Zac Efron doet weer dingen. Moeten we daar blij om zijn? Moeilijke vraag. Als goeie recensenten zijn wij wel de laatsten om meneer Efron ongenuanceerd gelijk te stellen met zijn periode als posterboy voor High School Musical. (U was dat onding haast vergeten? Helaas, het behoort tot ons mission statement om ervoor te zorgen dat die bagger vers in ieders geheugen blijft zitten. Nie wieder, zoiets.) Elk mens verdient een tweede kans. Maar als je die kans gebruikt om met Seth Rogen een hoogst oninteressante komedie te draaien, begeef je je natuurlijk wel op glad ijs.
De premisse van Bad Neighbours? Kersvers ouderpaar Mac en Kelly Radner (Rogen en Rose Byrne, respectievelijk) krijgt het aan de stok met de studentenclub die naast hen komt wonen. Na een niet helemaal geslaagde poging tot verbroedering blijkt al snel dat een luidruchtige, drank en drugs verslindende fraternity niet meteen de ‘goede buren’ uit het spreekwoord zijn. Als het geduld van de Radners ten einde is en ze de politie bellen om een einde te maken aan de wilde feesten van hun buren, is het hek helemaal van de dam. Mac en Kelly ondergaan lijdzaam de pesterijen van de studenten, tot ze baby Stella een condoom zien opeten. Daarna zetten ze alles in het werk om de frat boys zo snel mogelijk uit hun straat te krijgen.
Wie bij het lezen van bovenstaande samenvatting de indruk krijgt met een afgewezen script van F.C. De Kampioenen te maken te hebben, kan enkel bewonderd worden om zijn analytisch vermogen. De kwaliteit van het script overstijgt nooit het niveau van een opstel uit het derde leerjaar en wordt tot overmaat van ramp om de haverklap stilgelegd om ruimte te maken voor wat volstrekt overbodige karakterontwikkeling. Teddy (voorzitter van de club, gespeeld door Zac Efron) doet aan male bonding met zijn ondervoorzitter, Mac en Kelly leren omgaan met hun nieuwe rol als ouders, dat soort dingen. In andere films zou het bewonderenswaardig zijn dat men minstens probeert om het allemaal wat uit te diepen, hier komt het enkel geforceerd over. Tel daarbij nog eens het feit dat de plot al na tachtig minuten afgerond is en de film er vijfennegentig duurt, en je weet waarom we hier niet meteen prijzen gaan uitreiken.
Wie fan is van Rogen-humor, zal hier wellicht zijn gading wel vinden. Er zijn een paar leuke visuele gags, wat scherpe oneliners en er is de occasionele knipoog. Helaas worden de goeie ideeën te weinig uitgewerkt. Scenaristen Andrew Cohen en Brendan O’Brien hebben bijzonder weinig gevoel voor opbouw, wat ervoor zorgt dat de meest grappen ofwel geforceerd aanvoelen, of net veel te lang uitgesponnen worden. Een goed voorbeeld daarvan zijn de tien minuten borstvoedingshumor die in een film over baby’s natuurlijk niet kunnen ontbreken. Stelt u zich voor: twee mensen die wat onverstaanbaar tegen elkaar staan te roepen in een roze babykamer, waarop de één in een tiet van de ander begint te knijpen. De climax: een geut moedermelk die in het gezicht van papa spettert. Lacht u? Rep u naar de bioscoop.
Bovenstaand voorbeeld is natuurlijk typisch voor de humor van komieken als Seth Rogen. Voor alle duidelijkheid: dat soort humor kan ons ook wel bekoren. Alleen is de grens tussen wat hilarisch is en wat banaal steeds heel dun en Bad Neighbours dondert van die balanceerkoord af, om gewoon flauw en plat te worden. De acteurs vertonen een schrijnend gebrek aan inzet, komische timing en overtuigingskracht – zelfs de scène waarin Seth Rogen een springbal in zijn gezicht krijgt (altijd garantie voor een half uurtje lachkramp), is teleurstellend slecht afgewerkt. Het is al snel duidelijk dat de cast en crew zich geweldig geamuseerd hebben bij het maken van de film. Alleen gaat het hier om het soort fun dat je hebt na tien pinten en een joint: halfslachtige pogingen tot humor die in de kiem best grappig zijn, maar zo slordig en halfwas vertolkt worden dat je als buitenstaander minder lust tot lachen voelt dan plaatsvervangende schaamte.
Wie wel zijn best doet om te scoren, is Zac Efron. De gortdroge sérieux waarmee die de eer van zijn club verdedigt is bijzonder overtuigend. Efron speelt hier een soort persiflage op de succesvolle scholier/student die hij in veel andere films speelt. Helaas wordt ook hij een beetje dwarsgezeten door het script. We vermeldden de tenenkrullende male bonding al, maar er is meer. Halverwege de film verandert hij van redelijk intelligente college boy in volstrekte idioot die het enkel van zijn looks moet hebben. Dat dit lijnrecht ingaat tegen het begin van de prent, vond blijkbaar niemand een probleem.
Na de slecht gebracht grappen is het grootste minpunt aan Bad Neighbours waarschijnlijk de absurd slechte karakterontwikkeling. Hoewel niemand evolutie verwacht van de personages uit een studentikoze komedie, besloten de scenaristen om hen toch wat emotionele veranderingen te doen ondergaan. Die komen echter op de meest belachelijke momenten en manieren uit de lucht gevallen, wat ervoor zorgt dat het hele verhaal één grote kettingbotsing van onwaarschijnlijkheden wordt, gekruid met hilarisch ongepaste emomomentjes.
Tel bij die verzameling onvolkomenheden nog eens een volstrekt incoherente stijl (drie vierde van de film ver vond iemand blijkbaar dat het tijd werd voor wat ‘realistische’ hand-held beelden, genre Cloverfield), een compleet gebrek aan ritme én Dave Franco die er in slaagt nog irritanter te zijn dan zijn bekende broer, en je krijgt een prent die de inkt van de recensie niet eens waard is. Wie eens een baby een condoom wil zien eten, moet hierheen. De rest, nu ja, naar ergens anders. This is the End, bijvoorbeeld.