“Het is beter te falen in originaliteit dan succes te boeken met imitatie.” Wijze woorden van Moby Dick-auteur Herman Melville die ook opgaan voor Big Eyes-kunstenares Margaret Keane, maar vooral voor haar ex-echtgenoot Walter. Margaret was (en is) een Amerikaanse artieste die zichzelf via haar eigenzinnige stijl (schilderijen van kleine kinderen en vrouwen met grote ogen) op de kaart zette in de kunstwereld van de jaren zestig. Maar eigenlijk was het Walter Keane die haar lanceerde, en dan meteen ook maar met alle eer ging lopen door de werken zélf te signeren. Dat Tim Burton (Edward Scissorhands, Big Fish) haar werk wel kon smaken (en Margaret ook vroeg om een portret voor zijn toenmalige vriendin Lisa Marie) verbaast ons niet. Dat hij er een film over maakt eigenlijk ook niet. Maar dat Big Eyes is uitgegroeid tot een atypische Burton-film (waar is Johnny Depp?), daar kijken we dan weer wel van op.
Margaret (Amy Adams) – toen nog Mrs. Ulbrich – verhuist met haar dochter van de pastelkleurige suburbs naar San Francisco in de bekrompen jaren vijftig: het decennium dat vrouwen geen eigen bankrekening of carrière toeliet en waarin seksisme de plak zwaaide. Margaret werkt in een meubelfabriek waar ze elke dag een ledikant mag beschilderen en in haar vrije tijd staat ze op kunstmarktjes. Daar probeert ze haar kitscherige en expressionistische schilderijen van kleine kinderen met grote ogen van de hand te doen. Verrassend en gedurfd in een periode waarin de eenvoudige gekleurde vlakken van het abstract expressionisme van Rothko en Pollock furore maakten in Amerika. En misschien ook wel een beetje naïef. Margaret maakt kennis met Walter Keane (Christopher Waltz), die op het eerste zicht charmant lijkt met zijn Gene Kelly-achtige stijl, zijn praatjes over kunst en zijn verblijf in Parijs. Toch is het al snel duidelijk dat Walter andere plannen heeft met Margaret en verandert hij zienderogen in een machtsgeile schoft die gaat lopen met alle eer van Margarets werk, dat uiteindelijk tot een echte rage uitgroeit.
Dat Burton een film kan maken die niet volstrekt stoelt op Johnny Depp, Helena Bonham-Carter en een overdosis CGI bewees hij al eerder met bijvoorbeeld Big Fish uit 2003. Het is dan ook een verademing om in deze film eens een andere cast aan het werk te zien. Margaret Keane wordt geportretteerd door een doodbrave Amy Adams en de film focust vooral op de emancipatorische ontwikkeling die de excentrieke kunstenares doormaakt voor ze zich voorgoed lostrekt van haar volslagen gestoorde partner. We maken kennis met Margaret en haar dochter op het moment dat ze iets doet dat niet veel vrouwen in die periode haar hadden voorgedaan: ze scheidt van haar eerste echtgenoot. Dat moment zet meteen de toon voor de rest van de film: hoe naïef Margaret ook lijkt, ze is een ruwe bolster die uiteindelijk altijd voor zichzelf en haar kind zal kiezen.
Amy Adams vormt de statische kracht in Big Eyes en slaagt erin om op een ingetogen manier een grote vrouwenrol op poten te zetten. De beste scènes uit de film zijn zonder twijfel de passages die rond Margaret draaien en waarin haar brutale echtgenoot nergens te bespeuren valt. Gelukkig, want Christoph Waltz overdrijft zo hard met zijn vertolking van Walter Keane dat het ongeloofwaardig wordt. Toch kunnen we hem het eigenlijk niet kwalijk nemen, want de échte Margaret Keane vond dat Waltz niet genoeg overdreef en dat ex-manlief nog grotesker was in zijn gebaren en tirades. Alle respect voor Margaret Keane dat ze het zolang met hem heeft kunnen uithouden, maar wij draaiden na negentig minuten toch een beetje door. Het is meteen ook de reden waarom Big Eyes een zeven toegeschreven krijgt in plaats van een acht.
Een ander argument voor die zeven is misschien het feit dat Burton zichzelf beperkt tot de bewonderenswaardige evolutie van brave huisvrouw gedomineerd door een man die misbruik van haar maakt in de patriarchale kunstwereld van de fifties. Toegegeven: bewonderenswaardig, alleen jammer dat het debat over kunstkritiek en populaire kunst versus canonieke kunst achterwege wordt gelaten, ook al heft Burton halverwege plagerig de sluier van dat vraagstuk op. Margaret Keane’s werk behoort misschien wel tot de categorie van de verworven smaak, maar het leidt wel tot een heuse beweging die bijna niemand onbewogen laat. Toch is er een handvol critici van mening dat in een periode van less is more de overdaad van Keane niet meer aan de orde is.
De film is esthetisch prachtig, en op sommige momenten is het onmogelijk om niet met volle teugen van Big Eyes te genieten. Je trekt grote ogen van de prachtige beelden, verzorgd door niemand minder dan Bruno Delbonnel (Le fabuleux destin d’Amélie Poulain), die eerder ook al Dark Shadows voor Burton hielp inblikken. Ook fijn zijn de knipogen naar de moderne kunst via de Campbell soepblikken die in de plaatselijke supermarkt uitgestald staan naast Keane’s merchandise en verwijzen naar Andy Warhol’s pop art. Burtonfans worden niet helemaal in de steek gelaten, want er zijn wel nog steeds een paar typisch Burtoniaanse elementen waarmee hij alsnog zijn stempel op het werk drukt. Neem nu DeeAnn, de beste vriendin van Margaret (gespeeld door Krysten Ritter, gezien in Breaking Bad): aansluitende donkergroene en zwarte jurken, gitzwart haar en dramatische eyeliner. Een echt Burtontype, en daarmee zou ze zou wel eens de opvolgster van Helena Bonham-Carter kunnen worden.
Amy Adams blijft volgzaam en gedwee in haar rol van Margaret Keane, en eigenlijk wilden we meer aspecten zien van haar personage. Toch is het misschien maar goed dat we geen voyeuristische blik in haar hersenpan krijgen, zodat het concept van de mysterieuze kunstenares intact blijft. Burton’s tweede biopic (hij bracht eerder al Ed Wood uit, over de gelijknamige cultfilmmaker) is nuchterder dan de rest van zijn palmares, en dat is best verfrissend. Het hoeft niet altijd grotesk, buitensporig en theatraal te zijn (al balanceert de acteerprestatie van Waltz wel op het randje daarvan). Big Eyes is een prima feministische crowd pleaser met het hart op de juiste plaats, en dat is altijd welkom.