Vergeten dat een band bestaat, het zegt iets over de indruk die ze nagelaten heeft, zelfs wanneer, zo blijkt uit enig opzoekingswerk, eerder materiaal best warm onthaald werd. Het is het geval bij Family Of The Year, dat met tweede langspeler Loma Vista een nieuwe gooi doet naar eeuwige roem.
In 2009 debuteerde Family Of The Year met Our Songbook, een alleraardigst plaatje dat zo hard zijn best deed niet op de zenuwen te werken dat het binnen de kortste keren uit ons blikveld verdween. De band, zelf uit Californië afkomstig, had heel goed naar platen van plaatselijke sixties-iconen geluisterd en waagde zich, in het kielzog van The Magic Numbers, aan goedgemutste, zonovergoten songs die uitermate geschikt zijn om te monteren over beelden van op het strand dollende jongeren.
Vier crisisjaren later is heel wat opfriswerk nodig om opnieuw te weten wie of wat Family Of The Year alweer is. Our Songbook blijkt nog steeds een best beluisterbaar plaatje, maar dan zoals erwten en wortelen lekker zijn: je eet ze wel, want een mens moet nu eenmaal eten. Maar als je iets lekkers wil, zal je het wel elders zoeken.
Veel verwachtingen zijn er dan ook niet omtrent Loma Vista, waarmee het viertal het een half decennium later nog eens probeert. Het moet gezegd: die lage verwachtingen doen ei zo na wonderen. Plaat nummer twee blijkt best mee te vallen, in vergelijking met zijn voorganger. Een nieuwe West Coast mijlpaal is dit niet en regels als ‘You bring the ocean, I bring the motion’, in “St. Croix” werken vooral op de lachspieren, al is dat verder wel een aardige song, waarin Family Of The Year hetzelfde enthousiasme aan de dag legt als Bewitched Hands, een band waartegen ze het qua aanstekelijke hippie popsongs vooralsnog moeten afleggen.
Maar of dat over nog eens vijf jaar nog het geval zal zijn, is maar de vraag. Als het enthousiasme waarmee de songs gebracht worden ook toepasselijk wordt op het inhoudelijke aspect van de nummers en deze niet louter enthousiast maar ook overtuigend klinken, dan komt het mogelijk nog goed met deze familie.
Voorlopig blijft het bij een geamuseerd toekijken hoe “Living On Love” een aardige popsong is die net in de middenmaat blijft steken en waardoor Family Of The Year klinkt als het ietwat trage neefje van The Thrills. “In The End” doet heel stevig zijn best om de boel recht te trekken en slaagt daar zowaar ook bijna in, ware het niet dat een zwaluw de lente niet maakt.
Beluisterbaar, genietbaar zelfs, maar oh zo licht, helaas.