Iedereen met ook maar een beetje interesse voor Amerikaanse kwaliteitsreeksen kon de laatste maanden onmogelijk naast True Detective kijken. De HBO-serie, met in de hoofdrol de intense blik van Matthew McConaughey en vooruitstekende kin van Woody Harrelson, zorgde in de VS voor een gezonde hype. Interessant aan zo’n hype is om te kijken hoe die evolueert. Tijdens de eerste paar afleveringen schreeuwt iedereen van de daken hoe geniaal het is, tot een bepaalde stem toch op enkele hiaten durft te wijzen. Dat zorgt dan voor plotse verwarring bij de fans, waarna er heen en weer wordt gegooid met argumenten waarom de serie al dan niet briljant is. Meestal eindigt dat gekibbel in koppig bij het standpunt blijven of in het vinden van een gepaste middenweg. Hoe dan ook, wij blijven mooi aan de zijlijn staan en hebben ons eigen zegje: True Detective is niets meer dan ijzersterke televisie, die het medium nogmaals naar een veelbelovend niveau tilt.
Dat True Detective ambitieus is, is het minste dat je kan zeggen. Die ambitie is al terug te vinden in de constructie van de gehele verhaallijn. De serie vertrekt vanuit twee tijdslijnen. In 2012 krijgen we te zien hoe de (ex-)politie-inspecteurs Martin Hart (Harrelson) en Rust Cohle (McConaughey) worden verhoord door twee collega’s in verband met een rituele moord die plaatsvond in 1995. Een recente moord vertoont namelijk overeenkomsten met die oude zaak. Hart en Cohle doen tijdens de ondervraging hun verhaal uit de doeken over hun onderzoek zeventien jaar geleden. Naarmate ze het verleden verder oprakelen, ontvouwt er zich stilaan een duister verhaal, doorspekt met het occulte, onnoemelijke gewelddaden en mannelijke identiteitscrisissen.
Het is makkelijk om te vrezen dat True Detective de zoveelste flikkenreeks is die zich concentreert op het oplossen van een moordzaak, maar met talent Cary Joji Fukunaga en Nic Pizzolatto achter camera en pen is die vrees geheel onterecht. Hoewel de moordzaak uit 1995 dient als rode draad en kapstok, ligt de interesse van de creatieve breinen elders. True Detective is in de eerste plaats een serie over mannen die worstelen met wie ze zijn en wat hun plaats is in een wrede wereld. Een groot deel van de kwaliteit van de serie ligt in hoe Pizzolatto de mannelijke psyche uitwerkt van de twee hoofdpersonages en deze ook met elkaar laat botsen. Hart presenteert zichzelf als een evenwichtige familieman, maar duikt met andere vrouwen de koffer in en werkt zichzelf zo steeds tegen. Cohle is dan weer iemand die door een trauma als persoon volledig aan de grond zit en vastzit aan een nihilistisch en pessimistisch wereld- en mensbeeld. Naarmate de serie vordert krijg je meer en meer een inkijk in wie deze mannen zijn en hoe ze zich tegenover elkaar verhouden. Dat geeft een zeer interessante dynamiek, die er voor zorgt dat de serie intelligenter in elkaar zit dan je op het eerste zicht zou denken.
De kritiek die de serie moest incasseren ging vooral over het feit dat de vrouwelijke personages niet ontwikkeld genoeg waren, wat ook zo is, maar ergens is dat een tol die je betaalt als je als scenarist een bewust mannelijke visie hanteert. True Detective maskeert dat ook niet en komt er openlijk voor uit dat het hier geheel draait om ingewikkelde mannelijke personages die via hun persoonlijkheid ook de wereld die hen omringt mee bepalen. Wat niet wegneemt dat Michelle Monaghan beestig goed is als Harts vrouw, die zich beweegt tussen twee mannen die even complex zijn als een vrachtwagen vol rubikskubussen.
Er valt ook weinig te lachen met True Detective, want de serie neemt zichzelf, en de wereld die het centraal stelt, bloedserieus. De moerassige omgevingen van Lousiana dienen als een hel op aarde, waar sadisme lijkt te heersen als een nationale sport en elk vorm van hoop al lang de benen heeft genomen. Toch heeft de serie in zijn kern ergens ook de pulpy kwaliteit van goedkope wegwerpliteratuur, die terug te vinden is in de groteske personages, zweterige setting en stereotyperingen. Die ondertoon maakt duidelijk dat het entertainment blijft dat zich vastklampt aan bepaalde conventies en dat er hier en daar toch een knipoog mee gemoeid is. Op vlak van seriemoordenaarconventies doet de reeks sterk denken aan beter werk als Zodiac of Memories of Murder. De setting en de occulte ondertonen herinneren ergens ook aan de zaak van de West Memphis Three in de jaren negentig.
Een groot verschil met andere series is dat True Detective ingeblikt is door één regisseur. Fukunaga bewees eerder met Sin Nombre en Jane Eyre dat hij een filmmaker is die wel wat in zijn mars heeft. De man benaderde deze serie dan ook als volwaardige cinema, wat duidelijk te merken is. De serie kent een consistente broeierige toon dankzij het gebruik van grauwe kleuren en duistere sfeerschepping. Op technisch vlak onderneemt Fukunaga ook enkele huzarenstukjes. De serie kent een visueel hoogtepunt met een shot van ongeveer zes minuten aan het einde van de vierde aflevering en is ook zeer subtiel in het opbouwen van tijdsovergangen. Bij sommige series merk je het dat er meerdere regisseurs en schrijvers aan het werk zijn, maar True Detective profiteert van een consistente visie. Een sterke regie en een fascinerend scenario hebben ook nood aan getalenteerde acteurs, waarvoor we bj McConaughey en Harrelson aan het juiste adres zijn. Het is vooral die eerste die demonisch intens is en nogmaals bewijst dat hij plotseling een van de meest getalenteerde acteurs is die er in Hollywood rondloopt.
Televisie van het niveau van True Detective kom ja maar weinig tegen, en het is dan ook jammer om zien dat de serie aan het einde toch eerder voor een rechtlijnige aanpak gaat. De laatste aflevering doet je hele lijf daveren van spanning, maar kiest uiteindelijk toch voor een gemakkelijk slotstuk als je terugkijkt naar de complexiteit en de opbouw van het mysterie dat er aan voorafging. Als die finale nu iets gewaagder of scherper was geweest, hadden we niet geklaagd. Maar we gaan niet moeilijk doen. De acht afleveringen van True Detective zijn het waard om in een ruk verslonden te worden. Gelukkig ga je er niet van worden, maar als het met zoveel talent en kunde gemaakt is als dit, vertoeven wij met plezier nog eens in Pizzalotto’s vunzige Louisiana. It’s not tv. It’s HBO.