Op de taalgrens staat blijkbaar een zes meter hoge bakstenen muur die ons belet om wat vaker polshoogte te gaan nemen bij onze Waalse vrienden. Dat geldt voor de experimentele vleugel van de muziek al net zozeer als voor de meer commerciële, waardoor figuren als Jean D.L. te weinig gekend zijn in ’t Vlaand’renland. Hopelijk kan het bij Sub Rosa uitgegeven Early Nights daar een klein beetje verandering in brengen.
We moeten ook realistisch blijven en iets zegt ons dat ook deze release gedoemd is om in nichewateren rond te dobberen. Dat neemt echter niet weg dat gitarist/geluidenbrouwer Jean De Lacoste al wat op z’n kerfstok heeft staan. Zo stond hij al regelmatig op de planken met muzikanten als Teun Verbruggen en Mauro Pawlowski, werkte hij eerder al samen met gerenommeerde muzikanten als Jozef Van Wissem en wijlen Zgbiniew Karkowski en met performance artieste Sandrine Verstraete als TYSMFYH. Early Nights laat echter een ander, sober geluid horen.
De plaat is van opvallend korte duur (amper een half uur), met vijf van de negen stukken die onder de drie minutengrens blijven hangen. Daarbij worden thuisopnames gecombineerd met live stukken en voortdurend rondgehangen in een zone tussen drones en onheilspellend texturenonderzoek. Vanaf opener “Indoor” voelt het aan als een reis door een desolate ruimte, even sterk mentaal als fysiek, waarbij een kille wind door de galmende ruimte snijdt. Het is onbestemd, vaag industrieel en het blijft gissen of het gaat om bewerkte field recordings of een doorgedreven gebruik van gitaareffecten.
Dat wordt daarna in verschillende tinten en sferen verder gezet. Het compacte “Indoor Part 02” heeft iets van een rudimentaire schets van een Loren Connors, terwijl een beklemmend “Perche” nadrukkelijk naar de filmkunst lijkt te lonken. Een andere verwant is dan misschien Richard Comte, nog zo’n muzikant die met gitaar en effecten een heel eigen wereld en inkijk in een denkproces weet op te bouwen. Dat het niet altijd onheilspellend moet zijn, komt dan weer tot uiting in de meer gestileerde ambient routes van “For Jeroen” en eerste “Untitled”.
Met “…” en het erop volgende tweeluik “Xanela Part 1 & 2” wordt dan weer voor het grootste contrast gezorgd. Dat eerste is kort en lawaaierig, alsof de gitaar een paar keer pure dissonantie uitkotst in ongecontroleerde gulpen en de puntjes lijken te suggereren dat je ’t zelf maar moet invullen. Of misschien bestaat er een link met de legendarische gedachtenpuntjes van Céline? Het eerste luik van “Xanela” is dan weer een terugkeer naar het onherbergzame landschap van de start: een opname in een verlaten hal, gang of gebouw, waarin de voortgebrachte klanken uitdeinen als een onderwaterschreeuw die vermoedelijk niet gehoord wordt.
Jean D.L. schudt hier een combinatie uit de mouw (in werkelijkheid zijn opnames uit een periode van zeven jaar) die niet mikt op goedkope effecten of vertrouwde omgevingen. De relatief korte duur van de meeste stukken zorgt ervoor dat Early Nights nogal gefragmenteerd en onaf klinkt, maar dat is ongetwijfeld deel van een suggestieve aanpak, waardoor het album even naakt en intimistisch als raadselachtig blijft.