Niet aan twijfelen, rockminnende dudes en dudettes, Danko Jones houdt powerrock springlevend. Al komen vroegere tijden nooit meer terug. De band heeft er weer goesting in, dat wel, maar het klinkt toch allemaal iets minder vlijmend en iets meer inwisselbaar.
De spil van het Canadese rockensemble is nog steeds podiumbeest en fulltime sympathiekerd Danko Jones en bassist John ‘JC’ Calabrese — toch al bijna twintig jaar ’s werelds rockpodia teisterend, en met hun zevende drummer, deze keer een zekere Rich Knox, zijn ze aan evenveel studioplaten toe.
Het nieuwe exploot van het trio bulkt en blaakt van energie, daar niet van, en is gelukkig minder slapjes dan het laatste wapenfeit Rock And Roll Is Black And Blue. Vooraan zitten een paar opduvels en wervelwinden als “The Twisting Knife” en “Body Bags”, geen tijd voor wissewasjes die de boel alleen maar ophouden dus, maar enkele van die rauwdouwers worden vaak ontsierd door gemakzuchtige whoawhoawhoawhoa’s en heyheyhey’s.
De band neemt in het middenstuk met nummers als “Do You Wanna Rock” en “Getting Into Drugs” wat gas terug, om dan weer vooruit te sjezen met behulp van het opgefokte, banjoachtige ritme van “Watch You Slide” en “Piranha”, de beste track: een vinnige schedelsplijter van een song over een fout wijf, maar tekstueel uiteraard niet zo diepzinnig als dat lied van de veel te vroeg van ons heengegane Bard van Wippelgem, met in de titel hetzelfde bijtgrage visje.
Want er wordt alweer niet uit Sein und Zeit geciteerd. “I smoked a joint for the very first time last night / it tasted great and I had me some wine / The walls kept shaking and the girls looked all right / The world was beautiful and people were nice”, dat is zowat de moeilijkheidsgraad van de songteksten. Luchthartige pensées over afgang en triomf in de liefde, aangevuld met tongue-in-cheek humor, ze zijn bij Jones ook hier nooit van de lucht.
Fire Music is alweer een samenraapsel van stevige rock en blues, deze keer geïnjecteerd met een flinke portie garagepunk van een band die zijn immense liefde voor Kiss, AC/DC, The Cult, The Misfits of Mötley Crüe maar al te graag tentoonspreidt. Helaas hoort de kritische luisteraar soms iets te vaak doorslagjes van vroegere, mindere songs, de riffs klinken al eens wat afgematter en dat durft al eens in krachteloos materiaal (het bluesy “I Will Break Your Heart”) te resulteren. Echt, echt spannende tracks — en dat is geen publiek geheim — wist Danko Jones nog te vervaardigen op de eerste platen Born A Lion en We Sweat Blood en ja, zelfs op Below The Belt (bewijs: de volmaakte rocksong “I Think Bad Thoughts”) van vijf jaar geleden.
Dat kan echter het drietal niet kwalijk genomen worden, Fire Music is Danko Jones ten voeten uit: we zouden neerbuigend kunnen doen over de relevantie van die soort muziek, maar we horen bij diens alfamannenrock nog steeds vakmanschap en welgemeende geestdrift. Fire Music wekt hier en daar een steekvlam op, maar pakt door de band genomen uit met te weinig branie en iets te matige songs om echt tha house in lichterlaaie te zetten.
In tijden van mohammedaanse moordmachines zoals IS en Boko Haram, tijden ook waarin onze overheden de sterkste schouders ontzien om daarna de zwakkeren uit te kleden, heeft een teerhartig mens troost nodig. Die zal Danko Jones u niet bieden — u zult zich weer eens tot de nieuwe Napalm Death, Symphony of Sorrowful Songs van Henryk Górecki of de lectuur van Schopenhauers De wereld een hel moeten wenden — want de band uit Toronto trekt van oudsher volop de kaart van de escapistische rock. Ideaal om er uw zomers bbq-feestje mee op te leuken, dat wel.