Donderdag 14 augustus speelt Teun Verbruggen op Jazz Middelheim vier korte sets met het internationale sextet The Bureau Of Atomic Tourism, waarmee hij intussen al een paar straffe concerten en albums op z’n credo heeft. In de aanloop daar naartoe komt hij ook nog eens op de proppen met twee vrij geïmproviseerde albums met B.O.A.T.-volk.
Is de muziek op Second Law Of Thermodynamics (2013) en Spinning Jenny (2014), net als de vinyl only-releases Arco Idaho en Scintigraphy, eigenlijk best taaie kost als je vooral vertrouwd bent met Verbruggens meer traditionele projecten en speelpartners, dan doen deze releases er nog een schepje bovenop. Van de compositorische houvast blijft immers niets overeind. Het is eigenlijk een muzikale dropping: de muzikanten planten je neer in een onbekende omgeving en vervolgens zie je maar of je iets kan aanvangen met de aangereikte signalen, die zowel oprechte wegwijzers als lepe omleidingen die je een benauwend labyrint insturen kunnen zijn.
Marc Ducret, Teun Verbruggen & Nate Wooley – The Evil Art Contest
Een korte studioplaat met acht vrije improvisaties die vakkundig opgenomen werd door Nicolas Lefèvre tijdens de B.O.A.T.–tour in het voorjaar van 2013. De albumtitel komt van een oudere song van Othin Spake en duikt een goed half uur in een wereld van ontregelde improvisatie die flirt met noise, minimalisme en allerlei halfkapotte bric-à-brac. Klinkt op papier misschien alsof de chaos en willekeur toeslaan, maar dan zou je voorbijgaan aan het tegendraadse, maar inventieve samenspel en de haast eindeloze stroom ideeën die de muzikanten elkaar voor de voeten gooien.
Opener “Shanna The Fairy Queen” is meteen een mooie, volgestouwd met struikelende en sputterende klanken en het typische volumepedaal van Ducret. Het heeft bijna iets van muzikale pingpong, soms met een sterkere nadruk op de noise/elektronica-elementen, en dan weer met verrassende energie. “Commission” is dan weer coherenter, met rond elkaar wentelende instrumenten die serene oorden opzoeken, terwijl “If I Loose It’s All Your Fault” [sic] met die kronkelende gitaar en dat spinachtig gewriemel zachtjes aan de kook komt en meer naar het B.O.A.T.-materiaal neigt.
In “If You See Any Errors Please Inform Me” klint Ducrets gitaar aanvankelijk als een dolgedraaide Casio en ontwikkelt zich iets dat je zou kunnen omschrijven als een kloeke, stuiterende groove, maar dan heel erg krom. Het meer statige “Ruby Rose” doet onvermijdelijk denken aan Frisell, maar wordt op zijn beurt omringd door korte lessen in heen-en-weergeklets die meer hebben van muzikale ansichtkaarten dan van uitgebreide verhalen met een kop en een staart. Je krijgt een momentopname en daar zal je het willens nillens mee moeten doen. Geen probleem voor wie een beetje verbeelding heeft. Toch?
Teun Verbruggen & Trevor Dunn – Department Of Entomology
Verbruggen moet gedacht hebben dat dit het ideale moment was om ook wat oudere opnames af te stoffen. Deze duo-opnames werden immers al ingeblikt in november 2008, toen het eerste Rat Event (met onder andere Jim Black, Andrew D’Angelo en Trevor Dunn als gasten) in de Club van de AB plaatsvond. Dat album werd ter plaatse opgenomen, in de studio van de AB, en de opnames vorig jaar klaargestoomd. Opnieuw zit je met een hele resem titels die volgestouwd zijn met wetenschappelijk referenties: entomologie is de studie van de insecten, “O. Orkin’s Insect Zoo” verwijst naar een bestaande afdeling van het National Museum Of Natural History waar je kan gaan kijken hoe de tarantula’s gevoederd worden en er passeert een reeks insectensoorten de revue. Enkel “White Trash Nurses” hoef je niet te googelen, de resultaten zijn daar exact wat je verwacht.
Opnieuw tien compacte stukken en vanaf “Notable Screens Of Death” wordt meteen duidelijk dat ook dit geen lekker weghappende brok is. Je krijgt van deze ritmesectie immers geen rollende grooves of funkfantasieën in de schoot geworpen, want de muziek lijkt wel beïnvloed door de kwantummechanica waar ook weer naar verwezen wordt. Vingers en strijkstok creëren een klaagzang op de bas, terwijl drumslagen onregelmatig stuiteren en cimbaalklanken gemolesteerd worden. Ook dat is een verzameling van gedemonteerde experimenten, de ene keer losjes opgebouwd rond een vaag ideetje, maar soms ook zonder bruikbare legende. Was het album Spinning Jenny al een duidelijk statement, dan is de gelijknamige song een muzikale koortsdroom die vooral vragen oproept.
Sommige stukken zijn net ietsje conventioneler. Zo is het baswerk in “Devil’s Darning Needles” sober en lyrisch, niet bedolven onder ingrepen, terwijl het in “Moss Mantid” alweer een stuk neurotischer klinkt, gaandeweg het volume oppikt en belandt in de zone van het woelige samenspel. Het iets langere “White Trash Nurses” sluit misschien nog het meest aan bij een broeierige rockcontext en pakt vooral in z’n tweede helft uit met een vrij potige vibe waarin de twee Talibam!-gewijs van leer trekken, maar zekerheden zijn er niet, want de gestreken bas van afsluiter “Hymenoptera Spheciade” lijkt een air van kamermuziek te insinueren. Kortom: er wordt verwarring gezaaid en geweigerd om een handleiding aan te bieden. Nochtans ben je je steeds bewust van een wederzijdse empathie die op zijn beurt dan weer aanspoort om de rit nog eens uit te zitten, op zoek naar de sleutel. Er bestaan minder interessante dingen om met je tijd te doen.
De knap vormgegeven albums verschenen op cd en vinyl (beperkte oplage). B.O.A.T. speelt op 14 augustus op Jazz Middelheim. Line-up: Teun Verbruggen (drums), Jozef Dumoulin (toetsen), Nate Wooley (trompet), Andrew D’Angelo (rieten), Ingebrigt Håker Flaten (bas) en Hilmar Jensson (gitaar).