Dat Clap Your Hands Say Yeah de voorbije jaren regelmatig op gemengde kritiek stootte, is een understatement. De Philadelphians oogstten na hun titelloze debuut uit 2005 geen ongeziene successen meer. De band viel langzaamaan uit elkaar, en met drie nieuwe kompanen stond frontman Alec Ounsworth er woensdag dan ook zo goed als alleen voor. Al had hij met het kort voor de zomer verschenen Only Run ook het beste van CYHSY sinds 2005 mee.
Een uitzonderlijk enthousiast publiek ontvangt met veel getier het kwartet waarbij Ounsworth met zijn Ginsbergesque hipsterlook de enige herkenbare blijft. Van wal steken gebeurt met “Blameless”, een van de betere nummers van die laatste plaat, waarin noisy elektrobeats hand in gaan met dromerige synths. Het is een mooi ingetogen opener die genadeloos wordt opgevolgd door de heerlijke melodieuze gitaarriffs van het oudere “Home on Ice”.
Ook de band zelf blijkt genoeg zelf- en publiekskennis te hebben om te beseffen dat het eerste album het meest gepruimde stuk blijft, en subtiel worden doorheen de hele set oude en nieuwe nummers afgewisseld. De energieke attitude van de bandleden, de schijnbare nonchalance en daarmee gepaard gaande dramatische, schreiende stem van Alec Ounsworth werken als een ware wall of sound.
Na enkele hits na elkaar op het publiek af te vuren — “Gimme Some Salt”, “Coming Down” en “The Skin Of My Yellow Country Teeth” — verlaten de andere bandleden de buhne en brengt Ounsworth een mooie ingetogen versie van “Into your alien arms” met clean gitaargestrum en gecontroleerd gekrijs, zoals enkel hij dat kan.
De band komt terug voor de finale, en de tierende en springende massa wordt zoals de rode draad het wil nog verwend met enkele nieuwe en oudere nummers waarbij de energie en drive van het viertal in het oog springt. Na de eerste set verlaat het collectief het podium en komt zoals beloofd terug voor twee laatste muzikale uitspattingen “As Always” en “Heavy Metal”.
Dat Clap Your Hands Say Yeah al langere tijd in moeilijke papieren zit, weerspiegelt zich helemaal niet in de live performance en daar was het publiek het klaarblijkelijk mee eens. Een mooi en dynamisch geheel met veel yeah-geroep en gepaard gaand handengeklap als gevolg, dat kan niet anders dan de bedoeling zijn.