De trilogie Zoo werd gebundeld in een integrale editie. Meteen een mooie gelegenheid om deze klassieker nog eens tegen het licht te houden. Weerstaat Zoo de tand des tijds?
Normandië aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog. Célestin is dokter en heeft thuis een enorme dierentuin. Samen met zijn aangenomen dochter Manon en beeldhouwer Buggy woont hij op het enorme domein tussen de meest exotische dieren. Wanneer een familie zigeuners arriveert, blijken die een arme vrouw uit het verre Siberië mee te brengen. Deze vrouw heet Anna en ze draagt een verschrikkelijk geheim mee. Zo werd haar neus door haar dorpsgenoten stukgeslagen. De neus staat in haar animistische cultuur symbool voor de ziel. Door deze aanslag is Anna een mens zonder ziel geworden, verworpen door haar gemeenschapsgenoten. Célestin neemt Anna meteen op in het gezin. Door de warmte van de mensen en de dieren bloeit Anna weer open. Ze ontdekt schoonheid en vriendschap. Elk op hun eigen manier dragen de drie dierentuinbeheerders een grote passie in zich. Manon is nog een opgroeiend kind dat moeilijk veranderingen kan aanvaarden, Buggy leeft voor zijn beeldhouwwerken en Célestin is de goedheid zelve; hij die voor iedereen goed wil doen. Gaandeweg komt de Eerste Wereldoorlog in zicht en wordt Célestin opgeroepen om als dokter te gaan dienen aan het front. De anderen blijven verweesd achter. Wanneer Célestin vermist wordt, gaat Anna op zoek naar hem.
Zoo is zonder twijfel het magnum opus van tekenaar Frank Pé. Hij leerde voor deze reeks, die oorspronkelijk in drie losse delen verscheen, een heel nieuwe stijl aan die toch wel ver af stond van wat hij voordien in Ragebol deed. Zijn bedreven, maar redelijk klassieke stijl schroefde hij op tot een zwierige en persoonlijke stijl waarin hij alle emotie en nuance kwijt kon die het verhaal over de dierentuin nodig had. Aan het eerste deel, dat in 1994 verscheen, werkte Frank ruim vijf jaar. De reacties van pers en publiek waren unaniem lovend. Van het etiket ‘verdienstelijk’, werd Frank Pé plots een grootmeester van het hedendaagse stripverhaal. Het tweede deel verscheen in 1999 en ook toen was er enkel lof. Het slot van het drieluik verscheen ten slotte pas in 2008. In totaal werkten Frank en Bonifay bijna twintig jaar aan Zoo. Hierdoor zie je zeker in de tekeningen een duidelijke evolutie doorheen de jaren. De kwaliteit blijft wel consequent hoog.
Zoo wordt bijna uitsluitend geroemd als het meesterwerk van de tekenaar. Daarbij blijft scenarist Philippe Bonifay steeds wat op de achtergrond. Toch heeft het scenario ook zijn verdiensten. Het is wel Frank die het uittilt boven de middenmaat, maar de combinatie van een dierentuin in een ongewone setting en de groeiende dreiging van een aankomende oorlog werkt ook bijzonder goed. Bij het herlezen van deze integrale uitgave valt wel op dat het evenwicht tussen de drie delen soms wat zoek is. Het tweede deel lijkt erg op een lang uitgesponnen intermezzo tussen de aanzet van deel één en de climax die in het slotdeel volgt. Toch blijft Zoo één van de meesterwerken uit de collectie Vrije Vlucht. Het heeft de kracht en de emotie van een reeks als Samber van Yslaire, maar combineert dit met momenten van sereniteit en stilte. Net die afwisseling draagt bij aan de tijdloze kracht van dit verhaal.