Een blik op het nieuws van de dag, en u weet het weer: het zijn barre tijden. Oorlog hier, crisis ginder, en laat ons eerlijk zijn: op cultureel vlak is de Nieuwe Verlichting ook niet voor morgen. Gelukkig zijn er in tijden van droogte toch nog altijd enkele druppels water om kracht uit te putten, waaronder Dez Mona. “Does It Make You, Happy?” Fuck yeah!
“Origin” werd het zesde kind gedoopt, verwijzend naar een terugkeer “naar de kern van hun muzikale bestaan, met stem en contrabas als basis van de songs”. Ironisch genoeg is dit van alle Dez Mona albums hetgene dat zich het verst verwijdert van hun begindagen. In navolging van wat u in enola’s recensie van A Gentleman’s Agreement kon lezen, blijft de groep daarbij wel trouw aan zijn kunnen om nummers haarfijn in elkaar te knutselen en deze aan elkaar te smeden tot een geheel met een quasi picobello afgestelde overkoepelende spanningsboog. Ook ditmaal wordt de luisteraar verwelkomd met een opdoffer van jewelste. De eerste keer dat de in de introductie aangehaalde single ten berde gebracht wordt, durven de wenkbrauwen zich te fronsen: is dit Dez Mona? Jazeker! Venijniger en agressiever dan ooit. U bent voor of tegen, maar de mechanische drums en dubstep-achtige (!) accordeon grijpen sowieso naar uw strot. Hier is alvast een spoiler: het wordt nog maffer!
Die mechanische drums blijken de voorbode van een album dat menigmaal vuiler klinkt dan zijn voorgangers. Getuige daarvan ook de in fuzz doordrenkte zware gitaar- en baslijnen op “Dirty Language”. Over die bas gesproken, die klinkt dikker dan ooit, terwijl de stem, naar Dez Mona normen, wat dieper in de mix wordt geschoven. Meer From The Lion’s Mouth, minder Chanson Française.
Het moet niet al geweld zijn wat de klok slaat. Met “All I ever wanted” levert de groep een soort “Suspicion 2” af, en het zou niemand mogen verbazen moest dit de tweede single worden. “Transparent”, halverwege het album, laat de sigaar in de rechterhand rooksliertjes opwaarts sturen, terwijl het glas whisky in de linker het verdriet van het afscheid moet verzachten. Een Dez Mona grand cru dus. Groter kon het contrast met de stuiterende drums op opvolger “What kills you” niet zijn. Even lijkt Portisheads “Machine Gun” door de speakers te knallen, maar de verscheidene lagen stem ontkrachten dat gevoel al snel. De Dez Mona van weleer is ver zoek.
Gekker kan het niet worden, zegt u? Beeld u dan eens in dat het gezelschap plots een dark wave humeur krijgt, en beslist het bastaardkind tussen The Cure’s “The Upstairs Room” (die gitaartjes!) en “New Day” (die drums!) te verwekken. “Nonsens!”, roept u gechoqueerd? Luistert naar “Bohemian Rebel”, en komt u op uw blote knieën verontschuldigen, gij ongelovige! Een gelegenheid bovendien voor Frateur om nog eens ongeremd zijn uitgebreide stembereik en superieure beheersing van zijn stembanden te demonstreren.
Er mogen ook al eens wat violen mee komen huilen op een nummer links of rechts, zoals op “The Storm”. In combinatie met zinnen als our breath is changing komt de pathos er hierdoor soms net iets té dik op liggen, maar die momenten zijn gelukkig zeldzaam. Het enige nummer dat er wat verdwaasd bij staat te koekeloeren is de afsluiter “Great Time”. Er wordt, ditmaal echt, terug naar de basis gegrepen met een uitgekleed nummer met Frateur in de hoofdrol. Alleen komen de “fucking’s” wat geforceerd over, en lijdt het nummer onder een vreemde timing tussen stem en begeleiding, alsof de muzikanten wel samen hebben opgenomen, maar elkaar niet konden zien. Als het nummer al ergens moet staan, dan inderdaad wel als afsluiter.
Dez Mona levert met Origin zijn meest gedurfde album tot nu toe, dat bovendien sommige van zijn sterkste werk bevat. Om na meer dan tien jaar carrière, en na het al verrassende A Gentleman’s Agreement, met dit werkje naar buiten te komen, getuigt niet alleen van een gezonde portie creativiteit, maar ook van een stel kloten waar met gemak enkele strikes mee gesmeten kan worden. Stijn Meuris liet het zich al meermaals ontvallen: in een rechtvaardige wereld zou Dez Mona aan de absolute top staan. Helaas, zoals Frateur zelf antwoordde, dat is de wereld niet. Schaam U diep, o mensenras!