Als een rockjournalist van een kwaliteitskrant beweert dat 2014 een legendarisch goed jaar wordt voor de Belgische muziek gaan we hem zeker geen ongelijk geven. Ook niet als hij Triggerfinger en Oscar And The Wolf als bewijzen bovenhaalt. Maar naast Channel Zero, The Subs en Milow verschijnen er dit jaar toch nog noemenswaardige platen? Neem nu het werk van The Prospects.
Of beter gezegd: alles wat Fons Records dit jaar uitbrengt. Het onafhankelijke muzieklabel uit Hasselt kwam er aanvankelijk om platen van Fence uit te brengen, maar heeft intussen ook al onder meer The Shovels, Double Veterans en The Prospects in de catalogus. Die laatste band werd in 2011 opgericht door zanger-gitarist Gord Achten, een muzikant die al duizenden andere projecten achter de rug had. Hij haalde er bassist Marco Simoni (broer van Matteo, maar dat doet er eigenlijk niet toe) en Alessio di Turi (The Sore Losers), die intussen vervangen werd door Wouter Theunis (Radio Infinity), bij. Met The Prospects moet het nu echt gaan lukken, getuige alvast een uitverkochte show in thuisbasis Hasselt. En dan moet de festivalzomer nog komen.
Met een fervente bluesliefhebber als frontman zou je verwachten dat voorspelbare blues de rode draad vormen bij The Prospects, maar dat is niet helemaal niet zo. Het begint al fantastisch goed met “What Is Tomorrow”. De rauwe gitaren, uitdagende zang, relativerende teksten (“What is tomorrow/We just don’t know”) en vooral die primitieve drumbeat zorgen voor een opzwepende opener. Maar eerlijk gezegd is het nummer zo goed dat we na het beluisteren van de rest van de plaat eerst een beetje teleurgesteld waren.
Waarom? Omdat je de rest van de nummers misschien iets meer tijd moet geven. Om bijvoorbeeld in “Leave The Kid Alone” het subtiele blazerwerk van saxofonist Igor Maseroli en trompettist Daniël Vanderhoydonks te ontdekken. De invloed van Muddy Waters is wel duidelijk herkenbaar. En de solo van Achten klinkt als een spaarzame versie van het weergaloze werk van Albert King, maar daarom niet minder goed gebracht.
Daarna volgen twee slapjanussen van songs. Sorry, maar “Do You Love Her Still” vinden we wat gewoontjes klinken, ondanks het swinggehalte. Hetzelfde geldt voor “Rolling Back”. Dan is het hevig rockende “Treat Me” stukken beter. En het niveau gaat nog naar omhoog. “Better Times” is een vette schijf, een nummer dat je bij de eerste luisterbeurten terugkatapulteert naar de jaren zeventig. Met wat geduld ontdek je er de verrassende dynamiek in.
“Confessions Of A Fool” klinkt dan weer helemaal anders. Wij vinden het een rauwe versie van The Beatles, maar zoek er gerust zelf je favoriete referentie in. Eigenlijk is het gewoon een schitterend nummer. Het uitdagende “Baby (Some Protection)” klinkt al iets minder origineel. Een beetje afgekeken van Arctic Monkeys, een van de favoriete bands van Achten, maar dan minder gezwollen en pretentieus dan de Britse rockkolos.
“Some Time Off” is een rustpunt en tegelijk een hoogtepunt, omdat de band er zicheen eigen gezicht mee aanmeet. De gitaren geven je ademruimte, net als de teksten van Achten. Over het nut van de vreemde sample van een experiment waarbij een vrouw in 1956 voor de camera LSD neemt, kan je discussiëren. Maar iedereen zal het er wel over eens zijn dat het heftige “White Horse” met “Some Time Off” en “What Is Tomorrow” tot de toppers van de plaat behoren.
Met het abstracte “No Rise, No Fall” zijn we wat minder mee, maar het siert de band om weer in een totaal andere (sobere) stijl af te sluiten. Het is duidelijk dat er nog groeipotentieel op The Prospects zit. En geef toe: als je mindere nummers de luisteraar goesting doen krijgen om in de bluesgeschiedenis te graven, dan heb je zeker geen slechte plaat gemaakt, integendeel zelfs.