Het was geen uitslaand succes dat The Slow Show te beurt viel dit jaar, maar een smeulende veenbrand was het wel. En dus was de Rotonde van de Botanique een half jaar na de release van debuut White Water toch zo goed als uitverkocht. Een mooier concert om twee weken Brussels concertdieet mee af te sluiten was er dan ook niet.
Goeie wijn moet rijpen, met sommige muzikanten is dat niet anders. Jaren hadden de leden van The Slow Show in allerhande bands gespeeld in en om Manchester, hadden ze hun leergeld betaald. En toen moest het niet meer. Er waren kinderen gekomen, het wilde leven lokte niet langer, die grote doorbraak zou voorgoed een verre droom uit een ander leven blijven. Maar muziek ging niet weg, en dus jamde Rob Goodwin wel eens met de uit ons land ingeweken producer Frederik ’t Kindt. Songs werd geschreven, en bij gebrek aan zanger deed hij dat zelf dan maar. ’t Kindt haalde er ten lange leste wat andere muzikanten bij waar hij eerder mee had gewerkt, en plots was er onvoorzien: een groep.
Een handvol jaren later heeft The Slow Show zijn debuut uit, en dat staat momenteel in poleposition – wie neemt het hem op dit moment nog af? – om onze plaat van het jaar te worden. White Water bulkt immers van de broeierige americanasongs, vol hoop en verlangen, verdriet en weemoed die door Goodwins straffe bariton van prachtige herfstkleuren worden voorzien. Van een gratis caféconcert in Het Depot afgelopen lente ging het dan ook begrijpelijk naar een zo goed als uitverkochte Rotonde van de Botanique, die dankzij de familiebanden van ’t Kindt vanavond aanvoelt als een warm thuis.
Zo neemt ook Goodwin – een posterboy als er maar weinig zijn – het op. “Dit is als in een gigantische woonkamer spelen”, glimlacht hij breed. En hij bedankt voor de zoveelste keer het publiek, dat zich niets liet gelegen liggen aan iets als terreurdreiging, en het eerste concert na twee weken #brusselslockdown vol omarmt. Wat ook niet veel moeite vraagt met een warm opgloeiende song als “Dresden”, waarin de alomtegenwoordige hoorn voor het eerst het hoge woord mag voeren. Het is dan ook die keuze voor subtiele blazersinkleuring die The Slow Show zijn eigen gezicht geeft.
Ook in “Testing” en “Long Way Home” is de aanvankelijke vergelijking met The National al lang vervaagd. Dat is wat een tijdje wonen met White Water doet. En wanneer de band met “Breaks Today” en “Hopeless Town” twee nieuwe nummers rug aan rug serveert, merk je dat The Slow Show al lang zijn eigen gezicht heeft gekweekt. Vooral dat eerste nummer is werkelijk indrukwekkend; melodisch nog sterker, nog meer gebalanceerd opgebouwd. Het belooft veel voor de tweede plaat die de band nu verder wil gaan schrijven.
“We zijn deze tour op een triest moment begonnen”, haalt Goodwin aan. Het is iets wat ’t Kindt ons voor het optreden al even bevestigt: “sinds Parijs voelen we een soort van zwaarte in het publiek.” De muziek van The Slow Show heeft sowieso al gravitas, maar vandaag, na twee weken zonder muziek in de hoofdstad, komt “Brother” inderdaad nog harder aan. “Let’s go back to football fields / And backyard alleyways” croont de frontman, en de harde holle drums van Chris Hough zenden rillingen naar beneden. “Too young to leave you, brother”, indeed.
En daarmee valt tegelijk ook op hoe stevig The Slow Show het afgelopen jaar heeft leren spelen. “Crying Blood” is ronduit potig, “Flowers To Burn” – “een nummer over touren met je vrienden en het daarna thuis mogen uitleggen” – is een zeldzaam dansbaar moment. Maar het is pas bij setsluiter “Bloodlines” hoe de groep de ambitie in ’t diepst van zijn gedachten verraadt: een triomfantelijke finale met uitbundige blazers volgt op een mooi meezingmoment, Goodwin neemt perfect getimed afscheid, om nog eens te hernemen. Het is van een stadionmaat die hier een klein beetje tegen de muren botst, maar het zegt ook: “groter gaat hoor, we kunnen dat wel aan. Bring it on”.
En dat mag ook. Een band die zijn set kan sluiten met een wereldsong als “God Only Knows” en zich geen beetje moet schamen om dat titelgewijze leentjebuur bij Beach Boys, die kan wat. The Slow Show is voorlopig nog een beetje een geheimtip, maar dat zal geen twee albums meer duren. U kunt nu nog vroeg zijn.