Op zoek naar een moderne hardcoreplaat die je genadeloos vertrappelt en tegen de muur veegt? Zoek niet langer, want de tweede Code Orange komt volledig tegemoet aan die wensen. Zolang je niet te moeilijk gaat doen over een eigen geluid en goede songs, want dan schiet het jonge kwartet uit Pennsylvania voorlopig nog wat tekort.
Het moet gezegd: producer en halfgod van de hardcore Kurt Ballou heeft er een fenomenaal heavy album van gemaakt. Love Is Love/Return To Dust was twee jaar geleden al een knoert van een debuut en een zeer veelbelovende plaat, maar I Am King walst daarover met een massief gewicht waarmee je bakstenen kan fijnmalen. Denk aan de klassieke metalcore sound waar Ballou een patent op heeft, en voeg daar nog een extra scheut sludge en Entombed-power aan toe. Bij een eerste beluistering, en zeker op hoog volume, is dat best overweldigend. En het zit er allemaal in: de strakke breaks, die afwisseling van nijdig hardcoregeschreeuw en de diepe grunts (een paar keer met extra gastvocalisten), de hysterische start/stop-dynamiek, maar daar maak je nog niet dat verhoopte meesterwerk mee.
Geen mens die hoeft te twijfelen aan de toewijding van Eric Balderose (gitaar), Reba Meyers (gitaar), Jami Morgan (drums en meerderheid van de zangpartijen) en Joe Goldman (bas), daarvan zijn de performances hier en de explosieve concerten voldoende bewijs, maar deze met veel poeha aangekondigde tweede plaat zou de lat voor 2014 wat hoger stampen. Wat productie betreft kan dat misschien wel zijn (hoewel), maar dan houdt de band net iets te weinig extra troeven achter de hand. Er wordt hier immers wel cosmetisch geëxperimenteerd met kleine ideetjes die de oren doen spitsen – de industriële start/stop-aanpak van opener “I Am King”, de ongemakkelijke sfeertjes hier en daar, de dissonante gitaarklanken en een enkele keer een zijstapje richting shoegaze (!) -, maar in essentie is dit moderne metalcore die ondanks die ingrepen mooi binnen het tough guy hardcore-plaatje past. En als dat niet gebeurt, dan is de plaat net op z’n best.
Mooiste bewijs: “Dreams In Inertia”. Versmachtend heavy en soms voortkruipend als een vette slak met een glibberig slijmspoor achter zich, maar als die melancholische zang bedolven blijft onder die moddervette gitaren, dan zorgt het voor een knap dromerig effect dat je verder uitgewerkt had willen horen. Idem voor het verrassende opduiken van Reba Meyers’ cleane zangpartij (terwijl ze ook een behoorlijk stukje kan kelen als een psychotische maniak) in “Starve”. Helaas zijn het slechts een handvol momenten in een plaat die elders uitpakt met testosteronzwangere explosiviteit en schedelbrekende riffs. Heavy as fuck, maar tracks als “Slowburn”, “Alone In A Room” en “My World” begeven het ei zo na onder hun plompe gewicht. Onnoemelijke keren zwaarder en theatraler dan de in vergelijking wat dunnetjes klinkende exploten van de voorvaderen, maar lang niet zo spannend of opwindend.
De band vist trouwens ook wel erg gretig in een vijver die intussen al zowat leeggehaald werd door bands als Coalesce, Converge en hun talloze klonen, waardoor het gros van deze songs klinken als workout-sessies die je al eerder hoorde. Overtuigend uitgevoerd, dat zeker, maar dringend toe aan een infuus van originaliteit. Vurige vlammers en hakfestijnen als “Your Body Is Ready”, “Bind You” (die extra stemmetjes lijken zelfs even naar System Of A Down te knipogen) en “Unclean Spirit” zijn net wat overtuigender. Op hogere snelheid kan Code Orange overtuigen, maar als het vooral komt van log gebeuk, dan heeft de band nog een weg af te leggen. Code Orange is een sympathieke band en met een gemiddelde leeftijd van amper twintig jaar is alles nog mogelijk, maar het is op dit ogenblik veel te vroeg om te spreken van een nieuw hardcore-orakel. Je voelt dat het er misschien in zit, maar er zal meer dan een corpulente productie voor nodig zijn.
Luisteren en (digitale versie) kopen kan via Bandcamp: