“At the end of the twentieth century I ceased being a human being and became something else.” Met die profetische woorden opent 20,000 Days on Earth, de Nick Cave-documentaire die eigenlijk helemaal geen documentaire is. Net zoals Nick Cave eigenlijk ook helemaal niet meer de menselijke figuur is die 57 jaar geleden werd geboren in het onooglijke dorpje Warracknabeal, in de desolate wereld van Zuid-Australië. Wat hij dan wel juist is, dat is moeilijk te bepalen. Maar net dat maakt van 20,000 Days on Earth zo’n intrigerende film.
Er zijn nochtans heel basale aspecten aan het leven van iemand die niet langer een menselijk wezen is. Caves dag begint met de wekker die afloopt, ook al wordt hij daarvoor al wakker. Hij rondt z’n ochtendritueel af, kijkt in de spiegel, mijmert over de dingen des levens, luistert naar de berichten op z’n antwoordapparaat, trekt zich terug in z’n kantoor om daar één van de meest indrukwekkende oeuvres van de laatste dertig jaar bij elkaar te schrijven. Van de muzikale meesterwerken die hij samen met The Bad Seeds inblikte, zoals Your Funeral… My Trial (1986), Let Love In (1994) of de dubbelaar Abattoir Blues / The Lyre of Orpheus (2004), over literaire pareltjes als … And the Ass Saw the Angel (1989) en The Death of Bunny Munro (2009) tot geweldige filmscenario’s als The Proposition (2005) en Lawless (2012).
Zo iemand verdient een eigen film, maar om zo’n creatief genie eer aan te doen, kan je nauwelijks terugvallen op vertrouwde genres of vormen. Dat wisten ook Iain Forsyth en Jane Pollard, twee Australische filmmakers die ook al videoclips van Nick Cave & The Bad Seeds verzorgden. In 20,000 Days on Earth creëren zij een genre dat, voor zover wij weten, nieuw is in de filmwereld: de ironische documentaire. Dat lijkt, om het met een paar dure woorden te zeggen, een contradictio in terminis: waarheidsgetrouwheid is nu eenmaal een essentieel kenmerk van de documentaire, en ironie staat daar haaks op. Maar in dat ironische toontje gaat wél heel veel waarheid over Nick Cave schuil: zijn droge, Australische gevoel voor humor is altijd een essentieel onderdeel geweest van zijn teksten en romans over onderwerpen als God en de bijbel, moord en doodslag, liefde en seks, drugs en drank. Daarin ligt de gruwel én de schoonheid van zijn werk.
Verwacht je dus niet aan een Cave die tegen een interviewer praat over de thematiek van z’n werk of de dood van z’n vader, of vrienden, familie of bandleden die praten over hun relatie met the Brighton Bat. Maar om met die ingrediënten toch een frisse film te kunnen maken, vallen de makers zowaar terug op een klassieke filmstructuur: die van het zorgvuldig opgebouwde scenario. De twintigduizendste dag die Cave op deze aardkloot beleefd, heeft een erg duidelijke indeling: in de voormiddag gaat hij op bezoek bij z’n psycholoog, ’s middags gaat hij lunchen bij Bad Seed par excellence Warren Ellis, ’s namiddags gaat hij even langs bij de mensen die het Cave-archief proberen te organiseren. Tussendoor komen mensen als acteur Ray Winstone, performer Blixa Bargeld en zangeres Kylie Minogue in z’n auto zitten.
Zo komen de obligatoire thema’s toch aan bod: bij de psycholoog kan hij z’n hart luchten over zijn jeugd en de dood van z’n vader, bij Warren Ellis kan hij even filosoferen over het wel en wee van de rock-‘n-roll, in het Cave-archief kan hij met de kijker even terugblikken op zijn periode in Berlijn en zijn carrière bij The Boys Next Door en The Birthday Party. Bij de meeste dialogen valt op dat ze duidelijk vooraf uitgeschreven zijn: Cave was bovendien de co-auteur van het scenario, dus – we kunnen het niet genoeg benadrukken – elk spoor van een objectieve reportage is zoek. Maar het maakt de film niet minder waarheidsgetrouw, laat staan minder goed.
Drie bevreemdende autoritten hadden zó uit een film van David Lynch kunnen komen, en ze zijn de drie showstelers van 20,000 Days on Earth. Bij een eerste komt acteur Ray Winstone, die meespeelde in The Proposition en de hoofdrol vertolkte in de magistrale videoclip voor ‘Jubilee Street’, even mijmeren over het wel en wee van performers zoals hij en Cave. In de tweede komt Blixa Bargeld, de weirdo achter de band Einstürzende Neubauten en lange tijd een van de voornaamste Bad Seeds, even met het Bad Seeds-opperhoofd discussiëren over muzikale gewoontes. En in de laatste – én de beste – bezoekt Kylie Minogue haar oude partner in crime. Net zoals ze de vreemde eend in de bijt was die Murder Ballads inblikte, lijkt ze ook in Caves auto niet helemaal op haar plaats. Maar dat gevoel van unheimlichkeit typeert Caves oeuvre, en het typeert ook 20,000 Days on Earth.
De enige écht documentaire passages worden tussen het verloop van Caves twintigduizendste dag gemonteerd: ze tonen fragmenten uit de opnamesessies van Push the Sky Away, het geweldige laatste album – het vijftiende al – van Nick Cave & The Bad Seeds. Die scènes bieden de regisseurs de gelegenheid om enkele muzikale intermezzo’s in te lassen: die kunnen natuurlijk niet ontbreken, en ze voldoen ruimschoots aan de verwachtingen. Voor de fans is er de opvoering van Give Us A Kiss, een nummer dat de plaat niet haalde, maar minstens even beklijvend is als de live versie van de instant-klassieker Higgs Boson Blues, waarin Cave erin slaagt om Hannah Montana en de openingsscène van Sunset Boulevard samen te brengen. Moet je kunnen, denken wij dan.
Velen zullen wat op hun honger zitten bij 20,000 Days on Earth: ze zullen zich ergeren aan het ironische toontje van de film, anderen aan het beeld dat Cave van zichzelf ophangt. Bovendien blijft het moeilijk te bepalen wat je nu juist van alles wat er verteld wordt, moet geloven. Maar wie geen kippenvel krijgt van de manier waarop Cave “Can you feel my heartbeat?” aan z’n fans vraagt, of niet spontaan wil beginnen applaudisseren nadat ‘Jubilee Street’ op zinnenprikkelende wijze escaleert, moet dringend wat aan z’n culturele beschaving doen. Om er even wat tekst uit ‘Red Right Hand’ bij te halen: Nick Cave, you’re a ghost, you’re a god, you’re a man, you’re a guru.