Woensdag 14 mei speelt het cultfenomeen R. Stevie Moore, na een carrière van een goeie 45 jaar stilaan toe aan wat bredere erkenning, in de Gentse Vooruit. U zou daar best eens bij zijn. En hier is waarom:
1. R. Stevie Moore, the original
Van Beefheart, The Shaggs en The Residents tot Wesley Willis, Wild Man Fischer, Jandek, Danny Cohen, Tiny Tim en Danny Fabry, de muziekwereld heeft nooit een tekort gehad aan marginale figuren. Had het bij sommigen van hen – Daniel Johnston, Wesley Willis – te maken met mentale redenen of een excentriek karakter, dan is daar niets van te vinden bij Moore. Die paste nooit in het plaatje omdat er gewoonweg nog geen plaatje voorhanden was voor zijn DIY-aanpak. Decennia voor anderen die lo-fi cultuur van de thuisopnames plots hip maakten, was Moore er al mee in de weer. Zowel met geluid als beeld bovendien, wat ook de ongelooflijke stroom home videos verklaart die je op YouTube vindt. Een ware goudmijn. Moore, zoon van sessiebassist Bob Moore (Jerry Lee Lewis, Roger Miller, Andy Williams, etc), liet intussen meer dan 400 releases achter, al is de kans erg klein dat u meer dan een fractie daarvan bij elkaar verzameld krijgt. Op die releases: veelal pure pop (met talloze snoepjes die aanvoelen als Beatles-pastiches) en allerhande varianten als knutsel-, barokke-, soul- en powerpop. Moore is een multi-instrumentalist die naast gitaar ook bas, toetsen en percussie speelt.
2. Vrienden, bewonderaars, volgelingen, muzikale partners
Jad Fair, Mike Watt, Jason Falkner, They Might Be Giants, Ween, The Vaccines, Ariel Pink. Met die laatste, misschien wel de meest duidelijke volgeling van Moore, maakte hij in 2012 het goed onthaalde Ku Klux Glam, een dubbelelpee (daarvoor verschenen als CD-R) met niet minder dan 61 songs. De hoofdmoot daarvan klinkt als lichtjes geschifte experimentjes die doorgaans op een Deluxe Edition uitgave met B-kantjes en studiofoliekes belanden, maar het is niettemin een fascinerende plaat die een veteraan en een hedendaagse vertegenwoordiger van de outsider pop samenbrengt.
3. De R. Stevie Moore Cassette Club
De beste manier om aan uw collectie te beginnen? ICI. Best een paar weken verlof nemen.
4. Herald, Goods
Het label 2000 Records bracht vorige maand een heruitgave uit van de grotendeels vergeten plaat Herald, Goods die Moore in 1971, in zijn eerste creatieve bloeiperiode, in Nashville opnam met ene Victor Lovera. Die Lovera was een folkie met een voorliefde voor de gestroomlijnde, met prachtige samenzang opgefleurde variant van Simon & Garfunkel en Herald, Goods klinkt soms dan ook als een verloren folkrockklassieker uit de late jaren zestig, met rinkelende gitaren, Beatles-achtige melodieën en zwierige arrangementen die hier en daar op de golflengte van de akoestische meesterwerken van The Grateful Dead (Workingman’s Dead, American Beauty) zitten. Vernieuwend zal het op dat ogenblik niet geweest zijn en de plaat heeft ook weinig gemeen met Moore’s latere knutselplaten, maar soms zou je zweren dat je te maken hebt met een compacte (een dozijn songs vliegt voorbij in een goed half uur) popplaat die per ongeluk tussen de plooien van de geschiedenis belandde.
5. I Am A Genius (And There’s Nothing I Can do About It)
Moore staat woensdag 14/5 in de Balzaal van Vooruit. Voorprogramma: de surrealistische pop van het Berlijnse trio Fenster.