Niet alle Britten moesten op Wapenstilstand de vrede bezingen, een rusteloos vijftal uit Leeds schopte stevig keet in Brussel. Met een venijnige set bevestigde Eagulls dat ze nogmaals een van de beste nieuwkomers in het (post-)punkgenre zijn.
Al het hele jaar door zijn ze aan het touren, de vijf jonge twintigers uit Leeds. En als u evenveel concerten als ons frequenteert, is de kans groot dat u de opgang van Eagulls van dichtbij heeft meegemaakt. Eerst stonden ze in een oud fabrieksgebouw in Gent, een zaal die hen op het lijf geschreven is. Vervolgens maakten ze hun opwachting op een hoogstaand zomerfestival (Boomtown), dinsdagavond ging de beste concertzaal van het land voor de bijl.
De volgende verdiende stap zou — waarom niet, Eppo? — The Shelter op Pukkelpop zijn. Maar zelfs als spelen ze op grotere festivals, nog blijven deze vriendelijke heren punkers in hart en nieren en azen ze niet bepaald op groot succes. Waarom zou je anders op een vrije avond onaangekondigde show in de Kortrijkse punkkeet The Pit’s spelen? We durven wedden dat Eagulls nog steeds in hetzelfde gammele busje als bij hun eerste tourtje rondrijden.
Joy Division anno 2014: dat was het eerste dat ons te binnen schoot toen we Eagulls’ debuut in maart hoorden. Is daarvoor een groot publiek vandaag? Neen, de massa danst op iets met Oscar en een wolf of pogo’t al sinds hun puberjaren op Rise Against en Pennywise, die in de uitverkochte grote zaal voor hersenloos vertier zorgen. Het contrast is groot met het publiek in de AB Club, dat bestaat uit hippe vogels, post-punktypes, veertigers, enkele jongelingen en een fan in Suede-shirt.
Die laatste zal misschien het puike Bad Breeding minder goed bevonden hebben, want de support die Eagulls haalde in zuidelijker Engeland, klinkt veel Amerikaanser en agressiever. Black Flag en Minor Threat kunnen we ons meteen voor de geest halen. Een ziedende zanger, die non-stop met zijn rug naar publiek gekeerd staat, trekt vooral de aandacht, en af en toe ook het gitaarwerk wanneer het meer richting At The Drive In of Shellac gaat. Goede opwarmer, dat Bad Breeding, maar ook niet meer dan dat.
Dat Eagulls ook live The Cure, Bauhaus, Joy Division, Killing Joke en Echo & The Bunnymen doet denken, verbaast al lang niet meer. Dat George Mitchell — ditmaal met lange zwarte parka — het hele optreden in dezelfde houding (een hand op microfoonstandaard, het andere op zijn rug) hanteert al evenmin. Ondertussen kruipt de rest van de band in zijn eigen wereldje. Het gebrek aan beweging wordt van bij het eerste onbekende nummer ruimschoots gecompenseerd door het volume.
Dat een van de hoogtepunten van de set afsluiter “Possessed” is, is evenmin wereldschokkend. Maar godverdomme, wat blijft dat een explosief nummer! Net als in “Hollow Visions”, dat ook later in de set aan bod komt, zou het nog beter geweest zijn als iedereen in de zaal dronken was. Mitchell is het hele optreden enorm spaarzaam in woorden, Eagulls blijft genadeloos doorrammen met onder meer het catchy “Nerve Endings”, het nihilistische “Yellow Eyes”, het nog meer opzwepende “Foutsteps” en “Fester/Blister” en het ietwat meer psychedelische “Soulles Youth”.
We gaan er geen doekjes om winden: Eagulls was kort en voorspelbaar, maar opnieuw o zo hevig. Na deze terug tour keert het vijftal terug naar Engeland om een nieuwe hopelijk even indrukwekkende — liefst donker én kwaad dus — plaat op te nemen. Tot volgend jaar?