Met El Mesias is zopas een van de eerste must reads van het jaar verschenen. Verantwoordelijken voor de kroniek, die zich afspeelt tegen de achtergrond van de gevolgen van de economische crisis in Spanje, zijn de Brusselse tekenaar Wauter Mannaert en scenarist Mark Bellido, die zelf heel vertrouwd blijkt met de socio-economische situatie waarover het boek vertelt.
enola: Een logische openingsvraag is dan: hoe komt het dat jullie samen dit boek gemaakt hebben?
Wauter Mannaert: “Dankzij Judith Van Istendael. We werken in hetzelfde atelier en nadat Judith een voettocht naar Santiago de Compostella had gemaakt, kwam ze naar mij: ‘Ik heb iets voor u! Ik heb iets voor u!’. Onderweg was ze Mark tegengekomen. Kort nadien kwam hij naar België om samen met Judith aan een verhaal te werken rond zijn verleden als bodyguard in Baskenland en ben ik met Mark aan El Mesias begonnen, dat er nu is. El Salto, het werk van Judith en Mark, verschijnt weldra. Mark heeft trouwens nog veel verhalen in zijn hoofd, dus misschien doen we nog wel eens iets samen.”
Mark Bellido: “Voor mij was het een carrièreswitch. Ik was als bodyguard gaan werken omdat ik er een boek over wou schrijven. Bijna een undercoveroperatie, ja. Al was het werk zelf niet bepaald tof. Ik heb gaandeweg zowat alles verloren: mijn identiteit, mijn leven, mijn huwelijk, familie. Maar dat is een ander verhaal.” (lachje)
enola: Hoe kies je de scenaristen waar je mee samenwerkt?br>
Mannaert: “Het eerste boek is een beetje per ongeluk ontstaan. Op dat ogenblik was ik aan het rondkijken, op zoek naar korte verhalen. Ik wou met het medium strip experimenteren. Een vriend van me volgde de opleiding scenario en liet me weten dat hij een idee had voor een langer verhaal. Oorspronkelijk zou het 50 pagina’s zijn, dat zijn er uiteindelijk 100 geworden. (Ondergrond, op scenario van Pierre De Jaeger, jvb) Sinds dat moment ben ik constant aan het rondkijken, met mensen aan het praten over ideeën. Ik hou ervan om samen te werken: er gaat een heel universum open, je zit niet vast in je eigen ideeën of je eigen wereld.”
enola: Het verhaal is vermoedelijk niet afgerond wanneer je er mee aan de slag gaat?
Mannaert: “Mark heeft me in dit geval een eerste script bezorgd. Dat was bijna een boek. Dat heb ik grafisch vertaald, door een decoupage te maken, waarna we pingpong spelen: Werkt dit? Gaat dat? Is het duidelijk? Wat niet?”
“Tijdens het maken leefde Mark als activist in Spanje, in een situatie vergelijkbaar met wat in het boek beschreven wordt. Veel inspiratie kwam daaruit. Mark was steeds dingen aan het veranderen, nieuwe zaken aan het toevoegen, waardoor het schrijven een heel actief proces werd.”
Bellido: “Het hoofdidee lag vast, maar de karakters en evenementen kwamen er gaandeweg bij.”
Mannaert: “We hadden het geluk dat veel dingen die we verzonnen, niet veel later ook echt gebeurden. Het was een beetje voorspellend werken.”
Bellido: (droog) “It was crazy sometimes.”
enola: Marinaleda, waar het verhaal zich afspeelt bestaat écht. Net zoals de burgemeester en de vastgoedman die aan bod komen. In hoeverre is het boek fictie?
Bellido: “In het geval van de burgemeester is zowat alles realiteit, toch wat betreft het publieke leven.”
enola: Hij is heel idealistisch, maar na een tijdje broeit er toch een opstand tegen deze opstandeling.
Mannaert: “Er is een hele kleine oppositie in Marinaleda, maar ze wordt onderdrukt.”
enola: Daarom loopt het in deze utopie ook mis.
Mannaert: “Het eerste manuscript van het boek was een pamflet.”
Bellido: “Klopt.”
