In het verleden verzandde Archives eigenzinnige mengeling van elektronica en progrock wel eens in overdaad: de repetitieve patronen en buitenaardse ritmiek zorgden af en toe voor een teveel van het spreekwoordelijk goede. Op hun tiende plaat Restriction weet het Londense collectief die valkuil te omzeilen dankzij de veelzijdigheid en onderlinge verscheidenheid van hun songs.
Het is altijd al een moeilijke klus geweest om het geluid van Archive te definiëren. Zeker in de begindagen waren er duidelijke invloeden van triphop, die geleidelijk aan echter moesten wijken voor meer progressieve ritmesecties en ijlere Pink-Floydarrangementen. Die ongrijpbare sound is zeker voor een deel te wijten aan de vaak wisselende bezetting van de band achter spilfiguren Danny Griffiths en Darius Keeler. Voor de vrouwelijke toets kunnen de heren sinds 2006 rekenen op de diensten van zangeres Maria Q, hoewel zij lang niet de enige vocalist van het collectief is: mede dankzij de stemmen van Pollard Berrier en Dave Pen klinkt het geheel behoorlijk unisex. Zo ook op Restriction, een album dat blijk geeft van een erg breed klankenpallet.
Als u de vooruitgeschoven single “Black & Blue” hoort, of de donkere radiopop van “End of Our Days”, vraagt u zich ongetwijfeld af hoe het mogelijk is dat de Britse groep in eigen land nog altijd zo weinig succes oogst, en dat ze bovendien ook op het Europese vasteland nog grotendeels onder de radar opereert. We beginnen dat al iets beter te begrijpen na “Greater Goodbye”, waarin een makkelijk in het gehoor liggende melodie onherroepelijk wordt begraven onder een reeks tegendraadse bliepjes en een weerspannig tokkelende gitaar, terwijl de slagzin “Nothing could be greater” als een mantra door de boxen schalt. Toegankelijk is het niet echt, boeiend des te meer. Hetzelfde geldt voor de snerpende industrialdrums van “Ride In Squares”, een minimalistisch maar uitermate opzwepend nummer dat nauwelijks had misstaan op Andy Stotts geweldige album Faith In Strangers. “Third Quarter Storm” begint dan weer als een Radiohead-ballad maar wordt na drie minuten doorkruist door een overstuurde synth die de luisteraar met beide voeten op de grond zet, om vervolgens opnieuw een zalvende piano toe te laten. En dan hebben we het nog niet gehad over de op een punkleest geschoeide ritmesectie van “Ladders” of de Britpopgitaren die plots in “Feel It” opduiken.
De individuele kracht van de nummers op Restriction is volgens de groep zo groot dat Keeler er oorspronkelijk van droomde om elke track apart als single uit te brengen. De vraag rijst dan of die veelzijdigheid niet ten koste van de samenhang gaat. Toch niet: de niet te vatten sound vormt juist het handelsmerk van Archive, en de aaneenschakeling van songs op Restriction zorgt nergens voor een stijlbreuk. Neen, het is de jakkerende ritmiek die de nummers bindt, en die hier ironisch genoeg ook wordt ontmaskerd als Archives voornaamste beperking: hun neiging om berekend te klinken. Zelfs wanneer de gitaren tijdens het eerder genoemde “Feel It” even mogen razen, zuchten ze onder het juk van de ritmesectie. Hoewel Griffiths en Keeler klaarblijkelijk openstaan voor een veelheid aan muziekstijlen, is het begrip los gehen hen enigszins vreemd: steeds blijft het beschaafd, soms zelfs een ietsje braaf. Dat maakt Restriction tot een plaat die, bijvoorbeeld tijdens “Kid Corner” en “Crushed”, redelijk afstandelijk klinkt en waarvoor de doorsnee luisteraar zeker niet onmiddellijk zal warmlopen. Tegelijkertijd bevat de koele mathematiek ook iets tijdloos, zodat het album zijn frisheid lang weet vast te houden.
Horen is geloven bij Archive. Het zeer diverse geluid van hun tiende album valt zo moeilijk te omschrijven dat we u alleen maar kunnen aanraden om het zelf te ondergaan. Mocht u er niet meteen aan verknocht raken, dan zult u niettemin beseffen dat dit het werk is van een unieke groep die grenzen doet vervagen. En dat hun eigen geluid finaal toch ook op bepaalde (ritmische) grenzen stoot, zult u erbij moeten nemen.