Opnieuw een prikkelende double bill in de concertreeks van Sound In Motion, met deze keer een nieuw duo dat de belofte van zijn debuutalbum helemaal waarmaakte, maar eerst een merkwaardig experiment van een rietblazer die resoluut de weg van het elektroakoestische experiment ingeslagen is.
Aram Shelton trok aan het einde van de vorige eeuw naar Chicago, om er deel uit te maken van een florerende omgeving die gaandeweg een paar kleppers van de moderne jazz en improvisatie heeft opgeleverd. Hij was er actief in een scene die o.m. goed volk als Jason Adasiewicz, Josh Berman, Tim Daisy en Jason Roebke voortbracht, en speelde er een paar knappe albums bij elkaar (Arrive en There Was… kunnen we alleszins aanbevelen). Toch koos hij een tiental jaar geleden ervoor om te verhuizen naar Californië, nieuwe oorden te verkennen en zich toe te leggen op projecten die nauwer aansluiten bij de elektroakoestische muziek dan bij de jazztraditie.
Zo stond hij in Antwerpen met het soloproject Tonal Masher, waarvoor hij zijn altsaxofoon in een ongewone context plaatste door het cruciale element – het mondstuk en de ademhaling – uit het proces te verwijderen. Door het subtiele gebruik van microfoons, feedback en digitale techniek zorgt hij ervoor dat het instrument een heel nieuwe bestemming krijgt. Loop geblinddoekt de ruimte in, en het idee dat er een sax aan te pas komt, lijkt ridicuul. Het was een veertig minuten durende demonstratie van feedbackmanipulatie, ritmische complexiteit en multiphonics.
Kortom: eigenlijk wel een performance die een woordje uitleg had kunnen verdragen, want zelfs voor wie er met z’n neus op zat, bleef het een soms raadselachtige performance. Iele en zoemende feedback werd gemanipuleerd door de saxbeker slechts enkele millimeters te verschuiven voor de microfoon, terwijl bijsturing via pedalen en een touch screen de rest deed. Het klikken van de kleppen werd zo soms opeengestapeld dat het klonk als een klein percussieorkest op een minimaal pulserende massa van klanken die uit analoge synths leken te vloeien. De performance was misschien iets te lang om de spanning erin te houden, maar was uitgelezen kost voor liefhebbers van subtiele geluidsmanipulatie en klankexperiment.
Het duo Mette Rasmussen en Chris Corsano zit in het midden van een tour die hen door grote stukken van Europa voert. En als hun concert op het Rewire Festival vorige week niet helemaal tegemoet kwam aan de verwachtingen (iets waar de grillige sound van de Oud-Katholieke Kerk voor iets tussen zat), dan werden die nu moeiteloos overtroffen met een gedreven energieke set die nog maar eens het talent van Corsano benadrukte en Rasmussen introduceerde bij een publiek dat haar ongetwijfeld nog vaak aan het werk gaat willen zien. De frêle Deense bewees immers uit het goede hout gesneden te zijn, met een behoorlijk breed register en frisse stijl.
Zo ging het concert van start met een no nonsense energie die later nog hernomen zou worden. Met robuust heen-en-weergeklets en een zelfverzekerde aanpak van Rasmussen, die meteen het volle pond gaf. Ze kiest op de altsax zelden voor het echte, ononderbroken geweld, maar kan zowel in het lagere als (vooral) hogere register straffe stoten laten horen, vaak met een aaneenschakeling van repetitieve momenten. Maar vooral: het duo voelde elkaar duidelijk goed aan, werkte echt samen aan een knoert van een dynamiek, geruggensteund door de fantastische akoestiek van de ruimte. In het tweede stuk, dat van start ging met tongue slapping en schrapende percussie werd die samenhang ook nog eens benadrukt, het leek wel alsof het duo in minder dan twee weken een paar stappen in zijn evolutie overgeslagen had.
Ook nu kwamen er een paar improvisaties aan te pas waarvoor Corsano een van zijn vreemde speeltjes bovenhaalde, een soort geknutseld blaasinstrument waarmee hij iele klanken blies op het snare-vel, wat wonderwel samenging met de schrille uitschieters en gemanipuleerde klanken van Rasmussen, die de saxbeker vulde of bedekte met allerhande prullaria. Avontuurlijk en speels, maar niet gratuit, want de muzikale spanningsboog bleef gespannen en belandde zelfs in een bijna euforische finale. Met het slotstuk werd teruggekeerd door de directe aanpak van de opener, met bluesy geblaas van Rasmussen en een strakke, rollende ondergrond van de drummer. Het was intens gieren en pieken en een plezier om de saxofoniste gedreven heen en weer te zien buigen.
De korte set (een krappe drie kwartier) zorgde even voor verwarring bij het publiek, dat eerst leek te denken dat de eerste set voorbij was, maar vervolgens enthousiast om een bonus vroeg, en beloond werd met een knallende, kokende extraatje. Dit duo kan duidelijk nog alle kanten uit en voor Rasmussen was het een visitekaartje dat nog veel moois belooft.
Het duo speelt vanavond nog in Les Ateliers Claus (met Decoy & Joe McPhee) en zondag tijdens Ultra Eczema’s Strafstudie in de Vooruit.