midden in de problemen terecht. Door hun rechtvaardigheidsgevoel kunnen ze nooit aan de zijlijn blijven staan. Ook nu niet. De confrontatie gaat deze keer tussen een grootgrondbezitter die huizen op de markt aanbiedt en deze huizen koppelt aan een exclusief waterverbruik van de enige waterbronnen, waar hij toevallig ook eigenaar van is. Verschillende bewoners komen tegen deze praktijken in opstand. Hoewel het scenario heel getrouw het vaste parcours van een Jeremiah-verhaal volgt zonder enige verassing, is Jungle City zeker een amusant album om te lezen.
Het tekenwerk van Hermann blijft immers onverminderd indrukwekkend. Hier en daar lijken de details wat minder uitgewerkt dan anders, maar dat is muggenzifterij. Gezien het hoge tempo dat de krasse knar blijft aanhouden (twee albums per jaar), kunnen we moeilijk anders dan respect tonen voor dit tekenwerk, inclusief de inkleuring. Hermann blijft een expert in het creëren van een specifieke sfeer voor zijn verhalen.
Waar de eerste Jeremiahs nog plaats boden aan de intrigerende psychologie tussen de personages, is dat intrigerende nu bijna volledig weggevallen, ten nadele van een heuse formule-aanpak. Elk verhaal lijkt steeds meer op het voorgaande. Aan het einde van Jungle City gaat Hermann zelfs even helemaal uit de bocht. Zo rondt hij holderdebolder zijn verhaal af op de laatste pagina, op een bijna lachwekkende manier. Het einde van Jungle City is dan ook de grootmeester Hermann onwaardig. Hoewel Jungle City best aangenaam leesplezier biedt, zouden we Hermann toch willen adviseren om naar een waardig einde voor deze klassieke reeks toe te werken. Zo houden de liefhebbers van Jeremiah er positieve herinneringen aan over.