In 2005 verscheen het met superlatieven overladen gelijknamige debuut van Black Mountain. Een decennium later komt het label Jagjaguwar over de brug met een jubileumversie van dit schijfje waarvan ze aanvankelijk niet meer dan 3000 exemplaren verwachtten te verkopen.
Nu ja, debuut, in feite was Black Mountain het vierde album in de maak van Jerk With A Bomb en een deel van de nummers zat al in de vaste live-set van deze voorganger. Maar aangezien de band in korte tijd van een duo naar een kwintet was geëvolueerd, leek het de muzikanten niet meer dan logisch dat het project een nieuwe naam kreeg. Enter: Black Mountain, de band, en dus ook dat gelijknamige eerste exploot.
Het eeuwige probleem met een imposant eerste wapenfeit is de hoogte waarop de lat gelegd wordt en de inspanningen die je als groep later zal moeten leveren om er nogmaals overheen te raken. Als er op een bepaald moment sprake is van een schrijnend gebrek aan nieuw materiaal, en er moet contractueel een nieuwe plaat verschijnen om over de toonbanken te schuiven, dan is een anniversary edition een leuke noodoplossing. Vooral termen zoals deluxe en limited zijn hierbij doorslaggevende marketingtools. Als de obsessieve, compulsieve verzamelaar en onwetende dwaas hierdoor nog niet overtuigd zijn, dan zullen gekleurd vinyl en een glossy print hen vast wel over de rand duwen.
Black Mountain is een plaat die vooral omwille van zijn subtiliteit en originaliteit geprezen dient te worden. Het collectief onder leiding van Canadees wonderkind Stephen McBean wentelt zich in de psychedelische rockmuziek van de jaren 60 en 70 en haalt hierbij zijn inspiratie bij De Groten Der Aarde zoals Black Sabbath, Led Zeppelin en misschien zelfs Hawkwind en Rush. Daarnaast wordt er geflirt met Pink Floyd en sijpelt hier en daar de invloed van The Doors door de spleten van de achterdeur die op een kiertje staat naar modernere tijden. Via deze miniscule opening sluipt er een frisse wind doorheen de achterkeuken, de woonkamer, de trappenhal en de slaapkamers op weg naar de massieve, eiken voordeur die krampachtig dichtgehouden wordt om niet te moeten zwichten voor de hapklare, industriële popmuziek van de jaren 90 en de daarop volgende jaren van muzikale verkrotting en creatieve leegstand. En het is net dat markante randje dat hen tijdloos maakt.
De overal herkenbare stem van uitermate getalenteerde, maar sporadisch met wierookvat in de schoot en de ketting ervan om de nek over het paard getilde, multi-instrumentalist McBean getuigt van te weinig karakter om een blijvende indruk te maken. Vooral bij het ruigere werk in onder andere “Don’t Run Our Hearts Around” en “Druganaut” verzuipt zijn strot in de massa. Volgens de echte kenners, en tevens fans van het eerste uur, is hij op het achterhoofd gevallen toen hij de schofthoogte van 182 cm overschreed, want hij heeft de laatste jaren, naast de biggenroze tepeltjes van zusterproject Pink Mountaintops, niet al teveel hoge toppen meer geschoren. Tegenwoordig zou hij zich ophouden in LA en deel uitmaken van Obliterations , een oldschool hardcore punkband die met zijn gitaargeweld aardig wat schade weet aan te richten, maar al te vaak de zwarte vlag van Henry Rollins en Greg Ginn zwaait. Helaas zitten er twintig bands met meer pit in hetzelfde dozijn.
Black Mountain neemt ons voor een tweede keer mee op wandel via het geijkte pad en draait gaandeweg her en der een steen om, in de hoop er een anekdote of blauwdruk onder te vinden om toe te voegen aan het verhaal. Het avontuur begint aan de voet van de zwarte reus en eindigt met beide voeten in de sneeuw van de eenzame top met de blik op oneindig naar het onvatbare firmament gericht. Jonge padvinders kunnen er hun hart aan ophalen maar voor doorwinterde munroe baggers klinkt de histoire niet meer of minder notoir dan voorheen. De bonusinhoud biedt niet meer dan een tweede cd met daarop de Druganaut EP, een drietal demoversies van songs die op de langspeler staan en een live-versie van de immer enerverende Rollings Stones-kloon “No Satisfaction”. Enkel “It Wasn’t Arson” is er eentje die we niet meteen weten thuis te brengen. De heruitgave valt in dat opzicht te vergelijken met een klassieke whisky die, eenmaal op fles getrokken, niet beter zal worden. Want de rijping gebeurt tenslotte in het vat. En het geestrijke vocht in een nieuwe ton overgieten doet het vakmanschap geen eer aan. Integendeel, het laat zelfs een wrange afdronk na. Het is beschamend om de zelfbewuste consument hiervoor nogmaals het geld uit de zakken te willen kloppen.