De hele maand januari blikt enola.be vooruit op het jaar dat komt. In Tips voor 2015 laten we enkele van de meest belovende artiesten aan het woord. Hou ze in de gaten en onthoud waar u voor het eerst over hen las.
Het podium van de Rock Rally haalden ze vorig jaar niet, maar met “God Only Knows” — géén cover — maakten ze misschien wel de mooiste single van alle finalisten van die wedstrijd. In februari volgt een tweede schot voor de boeg, het najaar brengt meer. U zult dit jaar niet naast Byron Bay kunnen luisteren.
Maar het begon natuurlijk met die valse noot, op een zucht van die finale. Het groepje dat zich Mocking Jay noemde, verdween van de line-up. In de plaats kwam Byron Bay, want “Mocking Jay” was door de studio achter de Hunger Games-films gedeponeerd als titel van hun laatste trilogie. “Op die manier konden we al zeker geen merchandise verkopen, en zelfs muziek uitbrengen had een probleem kunnen zijn. Voor een band is dat catastrofaal”, zucht frontman Tom Verstappen negen maanden later nog steeds. “We hadden al aardig wat gespeeld onder die naam, dus het was allesbehalve prettig om dan plots te horen te krijgen dat je die moet veranderen. Bovendien hadden we maar twee dagen om een nieuwe naam te kiezen omdat de finale van de Rock Rally eraan kwam. Achteraf is het nog een heel moeilijke oefening geweest om de naam op Facebook te laten wijzigen maar na een maand van eindeloos mailen en aandringen hebben ze de naam dan toch gewijzigd. Byron Bay is overigens een plek in New South Wales, Australië: een idyllisch kuststadje met een unieke vibe, waar iedereen blootvoets met een surfboard onder de arm rondloopt. Onze pianist heeft er de tijd van zijn leven beleefd, en het klonk ook goed.”
Wie Byron Bay aan het werk hoort, heeft moeite om te geloven dat dit jongens van bij ons zijn. Hun meerstemmige folk ademt de sfeer van de Appalachen uit, doet denken aan het beste van The Band. Het moet iets genetisch zijn, want de liefde voor pure singer-songwriting kwam via de paplepel. “Als kind luisterde ik veel naar de platen van Jackson Brown, James Taylor, Randy Newman, Lowell George… artiesten waar mijn ouders gek op waren. Je voelt dat ze hun nummers heel ambachtelijk schreven, en daar hou ik van.”
Geen wonder dus dat de jonge Tom Verstappen op zijn eentje songs begon te schrijven. Een echte band volgde al snel. “David Maes, onze pianist, is een goede vriend. Hij bracht Dries Lybaert mee, een gitarist die hij kende en met wie het al snel goed klikte. Voor we het wisten, waren we een trio en gingen we op zoek naar een drummer die we al snel vonden. Ondertussen waren we echter al aan de slag gegaan met voorgeprogrammeerde drumloops, en zo sloop er een elektronisch kantje in onze muziek. We werden verliefd op de clash tussen de elektronische en de organische elementen, en dat kantje is in onze muziek gebleven, zelfs al moeten we nog veel verkennen. We leren nog elke dag bij op dat vlak.”
Jeugdige onwetendheid
Ondertussen heeft single “God Only Knows” er al een aardige radiocarrière op zitten. Enkele weken Afrekening, aandacht op Radio 1… Was het toch niet een licht hovaardige gok om na die monumentale klassieker van The Beach Boys ook die titel te willen claimen? De songsmid bloost. “Toen ik dat nummer schreef, kende ik die song van Brian Wilson niet eens. Je kunt het dus eerder toeschrijven aan jeugdige onwetendheid. Maar ik heb nooit overwogen om de titel aan te passen, want die klopt gewoon voor dat nummer.”
Midden februari mogen we de opvolger verwachten met “Run For Gold”, dat in demoversie alvast meer elektronica laat horen, “maar we sleutelen er nog volop aan”. In het najaar zou een EP moeten uitkomen, die waarschijnlijk wordt opgenomen met producer Reinhard Vanbergen van Das Pop en The Happy. Dat die bij een bezoekje aan het repetitiehok alvast klaar en duidelijk op enkele mankementen had gewezen, heef Verstappen al eens laten vallen. “Een van de eerste dingen die hij opmerkte, was mijn Engelse uitspraak die nog niet op punt stond. Hij heeft me toen les laten volgen, nu klinkt het al een pak professioneler. Reinhard is iemand die erg op zijn gevoel werkt. Bij de opnames van “God Only Knows” kwam hij binnen met een frisse kijk op dat nummer, dat we al een jaar op dezelfde manier speelden. De veranderingen die hij voorstelde waren erg ingrijpend: plots zaten er drums in dat rustige nummer. Hij is ook enorm creatief en constructief, heel fijn dus om mee samen te kunnen werken.”
Maar dus slechts een EP voorlopig? Verstappen haalt de schouders op. “Het heeft geen zin om nu al een album uit te brengen, want daar zijn we nog niet klaar voor”, beseft de frontman. “Het is vooral belangrijk dat we alles op het juiste moment doen. We hebben dus niet het gevoel dat we traag bezig zijn, want we hebben gemerkt dat je met een goede single al een heel eind komt.”
Weg uit de comfortzone
Byron Bay blaakt van de ambitie: een buitenlands hoofdstuk is een must. Een kritische vraag dringt zich op: zit het buitenland, al zijn het maar de buurlanden, wel te wachten op een Belgisch bandje dat, weliswaar héél goed, doet alsof ze uit de Verenigde Staten komen? Verstappen protesteert. “Het is absoluut niet onze ambitie om te doen alsof we uit de US komen, laat dat duidelijk zijn. De waarheid is simpel: niémand zit op je te wachten, niet in België en niet daarbuiten. Aandacht krijg je door goede muziek te maken en vooral keihard te werken. En dat hebben we er voor over. Daarnaast kan het geen kwaad om jezelf eens te testen buiten je comfortzone. Zoals die Spaanse tour die we in 2014 zelf op poten zetten. Samen tien dagen uitladen, opbouwen, soundchecken, spelen, T-shirts verkopen, afbreken, inladen en terugrijden zorgen ervoor dat je als een team samenwerkt. Bijna elke dag samen een show spelen heeft ook een ongelooflijke invloed gehad; we zijn muzikaal enorm naar elkaar toegegroeid.”
Die tour werd opgezet met behulp van fans die via crowdfunding mee de boel bekostigden. Verstappen kijkt er tevreden op terug. “Het heeft voor wat buzz gezorgd. Aandacht die we anders misschien niet hadden gehad, zoals een interview op Radio 1. En het is natuurlijk ook fijn om te merken dat er mensen zijn die zo in je geloven dat ze je financieel willen ondersteunen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat dit soort alternatieve financiering almaar belangrijker zal worden nu het moeilijker en moeilijker wordt om voor dit soort zaken nog subsidies te krijgen.”