The Rempis/Daisy Duo :: Second Spring

82814673

Zet een paar improviserende avonturiers bij elkaar en het resultaat kan, zelfs zonder voorgaande ervaring, leiden tot een verrassend vanzelfsprekend samengaan. Toch zal het zelden de intense verbondenheid hebben die er bestaat bij een stel muzikanten die zowat hun hele carrière zij aan zij geoefend, geëxperimenteerd en gestreden hebben. Dat is het geval bij saxofonist Dave Rempis en drummer Tim Daisy: samen groot geworden in Chicago en uitgegroeid tot een duo van formaat.

Natuurlijk verwijst elke recensie over een sax/drums-duo steeds opnieuw naar de tandem Coltrane/Ali, maar hier kan je net zo goed verwijzen naar Fred Anderson en Hamid Drake, of Ken Vandermark en Paal Nilssen-Love. De Chicago-omgeving heeft zeker een bepalende invloed gehad, en was ook de thuisbasis voor andere projecten waarin Rempis en Daisy elkaar ontmoetten: het trio Triage, het kwartet The Engines, het Rempis Percussion Quartet en The Vandermark 5, waarvan Rempis deel uitmaakte vanaf Simpatico (1999) en Daisy vanaf Airports For Light (2003). Hun eerste duoplaat, Back To The Circle, verscheen in 2005.

Leg die plaat naast Second Spring, en het valt op hoe sterk de muzikanten intussen nog gegroeid zijn. Op het debuutalbum zaten het spel en de techniek al meer dan prima, maar hier gaan de twee breder, spontaner en vrijer, zonder aan coherentie in te boeten. Rempis en Daisy houden nog altijd van een groove, van lichtjes exotisch getinte ritmes en een onderhuidse schwung, al is die niet altijd even expliciet aanwezig, en ze leunen regelmatig dichter aan bij de traditie van de Europese razernij en vrijheid, die nog vaker opgezocht wordt door het duo Vandermark en Nilssen-Love.

In opener “Impasto” gaat het er het meest conventioneel aan toe. Dat is bruisende improvisatie, net niet explosief, maar toch behoorlijk potig, met ongedurig drumwerk van Daisy en aanvankelijk lange Andersonachtige uithalen van Rempis. Die heeft zowel op alt-, tenor- als baritonsax meer dan voldoende persoonlijkheid om indruk te maken,ook al maakt hij soms een beweging tussen de bluesy hoogdagen van Sonny Rollins en het taaiere verkenningswerk van Mats Gustafsson. Gaandeweg krijgt het stuk meer reliëf en agressie, en wordt het stabiel aan het pruttelen gehouden met die tenorsax.

Daarna krijg je meteen een imposante afwisseling tussen stijlen en sferen, tussen meer en minder densiteit. “Numbers Lost” start schijnbaar aarzelend, aftastend, met metalig gerammel en een serie flarden van Rempis, maar dat zoekende maakt snel plaats voor een donkere broeierigheid, waarin het geweeklaag op de bariton een mooie plaats krijgt. Opvolger “Three Flags” is dan weer compact en rechttoe rechtaan: bronstig gierend in het hoge register van de grote sax, regelmatig ook met een ritmische punch die hij deelt met Vandermark. Daisy blijft intussen in de weer met gedoseerde ondersteuning: levendig, kleurrijk, zonder die persoonlijke lichtheid overboord te gooien. Daardoor blijft het samenspel steeds z’n dansende flair bewaren.

Het ultrakorte “For R. Barry” is met minder dan drie minuten een klein, elegisch hoogtepunt, ingebed tussen twee kloeke improvisaties die elk op een verschillende manier de openheid van de aanpak demonstreren. “Frijoleo” is als een wild roofdier: onvoorspelbaar, moeilijk te volgen, met nu en dan flitsen van rauwe kracht, met in de tweede helft een overschakeling naar de altsax, die Rempis altijd een onwaarschijnlijk glibberig parcours laat uitvoeren, voortdurend schaduwdansend en elke aanval ontwijkend met een schijnbeweging. Afsluiter “Gerosten And Gestalten” is een knappe oefening in spaarzaamheid en ruimte, waarin Daisy z’n controle over het complete drumstel rustig uit de doeken kan doen.

In tegenstelling tot veel vergelijkbare albums gooit Second Spring de deur dus niet dicht met een enorme klap, maar dat hoeft ook niet. Rempis en Daisy moeten het al lang niet meer hebben van het Grote Gebaar of de rechtse directe, maar van een allround aanpak die meer dan vijftien jaar intense samenwerking mooi in de verf zet. De beste improvisatie klinkt vaak tegelijk verrassend en vanzelfsprekend, en dat geldt ook voor Second Spring.

Rempis en Daisy spelen op 5 maart in Le Vecteur (Charleroi) en op 6 maart in Trix (Antwerpen). Intussen verschenen al vier releases op Rempis’ eigen label Aerophonic Records. Die zijn hier allemaal te krijgen via Instant Jazz.

http://daverempis.com/
http://timdaisy.wordpress.com/
Instant Jazz
Aerophonic Records
Beeld:
Geert Vandepoele

verwant

Kuzu :: All Your Ghosts In One Corner

Er werd intussen al heel wat geschreven over de...

Kuzu :: Hiljaisuus / Purple Dark Oval

Een nieuw trio van saxofonist Dave Rempis met gitarist...

4 x Dave Rempis :: Empty Castles / Dodecahedron / ICOCI / Ithra

De vrije jazz en improvisatie vinden al decennialang hun...

OORSTOF: Jaimie Branch, Dave Rempis, Ingebrigt Håker Flaten & Tollef Østvang :: 10 maart 2018, DE Studio

Terwijl het gelijkvloers van DE Studio het strijdperk vormde...

aanraders

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

The Slow Show :: Subtle Love

Eigenlijk had The Slow Shows daags na verschijnen van...

Goes & Goes :: Nie Gezeverd

Bestaat er zoiets als blues uit Vlaamse klei getrokken?...

Public Service Broadcasting :: This New Noise

Geef J. Willgoose, Esq. een oubollig onderwerp en hij...

Comité Hypnotisé :: Danza del Piri-Piri

Return of the Jedi, The Godfather III, Back to...

recent

Die Antwoord

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

Glasvegas :: 30 september 2023, Trix

Brexit of niet, net geen tien jaar na de...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in