Mannaert: “Maar door ter plaatse te observeren, werd het een dieper verhaal, door met beide kanten te praten. Zo krijg je in het boek niet enkel het rooskleurige, idealistische succesverhaal.”
Bellido: “Je merkte dat ter plaatse, als je er woonde: wanneer je iets anders zei, was je een contrarevolutionair. Dat is nogal stresserend.”
enola: En maakt het ergens triest: dan is er eindelijk een alternatief, blijkt ook dat een donkere kant te hebben.
Mannaert: “Ik denk wel dat we een deur geopend hebben aan het einde van het boek. We tonen beide kanten en concluderen dat er nog een weg af te leggen is. Als je kijkt naar het burgerprotest, ook hier in België, dan is dat de weg om te bewandelen. Je ziet dat het kan veranderen.”
Bellido: “Als anarchist denk ik dat het probleem van Marinaleda en soortgelijke experimenten bij het karakter van de leider liggen. Hij heeft al de macht. Hij controleert alles. Al wat je kan of wil doen, moest langs hem passeren. Uiteindelijk is dat een ziek ding.”
enola: Op het vlak van de tekeningen is een flinke evolutie merkbaar tegenover Ondergronds.
Mannaert: “Ik hoop het, als je in twee of drie jaar niet kan verbeteren… Toen ik met dit boek startte, had ik niet het gevoel dat mijn stijl vastlag. Ik heb geprobeerd om consequent te werken, maar gaandeweg maak je vooruitgang en die wil je uiteraard niet stoppen. Toen ik aan het einde was, moest ik dus terugkeren naar het begin en enkele zaken veranderen. Zo kan je natuurlijk tot in het oneindige doorgaan, dus uiteindelijk ben ik gestopt. En ik ben behoorlijk blij met het boek zoals het nu is.”
enola: Waarom is het opnieuw in zwart-wit? De kleurentekening op de cover is prachtig.
Mannaert: “Die vraag krijg ik zo nu en dan. Ik weet niet of het klopt, maar mijn idee is dat het meer werk is om het in kleur te doen. Bovendien vind ik dat de zwartwittekeningen passen bij het boek.”
enola: Voor je volgend boek is zwart-wit een even onvermijdelijke als gepaste keuze: dat draait rond Weegee, een icoon van de zwart-witfotografie.
Mannaert: “Dat wordt echt zwart en wit, zonder grijs ertussen. Net zoals bij Weegee, met zijn harde flitslicht. Hoe het idee ontstaan is iets rond hem te doen? Sinds ik student was, heb ik een grote fascinatie voor Weegee. In het atelier dat ik deel met andere tekenaars, was iemand aan een verhaal over Weegee aan het werken. Oorspronkelijk was hij het verhaal voor iemand anders aan het schrijven, maar toen die afhaakte, kwam het bij mij terecht.”
Dat boek zal ook in het buitenland verschijnen. Je wilt internationaal gaan?
Mannaert: “Dat is een noodzaak. Ik denk dat dit boek al het potentieel heeft om dat te doen: het is een ambitieus, dik boek. Het is ook behoorlijk politiek, dus ik vermoed dat een aantal uitgevers het definitieve resultaat wilden afwachten alvorens een beslissing te nemen. Momenteel zijn er gesprekken gaande en ik heb er vertrouwen in. Ik zou ontgoocheld zijn als het niet gebeurde.”
enola: Uit een klein land breken, is niet makkelijk.
Mannaert: “Het is hard. Wat je moet doen, als tekenaar, is naar Frankrijk gaan. Maar daar is een crisis gaande in de stripwereld. Er is té veel talent, er wordt té veel gepubliceerd.”
Bellido: “Ik wil ook graag blijven schrijven. Als ik schrijf, denk ik in beelden. In mijn kindertijd tekende ik ook strips.”
Mannaert: “Hij heeft twee prijzen gewonnen.”
Bellido: “Op mijn tiende. (lacht) Tekenen doe ik nu niet meer.”
Mannaert: “Wat hij doet, is twee jaar over mijn schouder meekijken en wijselijk beslissen om niet te tekenen. Ik probeer hem aan te moedigen kortverhalen te schrijven. Maar 100 pagina’s volstaan dan. (lacht).
Tot 19 april loopt in het Belgisch Stripcentrum een expo rond El Mesias.