Menig indiefan voorspelde voor 2014 de doorbraak van Bonnie ‘Prince’ Billy-protégé Angel Olsen. Aan dit derde album – en tevens haar eerste met een band rond zich – te horen zouden zij de nagel wel eens keihard op de kop geslagen kunnen hebben.
Qua introductie kan de folksong “Windows” best tellen. Hij laat de luisteraar meteen kennismaken met de unieke stem van Olsen: getekend gedetermineerd in de buikstem, zwevend dromerig langs de kop. De connaisseur zal in de opener aanvankelijk een zwaarmoediger en daardoor ook intrigerender broertje van de songs op haar vorige album Half Way Home herkennen. De invloed van postrock in de coda geeft haar werk echter een nieuw elan, een eerste toonbeeld van de rijkdom van de samenwerking met John Congleton, de man achter succesnummers van St Vincent en Explosions In The Sky die Olsen op haar derde plaat met een bontkleuriger invloedenpalet laat omgaan.
Deze muzikale uitdieping geeft de nummers met een extra cachet – de bluesy piano- en gitaaroorlog die “High & Wild” afsluit maakt het nummer bijvoorbeeld tot de dijk dat het is. Hij staat Olsen ook toe om voor het eerst nummers van een bijna epische aard te schrijven. “Stars” barst uit zijn voegen met een bombast seventies folkrockgeluid voorzien van een lik psychedelica. “White Fire” kan je dan weer naast het sterkste werk van Laura Marling leggen. Het als een stiefzusje van “The Beast” afdoen zou een understatement zijn, maar fans van deze song mogen bij deze alvast plaats vrijmaken in hun digitale bibliotheek. Het is indrukwekkend te horen hoe een nummer dat in se zeven minuten lang op hetzelfde ritme voortkabbelt de val van eentonigheid ontwijkt en in plaats daarvan in de lade hypnotiserend terechtkomt. Tussen dit grotere nieuwe geluid in kan Olsen een nummer ook nog steeds extreem minimalistisch inkleden (het ontwapenende “Enemies”). Dankzij de afwisseling stralen deze songs echter veel sterker dan op vorig werk.
Afwisseling lijkt daarenboven nog zo’n sleutelwoord van haar grote muzikale evolutie. Waar vorig werk steevast onder de noemer alt.country te herbergen viel, baart Burn Your Fire For No Witness meer hybride creaturen; zo houdt “Hi-Five” alleen al het midden tussen country, folk en punk. In enkele miniatuursongs tast Olsen nog lustiger de genregrenzen af. Naast titel van het jaar blinkt “Unfucktheworld” ook uit in de mengvorm van de blues van Janis Joplin en de rauwe productie van PJ Harvey anno Uh Huh Her. In het ronkend punky “Forgiven/Forgotten” hoor je dan weer een ongeraffineerd familielid van The Dead Weather.
Of de toekomst effectief roos/goudkleurig wordt voor Angel Olsen is nog af te wachten, maar aan de kwaliteit van haar materiaal zal het echter niet liggen. Deze muzikale metamorfose is een grote sprong voorwaarts en laat ons al kwijlend uitkijken naar wat dit op een podium zal geven.
Angel Olsen staat op 4 april in STUK.