Paul Verhoevens RoboCop, uit 1987, staat bekend als een hondsbrutale sciencefictionprent die, naast links en rechts verwijzingen aan het Nieuwe Testament rond te strooien, een aantal interessante vragen opwerpt over de privatisering van overheidsdiensten. Daarnaast was het ook de film die ons voorstelde aan ED-209, de giant killer robot die enkel verschalkt kon worden door hem uit te dagen voor een wedstrijdje trappenlopen. Juicht, RoboCopfans, want Hij is wedergekeerd! De Braziliaanse filmmaker José Padilha (bekend van Tropa de Elite en een handvol prima documentaires) zette zijn schouders onder de remake.
Ah, RoboCop! De herinneringen die ons bij die heerlijk campy naam te binnen vallen zijn niet van de minste. Peter Weller die helemaal aan gort geschoten wordt door een bende waanzinnige gangsters, bijvoorbeeld. RoboCop die op krachten komt met een paar potjes babyvoeding en ondertussen toch nog de ene stoere oneliner na de andere spuit. En, als klap op de vuurpijl, ED-209: ‘you have twenty seconds to comply’. Extreem gewelddadig en tegelijk een beetje silly, zo hebben we het graag. Edoch: onderschat Verhoeven niet. Onder de gekkigheid was RoboCop ook gewoon een striemende aanklacht tegen hebzuchtige bedrijven en een overheid die haar belangrijkste taken uitbesteedde aan particulieren.
Die satirische inslag is ook aanwezig in Padilha’s versie. De kritiek op het economische reilen en zeilen in de VS van de jaren ’80 is vervangen door een thematiek die vandaag brandend actueel is: het gebruik van drones en ander onbemand wapentuig. De eerste scène is er al meteen eentje om in te lijsten: een regiment robots patrouilleert door de straten van een Midden-Oosterse stad en onderwerpt onschuldige moslimvrouwen aan full body scans. Behoorlijk schokkend en politiek ook niet bepaald correct, zeker niet als je weet dat de stad in kwestie niet Kabul of Bagdad is maar Teheran, hoofdstad van het voorlopig nog niet ‘gedemocratiseerde’ Iran. Het satirische element wordt nog versterkt door een nogal eenzijdige nieuwsshow, The Novak Element, waarin presentator Pat Novak (Samuel L. Jackson) het gebruik van robots in de eigen samenleving bepleit. De VS zetten hun drones namelijk over de hele wereld in, behalve thuis – dat schendt hun civil rights, namelijk. U hoort het: de commentaar is af en toe behoorlijk scherp.
Het verhaal draait om Alex Murphy (Joel Kinnaman, die u misschien al aan het werk zag in Snabba Cash), een idealistische agent uit het Detroit van de nabije toekomst die samen met zijn partner Lewis (Michael K. Williams, uit The Wire en Boardwalk Empire) de strijd aangaat tegen gangsterbaas Antoine Vallon (Patrick Garrow). Als Vallon er achter komt dat de agenten hem op de hielen zitten, plant hij een moordaanslag op Murphy. Die aanslag lukt gedeeltelijk en Murphy’s leven hangt aan een zijden draadje. Laat Omnicorp, de voornaamste producent van drones, nu net een halfdode flik nodig hebben. Omnicorp is namelijk op zoek naar een middenweg tussen de conventionele agent en de robots die ze in oorlogsgebieden inzetten: iemand met de reflexen van een machine, maar het geweten van een man. Murphy’s stoffelijke resten worden aan een robotharnas gelast en voilà, RoboCop is geboren.
Het mag duidelijk zijn dat de remake op een aantal belangrijke punten verschilt van het origineel. In deze versie is een grote rol weggelegd voor Murphy’s familie. Je ziet hoe hij zich zorgen maakt om zijn zoontje, hoe zijn vrouw hem mist en hoe moeilijk het is om enige vorm van intimiteit te bereiken als je vast zit in een metalen harnas dat op de meest ongepaste momenten piept en kraakt. Ook Murphy’s status als half mens, half computer komt overvloedig aan bod. Door de film weerklinken heel wat vragen over vrije wil, het bewustzijn als computer en wat het net betekent mens te zijn. Grappig detail daarbij is dat de professor die Murphy omtovert tot RoboCop (Gary Oldman) Dennett Norton heet – genoemd naar de Amerikaanse filosoof Daniel Dennett die vooral over dat soort thema’s schrijft. Of die mens daar mee kan lachen, is nog maar zeer de vraag. RoboCop is immers niet meteen de prent waar je je naam aan zou willen linken.
De meer persoonlijke aanpak leidt er immers toe dat het bredere maatschappijkritische kader uit het zicht verdwijnt. De satire die in het begin van de film nadrukkelijk aanwezig is, verdwijnt na een half uurtje als sneeuw voor de zon. Wat overblijft is een vlak en eendimensionaal actiefilmpje waarvan er dertien in een dozijn gaan. Als RoboCop na goed drie kwartier eindelijk voor het eerst zijn revolver mag trekken, is dat niet om verkrachters in het kruis te schieten of overvallers in een diepvries te slaan, maar om in een videospelachtige simulatie de compleet overbodige antagonist Maddox (Jackie Earle Haley, Rorschach uit Watchmen) te verslaan. Het wordt er daarna niet beter op. RoboCop walst met sprekend gemak over de tegenstand heen, wat elke vorm van spanning uit de film zuigt. De actie voelt daardoor constant flets en saai aan, alsof je naar bordkartonnen figuurtjes aan het kijken bent. Zelfs als de giant killer robots op de proppen komen. Verder is de remake ook gewoon vreselijk braaf. Er is amper geweld te zien, en wat er dan te zien is blijft ten allen tijde proper en afgelikt. RoboCop loopt nu zelfs rond met een taser in plaats van een pistool. Noem ons puristen, maar dat is toch een stapje te ver.
Het mag duidelijk zijn dat deze versie van RoboCop het Hollywood-boekje op de letter volgt. De maatschappijkritische toon van het origineel is ingewisseld voor een meer persoonlijk verhaal waarbij we Murphy vooral als gepijnigd individu te zien krijgen. Schrap de satire en wat overblijft is vlak, karakterloos bandwerk.