Het oeuvre van de Belgische kunstenares Ana Torfs bevraagt steevast de hachelijke relatie tussen beeld en taal en daardoor blijkt een recensie over haar intrigerende solotentoonstelling Echolalia in het Brusselse WIELS geen kinderspel. Mogen we toch een voorzichtige poging doen?
Laat de betekenis van ‘echolalie’ nu net wel een kinderspel impliceren, namelijk het herhalen van woorden door kinderen die hun eerste poging doen om vat te krijgen op de wereld. Eveneens doelt de complexe titel op het dwangmatig herhalen van woorden en zinnen, een medische afwijking die niettemin – althans volgens Sigmund Freud en consorten – een teken van grote intelligentie kan zijn. Het is dan ook een zekere schranderheid die de kunstenares verlangt van haar publiek. De installaties vragen van de toeschouwer ofwel een zekere voorkennis van geschiedenis en kunst ofwel een nauwkeurig uitpluizen van de begeleidende folder. Maar zelfs dan bewijzen taal en beeld zich als ‘two inadequate systems’, twee ontoereikende systemen, zoals kunstenares Martha Rosler al beweerde in haar werk “The Bowery in two inadequate descriptive systems” uit 1975.
De creaties van Torfs borduren duidelijk voort op Roslers ideeën, maar benadrukken dat de mens hoe dan ook vat wil krijgen op datgene wat hem omringt. In “TXT (Engine of Wandering Words)” tonen zes wandtapijten, geproduceerd door Torfs zelf, hoe de koloniale expansiezucht van het Europese continent invloed had op de migratie van ‘zwerfwoorden’ als ‘tobacco’, ‘sugar’ of ‘coffee’. De woorden worden op de wandtapijten begeleid door enkele tekeningen die het lugubere aspect van het koloniale project belichten. Op die manier laat de kunstenares het medium – een luxeproduct dat eigenlijk bedoeld was om te bewonderen – zichzelf onderuithalen. De werkelijke overdracht van informatie draait voor Ana Torfs dus voortdurend uit op een utopie. Ook “[…]STAIN[…]” wil de toeschouwer overtuigen van het arbitraire karakter van betekenisgeving. In kleine vitrinekastjes liggen verschillende vogelveren en een aantal willekeurige foto’s uit de geschiedenis. Het glas van elk kastje heeft telkens een andere kleur die de kunstenares zelf benoemt. Zo gaat het van ‘Congorood’ tot ‘Bismarckbruin’ of ‘Soedanzwart’. Torfs toont hoe een persoonlijke associatie met een kleur eveneens een vorm van betekenisgeving kan zijn.
Het zou te ver leiden om complexe, maar knappe werken als “The Parrot & the Nightingale: A Phantasmagoria” ,“Family Plot” of “Legend” hier compleet uit de doeken te doen, maar allemaal bouwen ze verder aan Torfs’ narratief van de wereld. Terwijl “The Parrot & the Nightingale” zich afvraagt of een gebarentolk dezelfde informatie overbrengt als een gesproken tekst, onthullen de ronde foto’s – fotograaf Jeff Wall indachtig – in “Legend” het werkelijke perspectief van een cameralens en dus de constructie van de rechthoekige beelden die we dagelijks percipiëren.
Hier en daar in de expositie had dat extra infobordje of een verklarende rondleiding misschien niet misstaan. Hoe dan ook: voor wie de moeite doet om een beetje mee te zijn met het werk van Torfs, schuilt in Echolalia een verrassende expo die nog lang blijft bevreemden. Een beetje zoals de wereld zelf, begrijpt u?
Ana Torfs: Echolalia loopt nog tot 14 december 2014 in WIELS, Brussel.