Soms slaan we onszelf voor het hoofd: in al de drukte van het dagelijkse leven ontgaan ons soms details of schoonheid; beton is beton en daar zal een platgetrapt madeliefje niets aan veranderen. Toch is het soms goed eens op je passen terug te keren en te kijken wat er precies tussen de voegen is blijven steken. Vooral als het over prachtplaten als deze gaat, ook al is Over And Even al sinds september uit. Hieronder leest u waarom u die alsnog moet kopen, mocht u dat nog niet gedaan hebben.
Niet alleen is 2015 een bijzonder indrukwekkend muziekjaar (ons steeds langer wordend eindejaarslijstje hangt ons als een zwaard van Damocles boven het hoofd) maar het is ook een jaar waarin de Amerikaanse folk scherp wordt gesteld. Dat deed The Weather Station dit jaar al met het uitzonderlijke, uitgepuurde Loyalty , een plaat waar we nog altijd niet genoeg van kunnen krijgen, en dan later in de lente was er ook nūmūn van Johanna Warren, die met haar spirituele, donkere folk — zo vermoeden wij — aan het begin van een mooie muziekcarrière staat.
Joan Shelley is met bovenstaande dames in goed gezelschap: net zoals The Weather Station of Johanna Warren vermijdt ze de open deur van de rootsmuziek en komt ze naar buiten met haar eigen stijl. Ook net als bovenvermelde artiesten schrijft Shelley niet alleen over de liefde, maar ook over de natuur, isolatie en familiebanden. Samen lijken ze een triumviraat te vormen dat bewijst dat folk en Americana niet hetzelfde is en dat de teksten niet alleen maar over gebroken harten moeten gaan of oubollige fraseringen moeten bevatten. In tegenstelling tot de wat meer elliptische voorganger Electric Ursa zijn Shelleys teksten op dit album complexe, poëtische miniatuurschetsen van personages en landschappen die met voorzichtig minimalisme worden begeleid. Vaak doet de plaat qua productie aan het prachtige The Letting Go van Bonnie “Prince” Billy denken.
Deze referentie is geen toeval (of wat dacht u): zijne bebaarde vreemdheid mag zijn keel opentrekken op het aan zijn songschrijfkunsten schatplichtige “Stay On My Shore”. Het resultaat is prachtig, vooral omdat Joan Shelley een bijzonder delicate stem heeft, bijna kirrend in de hoogste registers: sommigen hebben haar al met Sandy Denny vergeleken (de veel te vroeg overleden zangeres van het magistrale Fairport Convention, weet u nog?), maar hier en daar hoorden we ook vlagen van andere favorieten ten huize (nvdn) zoals Anaïs Mitchell en Diana Jones, bijvoorbeeld op het betoverende walsje “Not Over By Half”. Een klassiek geschoolde stem heeft ze niet, daarvoor zijn ook haar melodieën te bochtig: vaak schakelt Shelley onverwacht een toonladder hoger met een uitmuntend resultaat in de titeltrack “Over And Even” als gevolg. Referentiepunten ten spijt klinkt Shelley boven alles vertrouwd, als een stem die er altijd al was.
Dus ja, u mag dan wel denken dat dit gewoon maar oude wijn in nieuwe zakken is, maar het soort van minimalisme op Over And Even of andere bovenvermelde kleine wondertjes van platen is in onze “alles moet speciaal zijn”-maatschappij een verdomde kunst. Er zijn geen excessen op deze plaat en geen nummer gaat over de grens van vierenhalve minuut. Waar u op moet letten zijn de eenvoudige harmonieën tussen Shelley en de stemmen op de achtergrond, het genot van een goed geplaatste piano en het heel luie gitaarspel van compagnon Doug Paisley dat wat aan Emmet Shelley van Bonnie “Prince” Billy’s Cairo Gang doet denken. Dat is genoeg.
Hoogtepunten aangeven is bijzonder moeilijk, maar nummers als “No More Shelter” gaan al bij de tweede luisterbeurt recht naar het hart. Dat kan ook niet anders, met de zinsnedes “How you mold me and move me still / I’m calling on your memory here alone in my cell / A time when you fed me, a time I was filled”. Shelley’s vertellers en personages zijn vaak geïsoleerd, meer dan eens sociaal, maar ook omdat ze ervoor kiezen om zich op te sluiten in boshutten of verre dorpen en vervolgens vol van een verlangen dat ze zelf niet kunnen verklaren, brieven schrijven naar een geliefde die te ver weg is. Aangrijpend wordt dit als een gedicht verwoord in “Not Over By Half”.
De plaat werd geschreven op het Griekse eiland Thessaloniki en live opgenomen ergens in een boshutje in Kentucky en zo klinkt het ook: een plaat die de dunne grenzen tussen eenzaamheid en alleen zijn, tussen sociale afzondering en verlangen, zowel muzikaal als tekstueel opzoekt. Soms hoor je niet meer dan Joan Shelley en haar gitaar — zoals op “Wine and Honey” — andere keren valt een tweede stem of een extra instrument in. Spaarzaam, ingehouden, broos: een album om vele herfstavonden lang te spelen.