“Vroeger was alles beter!” Wel, ziehier ziedaar, uw plaat van het jaar, Allas Sak van het psychedelische rockcollectief Dungen, straight out of Sweden, alsook straight from the hippie ‘60s. Rol uw jointjes, laat uw haar groeien, vul uw stock goedkoop Aldibier nog eens goed aan en ga gezellig samen in de zetel zitten om te spacen op dit fijne werkje.
Het zijn enkele zachte glockenspielachtige klanken, gecounterd door een smekende feedbackgitaar in het tegenoverliggende kanaal, die de festiviteiten openen op het titelnummer. Al snel wordt het podium aangevuld met duchtig overstuurde drums en een stuk of drie extra gitaren, waarna iets later het klankbeeld helemaal opengetrokken wordt door een klein legertje die schijnbaar de wegwijzer naar Motown gemist hadden. Miljaar, dit klinkt goed. Dat mag ook wel na zes albums en niemand minder dan Mattias Glavå achter de knoppen — gekend van zijn samenwerkingen met deze groep en met die andere pijnlijk miskende Zweedse psyrock band, The Amazing (die zijn naam trouwens allesbehalve gestolen heeft).
Klinken doet het dus alvast, maar weet het ook te boeien? Schijnbaar zijn teksten zeer belangrijk voor group founder Gustav Ejstes, maar tenzij u het Zweeds machtig bent, riskeert dat u slechts matig te kunnen beroeren. Waar dit album alvast mee weet te verbazen, is een rijk instrumentarium. Naast eerder aangehaalde instrumenten komt u onderweg van begin tot eind ook nog Afrikaanse percussie, een spinet, piano, orgel, dwars- en andere fluiten en God mag weten wat nog allemaal tegen. Dat zorgt alvast voor een rijk klankenpalet dat gemakkelijk gedurende meerdere luisterbeurten het gehooroorgaan op de juiste manier weet te prikkelen.
U wenst een demonstratie alvorens uw zuurverdiende centen boven te halen? Zoek dan eens “Franks Kaktus” op, een nummer met de meest feeërieke dwarsfluit sinds mensenheugenisnen een vibe waar de kaboutertjes spontaan overdag nog eens voor uit hun paddenstoelen komen om een folkdansje te placeren. Indien u uw schuurpapier liever met een groffere korrel heeft, kan u terecht bij het drukkende “En Dag På Sjön”. Beide nummers zijn overigens instrumentaal, want ja, die mogen er ook zijn. Het album bevat evengoed schakeringen tussen die twee, maar neigt onmiskenbaar eerder naar het dromerige, iets waar Ejstes’ zangwerk ook deels schuldig voor is.
Weinig negatiefs op aan te merken dus, op deze plaat, buiten dan het feit dat ze met haar — zoals het een goede hippie betaamt — best zomerse sfeertje misschien beter enkele maanden eerder uitgebracht was geweest. Los daarvan is dit een uiterst mooi in elkaar gestoken, 40 minuten durende blissfull trip, die smeekt om geconsumeerd te worden in een luie pose in het groen, gapend naar de voorbij zwevende wolken, met de koptelefoon op en een grasspriet tussen de tanden. Tot nader order komt er volgend jaar weer een zomer aan, dus er kan nu alvast volop voor het haardvuur geoefend worden.