“We spelen de best mogelijke shows want we zijn dat aan onze fans verschuldigd.” Truckfighters vertelde geen leugens toen ze deze mooie woorden zeiden. In een stampvolle, dampende AB Club gaven de Zweedse stonerrockers een retestrakke, explosieve show, die nog even zal nazinderen.
Met Universe ging Truckfighters dan wel meer de richting uit van progressieve (lees: lang uitgesponnen) hardrock, de drie Zweden blijven stoners in hart en nieren. Dat is ook de reden waarom Universe als een echte Truckfighters-plaat blijft klinken. Ondanks de meer popgedreven donkere sfeer staan de zware fuzzgitaren, groovy bassen en melodische zang nog altijd centraal.
Niet alleen maakten de Zweden een muzikale evolutie — hun debuut Gravity X klinkt nog als een kruising tussen Kyuss en Fu Manchu — hun optredens worden met de jaren ook strakker. En vooral energieker. De enige verklaring hiervoor is non-stop de wereld rond touren. Van bij de uptempo opener “Mind Control”, het perfecte nummer om het publiek mee te sleuren, staat gitarist Niklas Källgren als een bezetene op het podium te springen; zijn vestimentaire gewoonten (shortje en witte kousen), onuitputtelijke energie, moves en tics lijkt hij van AC/DC-gitarist Angus Young gekopieerd te hebben.
Truckfighters klinkt zoals het moet: hardrock met een dikke laag fuzz en toegankelijk voor de stonerfans die alleen voor de legendarische live-reputatie van de band naar de AB Club zijn afgezakt. In de intiemste club van de AB sta je op nog geen meter van de muzikanten, ruik je het zweet en voel je zo de intensiteit.
Met “Traffic”, afkomstig van tweede plaat Phi, pakt Truckfighters meteen uit met een van zijn zwaardere riffgedreven nummers. Het woestijngeluid ligt er vingerdik op, want er is ook plaats voor een licht zweverig tussenstuk. Alleen jammer dat de veelzijdige stem van zanger-bassist Oskar Cedermalm minder goed hoorbaar is tussen de zware basgalmen.
Ook bij “Get Lifted”, een van de (rustige) hoogtepunten van Universe en “Last Curfew” lijkt het alsof er wietdampen uit de gitaar van Källgren opstijgen. De setlist zit goed in elkaar, want met oudere “Manhattan Project” en gloednieuwe “The Chairman” passeren twee epische stonermeesterwerkjes de revue. De meekweelbare aaaa’s in “Monte Gargano” neigen dan weer meer naar Queens Of The Stone Age. Door constant rond te springen en het publiek tussendoor nog eens op te jutten, bewijzen de bandleden dat ze ook deze langere nummers perfect in de vingers hebben.
Met “In The Search Of (The)” lijkt het nog eens alsof de oude Kyuss (die mét Josh Homme) weer helemaal terug is. De eerste toegift “Prophet” is door zijn meer indie-gerichte sound de vreemde in de bijt, maar allesbehalve een aderlating. En nog eens meeschreeuwbaar ook. “Desert Cruiser”, dé klassieker van de Zweden, daarentegen is 100 procent pure stoner. Het nummer duurt bijna acht minuten, de riffs zijn ultrazwaar en het geheel heeft een opzwepend effect. We missen een nonkel Josh om de teksten te komen meeschreeuwen (“I’m running out of fueeel!!”). Ondergewaardeerde band, die Truckfighters. “Truckfighters, that’s the good shit!”, zei diezelfde Homme ooit. En of hij gelijk had.