Ging het Gentse El Negocito-label aanvankelijk nog gezapig van start met een paar releases per jaar en een zestal in 2012, dan werd onlangs een versnelling of twee hoger geschakeld. Het voorbije half jaar alleen al verschenen een stuk of tien albums. Daarbij valt ook op dat het label heel wat eigen teelt kan oogsten, zoals het geval is met deze twee trio’s.
BackBack – III
Het ronkende trio BackBack was er al vroeg bij. Hun tweede album Backo was een van de eerste releases op het label en bracht toen al die aanstekelijke mix van elastische jazz en gespierde rock waar de band zich nog altijd van bedient. Gitarist Filip Wauters (Arno, The Whodads, Scoreman,…), baritonsaxofonist Marc de Maeseneer (Lady Linn, Admiral Freebee, ook The Whodads) en drummer Giovanni Barcello (Moker, Charles Gayle Trio, Jeroen Van Herzeele,…) verkennen nog altijd de zone tussen broeierige noir en zweterige sax-‘n-roll, met veelal compacte, franjeloze songs.
De sound van het album is opmerkelijk. Voor de opnames, die plaatsvonden in de eigen repetitieruimte, werd gekozen voor een zeer sobere benadering waardoor III klinkt alsof er maar een paar microfoons werden gebruikt. Het geheel is een ongepolijste bedoening geworden met een uitgesproken lo-fi-karakter. Het is even wennen, maar vermoedelijk geen slechte beslissing, want het benadrukt vooral de groepssound en heeft niet dat compleet opgepompte van veel vergelijkbare bands.
Vanaf opener “Joe” wordt de klassieke BackBack-sound meteen rechttoe-rechtaan uit de doeken gedaan. De vinnige, snijdende, in surf twang sudderende gitaarpartijen van Wauters (die altijd met één been in een spaghettiwestern staat), de langgerekte uithalen van de Maeseneer en het rollende, vrije drumwerk van Barcella. Het is kaal, rafelig en vaak filmisch of met een geslepen zwacht/wit-sfeertje. Double Indemnity op z’n Vlaams. “Heat” is met z’n gitaarlagen en opgejutte tempo daarentegen iets voor een flikkenserie uit de 70’s en gaat het statig drijvende “Tautavel” vooraf. In dit nummer voegt pianist Christian Mendoza wat franjes toe, wat resulteert in een slepend breedbeeldeffect.
“Stoepestraat” laat dan weer horen hoe er regelmatig ook heen en weer geflipt wordt tussen hechte passages en vrije ontsporingen, terwijl “Anneke” ter plaatse blijft trappelen in een droomwaas. Best mooi, al komt er misschien net iets te weinig beweging in en blijft het nummer iets te nadrukkelijk hangen in een sfeertje. “128” zweeft daarna in psychedelische dampen, terwijl het samenspel van Wauters en de Maeseneer in “Rumble” iets heeft van het tweespan Hidalgo/Berlin in Los Lobos.
Kortom, goede referenties, al is er toch ook het besef dat BackBack vooral een live band is. Sommige van de ontsporende momenten voelen wat te vrijblijvend aan en de plaat bevat misschien een paar vreemde keuzes, zoals het wat abrupt afgeronde “Stoepestraat” en de wat eigenaardige afsluiter “Outro” die weinig uitstaans heeft met het voorgaande. Kleine opmerkingen, geen problemen die beslag leggen op het album. III is een prima plaat. Koop ‘m op vinyl, zeker met zo’n hoesfoto.
BackBack speelt woensdag 28/1 in de Hot Club de Gand. Aanrader!
Gentrifuge – Gentrifuge
Ook uit Gent, maar iets jonger: Gentrifuge, een trio (Johan De Pue op gitaar, Mattias Geernaert op contrabas en Antoon Kindekens) dat jazz en eerder subtiele invloeden uit rock/pop combineert. Dat zorgt ervoor dat een groot deel van de debuutplaat (ook hier met knap artwork) verrassend toegankelijk is zonder daarom ‘poppy’ of een flauw ‘vlees noch vis’-geval te zijn. Het is melodieus, neigt soms dichter naar de rock- dan de jazzclub, maar heeft daar geen goedkope trucs voor nodig. Hier en daar loert een band als Dans Dans om de hoek, maar bij Gentrifuge blijft het voorlopig iets meer gladgestreken en worden de songs nog niet in die mate uit elkaar getrokken.
Er zit zeker wat talent verzameld in de band, wat er vermoedelijk ook toe leidde dat het label samen met Gent Jazz en Jazz Middelheim een crowdfunding project opzette. Voor de voorstelling van het album trokken de drie ook al naar Londen voor een drietal concerten, terwijl deze lente een trip naar New Orleans gepland staat. Klaar om de wereld in te trekken en dan verbaast het natuurlijk niet dat muzikale wereldreiziger Nathan Daems ook klaar stond om hand- en spandiensten te verrichten.
Daems (op tenorsax) is erbij in de opener “Op De Brug”, dat het album warm en lyrisch op gang brengt. Er zit geen haast achter en het is opvallend kale en ongekunstelde muziek, bijna onderontwikkeld, maar het werkt wel. Daems’ sax verhoogt beetje bij beetje de temperatuur, de drie van Gentrifuge volgen hetzelfde toerental. Aan de kook geraakt het nooit, maar in combinatie met Kindekens’ ruisende cimbalen en het gloeiende snarenwerk leidt het wel tot een mooi smeulend geheel. In “Sauce Andalouse”, opnieuw met Daems, krijgt dat vaagweg een exotisch tintje door de omfloerste melodieën en de klank van de zachtjes sputterende en jammerende sax.
In “Out Of The Box” wordt dan weer dichter aangeleund bij Dans Dans. Minder stekelig, maar wel voorzichtig broeierig, met een vergelijkbare filmische weidsheid en meewarige intrige. Het wat stijve “Intro – Outro” zit plotsklaps wat vreemd in het midden van de plaat en doet even vermoeden dat de band vroegtijdig zonder ideeën viel. Het nummer wordt wel knap opgevolgd door “Synesthesia”, dat openvouwt als een rudimentaire, maar efficiënte groove met een repetitieve soulfunkinslag. Leep dansbaar en aanstekelijk. Had best vaker mogen gebeuren, want nu voelt een beetje aan als een eenmalig experimentje. De afsluiter “Is It More Green [Desert Take]” voegt ten slotte een rootsy randje toe aan het album.
Hier en daar krijg je het gevoel dat Gentrifuge nog niet helemaal beland is waar de band kan belanden. De muzikanten hebben overduidelijk de technische bagage en het open vizier om een vanzelfsprekende mix van jazz en die indie-invloeden te bewerkstelligen, maar dat gebeurt nog wat (te) aarzelend. Je voelt echter dat het potentieel wel erg dicht tegen het oppervlak schuurt, klaar om volledig open te barsten. Als debuut kan dit tellen, maar als de muzikanten hun sterktes nog iets meer en assertiever uitspelen, gaan we zeker nog veel meer knappe dingen te horen krijgen.