In het Wilde Westen was een “Medicine Show” een rondtrekkend gezelschap dat bestond uit kwakzalvers en artiesten. De artiesten verzorgden de show, terwijl de mislukte heelmeesters hun brouwsels en smeersels aan nietsvermoedende slachtoffers probeerden te verpatsen. Op Remedy hebben we echter niet te maken met charlatans, maar met een echte kuur voor lijf en leden.
De muziek van Old Crow Remedy Show ademt de sfeer van lang vervlogen tijden uit. Hoewel de groepsleden naar eigen zeggen tijdens hun jeugdjaren vooral naar Nirvana luisterden, weerhield dit hen er niet van een groep op te richten die zich volop richt op old time folk, country en bluegrass. Old Crow maakt muziek die alleen uit de Appalachen kan komen. Voor de hoes van hun nieuwste album Remedy hebben ze zelfs gewoon gebruik gemaakt van de vlag van Tennessee.
Het verschil tussen grunge en deze traditionele muziek is trouwens niet zo groot als je op het eerste gezicht zou denken, beide zijn immers muziekstijlen die zich op de buik richten in plaats van de hersenen. Verder zijn ze allebei ook ruw, smerig en direct. De ene gebruikt banjo’s en violen, de andere allerhande effectpedalen.
Oorspronkelijk speelden de bandleden als straatmuzikant in het stadje Boone, in de Blue Ridge Mountains in North Carolina. Daar werden ze op de hoek voor de apotheek ontdekt door de plaatselijke folklegende Doc Watson (1923-2012). Hun grote doorbraak, al is groot hier nogal relatief, kwam er met “Wagon Wheel” waarvoor zanger/violist Ketch Secor een oude demo van Bob Dylan, ten tijde van Pat Garrett and Billy The Kid onder handen nam en herschreef (voor de Dylanologen onder ons: het gaat hier om “Rock Me Mama”).
Met Remedy zijn ze ondertussen aan hun vijfde album toe. Muzikaal doen er zich geen grote koerswijzigingen voor. Het is en blijft muziek die gedrenkt is in de traditie en ze blijven bij hun bekende procedé, een mix tussen bewerkingen van oude traditionals en nieuwe nummers. Stichtend lid Critter Fuque is trouwens na enige afwezigheid weer van de partij en dus is Old Crow Medicine Show opnieuw een voltallig septet.
De meest opvallende song is ongetwijfeld “Sweet Amarillo”, een nieuwe samenwerking met Bob Dylan. Die samenwerking moet je niet al te letterlijk nemen: de heren van Old Crow zijn ook deze keer aan de slag gegaan met een overschotje dat de Meester nog ergens in een stoffige bureaulade had liggen. Wat hen niet belet er een geslaagde versie van te maken. “Sweet Amarillo” klinkt alsof het ergens eind jaren ‘60 in een kelder in Big Pink is opgenomen. Ook in “Mean Enough World” waart Dylans geest rond, vooral op vocaal vlak ten tijde van Blood On The Tracks.
Openen en afsluiten doet dit album trouwens, in de beste countrytraditie, met een prison song. Op het traditionele “Brushy Mountain Conjugal Trailer” gaat het er nog vrolijk aan toe, terwijl het contemplatieve “The Warden” met een sobere begeleiding het verhaal vertelt van de eenzaamheid van een gevangenisbewaarder als vrije man tussen de bajesklanten. In “Doc’s Day“ wordt er eer betoond aan hun overleden mentor Doc Watson. De ietwat onnozele rijmelarij (“If you wanna rock, listen to Doc / If you want the girls/Better pick like Merle”) moet je er maar bijnemen.
Hoewel Remedy voornamelijk gekenmerkt wordt door up temponummers, zijn twee van de rustige nummers net de hoogtepunten. Het ontroerende “Dearly Departed Friend” is een pakkende grafrede, terwijl “Firewater” gezegend is met een melodie die zich in je hersenen vastzet en niet meer loslaat. Als is het twijfelachtig of iedereen daar echt gelukkig mee is. Niet dat Remedy over de hele lijn een voltreffer is. Af en toe, en dan vooral in het tweede deel, lijkt het alsof ze de automatische piloot hebben opgezet (“Shit Creek”, “Sweet Home”). Het stoort nergens, maar het heilige vuur lijkt er daar even uit.
Voor mensen met een hart voor old-time-muziek waar banjo’s, fiddles en Keltische invloeden (“Brave Boys”) een centrale rol spelen is Old Crow Medicine Show een band die blijft boeien. En zij zullen met Remedy weer een bewijs zien van het talent van deze groep. Als je deze muziek wat minder onverdund wilt, kan je nog altijd naar hun acolieten Mumford & Sons luisteren.