Jillian Rose Banks is al een tijdje een populaire pion in het nieuwe PBR&Bspel. Na de uitgave van enkele singles en ep’s heeft ze ondertussen haar debuutplaat klaar, waarop het
onbekende materiaal helaas stevig moet onderdoen voor de hoogtepunten die we al kenden.
Over die hoogtepunten kunnen we nog steeds kort en krachtig zijn: wow! “Waiting Game” blijft een bom
van aftastende sensualiteit: spaarzaam inzettend als een seksuele gospel met een geladen fragiliteit in de
hoge noten en dan zachtjesaan ondergedompeld in een zee van lage beatgolven die de onderbuik strelen.
Met dit nummer liet ze eerder dit jaar even de concurrentie achter zich en leek ze zich op te werpen als
koningin van r&b zoals die hoort te zijn anno 2014: een embleem eerder dan een scheldwoord. Het
bijna-anthem “Brain”, ergens tussen Florence & The Machine en The Weeknd in pendelend, wist de
lendenen minder te bekoren, maar bleef met zijn tribal beats en luidende refrein ook dagenlang resoneren.
Want nostalgie kan echter ook mooi afkleden, en dus verdient ook “This Is What It Feels Like” – late Aaliyah
versus vroege Justin Timberlake – een pluim.
Likkebaardend sneden we Goddess aan op zoek naar meer van dat lekkers, maar het
leeuwendeel van de nieuwe nummers voelt eerder als een opgewarmd, aangelengd tussendoortje. “Alibi”
wil de beginjaren van Sugababes door een SOHNmangel halen en slaagt daar muzikaal wonderwel in door
hypnotiserende synths met een grove korrel de melodie te laten uitdiepen, maar gaat te ver in het
effectenwerk op de stem. Deze producenten-hocuspocus staat haaks op het obscure kantje waarin Banks
haar materiaal wil onderdompelen. “Less is more” is als credo echter ook te resoluut, want op de titeltrack
lijkt ze zichzelf wel te gaan vervelen. De hele song wordt emotieloos gezongen in het nasale, lijzige timbre waarvan
Rihanna haar handelsmerk maakte, maar mist de aanstekelijkheid die van diens succesnummers vaak
terechte hits maakte. Naast deze net-nieters stippen we ook een hele resem generische vullers aan, zoals
“Fuck Em Only We Know”, het hopeloos gedateerde “Warm Water”.
Hier en daar vallen een aantal nieuwe lichtpunten te ontwaren. De sensuele aantrekkingskracht van
“Drowning” en het kordate ritme van “Begging For Thread” laten ze lekker in het oor landen, maar toch
missen ze de eeuwigheidswaarde van de eerder vermelde krachtpatsers. Met “You Should Know Where
I’m Coming From” toont Banks dat ze ook een aardige pianoballade uit haar strot kan duwen, maar een
baken van originaliteit valt het helaas niet te noemen. Wanneer ze zich op “Someone New” in trager tempo
aan de gitaar waagt, werkt het dan weer niet. Dit nummer had ze beter aan het vocale register van Adele
overgelaten.
De eindbalans valt dus als volgt samen te vatten: drie toppers, een handvol aardigheden en veel vulling
op een plaat die naar de eindmeet toe nodeloos lang gaat aanslepen. FKA Twigs wierp zich met haar
langspeeldebuut op als de leading lady van de PBR&B. Banks loopt bij deze het gevaar zich als de
eendagsvlieg van het genre te laten klasseren.