Voor de titel van zijn laatste album gebruikt Tricky zijn echte naam, maar toch lijken we op deze plaat niet de echte Tricky te horen. Adrian Thaws verschuilt zich immers te veel achter de vele artiesten die meewerkten en levert zo een kameleonplaat af.
Het is het nummer “Sun Down” dat Adrian Thaws inzet. Tricky vult meteen zijn herkenbare triphop aan met wat extra clubby elementen. Het nummer mist misschien wat bassen om heel dansbaar te zijn, maar de zwoele zang van Tirzah zet je wel aan om zachtjes mee te bewegen. Tot je wakker wordt geschud door de veel agressievere intro en de hardere rap van Mikky Blanco op “Lonnie Listen”, al wordt het contrast wat verzacht doordat hetzelfde tempo wordt aangehouden. Het refrein is catchy en kreunerig en wordt gezongen door Francesca Belmonte die meteen verder zingt in het nummer dat daarop volgt, “Something In The Way”, dat zweeft tussen minimal en triphop.
We zijn drie nummers ver en merken hoe Tricky zich als een kameleon aanpast aan zijn muzikale omgeving. Bij momenten lijkt Adrian Thaws te worden overgenomen door de gastartiesten, waarvan vooral Tirzah, Francesca Belmonte en Bella Gotti heel herkenbaar zijn. Bij elke nieuwe zangstem speelt hij veelzijdig met de verschillende genres die bij de song passen, door die probleemloos door elkaar te mengen. Hij voorziet Bella Gotti van agressieve beats, Nneka wordt begeleid door zachte blues en lo-fi dubstep en bij Oh Land kiest Tricky dan weer voor discorock. “I can be anything I want when I do an album”, liet Tricky als aankondiging van zijn album weten, en hij houdt woord.
In de volgende nummers horen we een bendy bluesgitaar, enkele invloeden van dubstep, synthesizer bassen en verschillende samples. Naast enkele typische old school hiphopbeats wordt in “Ganster Chronicles” ook de iconische “hey, hey, hey, hey” uit Massive Attacks “Unfinished Sympathies gerecycleerd, die die band zelf dan weer had geleend uit “Planetary Citizen” van Mahavishnu Orchestra. In de laatste nummers van het album horen we zelfs wat reggae, electropop en drum and bass.
De grote favorieten van dit album zullen ongetwijfeld “Nicotine Love” en “Sun Down” zijn. Ze zijn dansbaar en zwoel en Tricky zingt zelf grote delen van deze nummers, in tegenstelling tot sommige andere songs. Twee andere nummers die Adrian Thaws tot een hoger niveau tillen zijn de drie rustpunten van het album:“Something In The Way”, “I Had A Dream” en “Silly Games”. Allen ingetogen, maar onderling verschillend: we horen melancholische triphop die de perfecte soundtrack zou zijn voor het einde van een nacht feesten, een stille maar meeslepende pianogroove en een bitterzoete popsong met een hese stem en reggaebegeleiding.
Adrian Thaws is een album vol variatie en toont verschillende facetten van Tricky, maar sommige daarvan zorgen voor onevenwichtige songs. Al te vaak lijkt Tricky-de-poëet te verdwijnen achter zijn gastartiesten en hij verliest zichzelf iets te veel in het oppervlakkige uitspelen van bijbehorende genres. Toch hoor je telkens weer hoe hij herkenbaar blijft in de kleine accentjes die hij in de nummers legt, zeker in de zanglijnen in de eerste helft van het album. Dus: zoek Tricky en je zult vinden. De kameleon is een prachtig reptiel, als je weet waar hij zich verschuilt.