Je albumvoorstelling openen met Autechre, een nummer op je vocalloze eersteling “’Playground Warp”’ dopen, postrock herdefiniëren. Van wat bravado is Altertape niet gespeend, van wat humor evenmin.
Enter Jonathan Callens, uit Gent, België. Groot geworden bij Kiss The Anus Of A Black Cat (’t is opgroeien als een ander) en het rariteitenkabinet Humble Grumble, heeft hij met Altertape een thuis gevonden. Glasstic Drops is het dak daarop.
Altertape is van vele markten thuis en fietst fluks van ambient naar postrock, maar niet zonder eerst vier tussenstops te maken, waarvan er vijf niet op de route lagen. Laten we het gegoochel met genres hier aan de deur zetten en ons focussen op de nummers, die dat recht eigenhandig afgedwongen hebben.
Opener “’Lights”’ dient initieel als sfeerschepper, met een wat naar The Antlers neigend pianoriedeltje, sferisch meanderend in het zwerk. Het mag dan ook verbazen dat het in Club de Loge, daar op dat sferische releaseconcert, achter Autechre’s “’Gelk”’ zat, alsof je je gasten eerst even ongemakkelijk laat schuifelen voor je ze aimabel laat plaatsnemen, maar de zet heeft wel cojones per lopende meter. Maar terug naar “’Lights”’, dat op plaat opvallend geproducet klinkt en ons op die manier ritmisch veel vaker dan live aan Stevie Wonder’s Innervisions deed denken. Pas aan het einde van de zeseneenhalve minuut gaat het nummer echt het zenit in, wanneer de bas en de loops een ritueel aangaan waar de goegemeente niet van terug heeft.
Eenzelfde script doorloopt “’Reverse”’, dat rustig, haast sloom opbouwt tot de loops je halverwege uit je comfortzone trekken, de soundscapes het wedstrijdblad tekenen en het geheel benauwder en claustrofobischer gaat aanvoelen. De naar Squarepusher reikende finale maakt “’Reverse”’ tot een moker van een nummer, een eerste hoogtepunt.
De buik van Glasstic Drops zit vol postrock, een genre dat de laatste jaren wat uitgewoond is gaan aanvoelen, maar dat met “’Snow”’, “’Halfway”’ – het vierde van acht nummers, dat heet wiskunde – en “’Loop”’ een noodzakelijke upgrade krijgt. “’Snow”’ heeft wat van Explosions In The Sky, maar is eigenlijk gewoon beter, of, dichter bij huis, het ons na aan het hart liggende Tomán, maar tegelijk weidser, tegendraadser en inventiever. Wanneer je denkt dat je het nummer nu wel in je oor hebt liggen heeft Callens je toch weer bij de neus, om te besluiten dat hij na die goeie bak de vaart er perfect weer in kan steken. De percussie op “’Snow”’ is op zijn subtielst overigens très Yorkes The Eraser (“’And It Rained All Night”’, of waarom niet meteen “’Cymbal Rush”’), een referentie waar je je zelden een buil aan zult stoten. “’Loop”’ wisselt Autechre (sterke intro, straffe outro) met vuile jazzy postrock af, en wordt naar het eind subliem amorf. Enkel “’Halfway”’ is zo’n valse trage die iets te weinig aan de ribben blijft kleven, en catalogiseert daarmee toch meer als jam dan als nummer.
Dat rustpunten geen manco hoeven te zijn bewijst Altertape nochtans magnifiek op “’Playground Warp”’, dat na een stevig begin toch vooral vervalt richting bijtankmoment. De titel is een fijne knipoog naar het label dat met Aphex Twin en Autechre groot werd, maar ook onder andere Flying Lotus, Ishq en Mount Kimbie heeft gehuisvest – wat zouden we Callens graag eens met die invloeden aan de slag horen gaan.”’ Last Call For Demerol”’ (een snelwerkend opioïde, een narcotisch analgeticum, dat aangrijpt op opioïdreceptoren in het centrale zenuwstelsel, volgens Wikipedia – dat weet u ook weer) heeft dan weer goed naar Dans Dans geluisterd, maar daar is hoegenaamd niks verkeerd mee.
Wanneer “’Dance”’ ons meanderend ondergestopt heeft hoeven we al lang geen argumenten meer te horen om ons ervan te overtuigen dat Altertape in ons muzieklandschap een kostbaar kleinood is. Live wild om zich heen grijpend naar alles wat het krijgen kan, op plaat iets voorzichtiger de horizonten aftastend heeft de band voor zichzelf een plaats gecreëerd ergens tussen ambient en jazzy, waar sfeer en goesting elkaar trakteren. Glasstic Drops is goed, maar toont ook op elk nummer dat de zoektocht naar een eigen geluid nog volop aan de gang is. Wij, tegendraadse rakkers dat we zijn, zijn evenwel altijd meer fan geweest van proces dan van product. Benieuwd wat volgt.