Zowat drie jaar lang moet The Sedan Vault de spannendste rockband van het land geweest zijn. Begin 2006, toen het viertal voor het eerst op de radar verscheen, was dit de band die je gezien moest hebben. Om de doodeenvoudige reden dat dit een band was die nog geen plaat uit had, maar live zo heftig uit de hoek kwam dat van enige concertverslaving sprake was, al was het maar om die killersongs nog eens te horen.
Debuut Mardi Gras of the Sisypha was, hoewel een plaat die de tand des tijds opmerkelijk goed doorstaan heeft, aanvankelijk niet meer dan een aardse impressie van waar The Sedan Vault voor stond. Het moment van de waarheid kwam goed twee jaar later, toen in november 2008 Vanguard verscheen. Die plaat leek in staat de aardkorst te splijten, maar niet veel later gebeurde bijna het omgekeerde: het werd stil rond The Sedan Vault.
Het duurde bijna vijf jaar voor de band, ondertussen een drietal, opnieuw aan de oppervlakte verscheen, vorig jaar op Pukkelpop. Daar werd niet alleen een set gebracht die deed vermoeden dat er ook in het huidige muzieklandschap plaats is voor een band als deze, maar werd een nieuwe, derde plaat aangekondigd. En nu, nog eens een halve eeuwigheid later, wanneer de krokussen alweer uitgebloeid zijn, houdt Minutes To Midnight alweer enkele uren de playlist in een strakke greep.
Dat nieuwe album, met zijn tot de verbeelding sprekende titel, zorgt voor gemengde gevoelens. Beter laat dan nooit, luidt het spreekwoord, maar met zijn kenmerkende geluid vormt The Sedan Vault vandaag een vreemde echo van die opwindende dagen toen The Mars Volta met “The Widow” de mainstream leek te zullen infiltreren.
Langs de andere kant: ook vandaag is de muziek er mee gediend dat iemand die rol op zich neemt, en met de even catchy als vervaarlijk klinkende single “Everything is Everything” neemt The Sedan Vault die rol met verve op zich. Meer poppy is een omschrijving die wel eens valt wanneer het om deze plaat gaat, maar dat is vast een andere, meer compacte manier om aan te geven dat op het globaal idee van pop enigszins meer rek zit dan pakweg tien jaar geleden voor mogelijk werd gehouden.
Want neem “Gost-Rider”, dat een intro heeft die zo explosief is dat de terroristische invalshoek van voorganger Vanguard opnieuw geproefd wordt: hiermee zal niet snel een theekransje opgeluisterd worden. Al klinkt The Sedan Vault ook tijdens deze ziedende uithalen zeer toegankelijk. Richard Woodcraft, de man die zowel Radiohead als The Last Shadow Puppets in de juiste richting wist te sturen in de studio, is erin geslaagd The Sedan Vault een sonisch jasje aan te meten dat de gave heeft zijn tegendraadsheid op een schijnbaar sociaal aanvaardbare manier uit te dragen.
Maakt dat The Sedan Vault anno 2014 minder gevaarlijk? Mogelijk. Maar tegelijk valt het niet te ontkennen dat een moordende splinterbom als “Lo-Fi”, of het op een eigenzinnige manier geinige “From Mick To Jagger” geen meerwaarde vormen in het oeuvre van de band. Het tijdskader mag anders zijn, de muziek blijft nog steeds zijn kracht behouden.