De hele maand december blikt enola.be terug op het afgelopen jaar met de interviewreeks DIT WAS 2013. Daarin laten we artiesten aan het woord die het jaar maakten of wiens plaat onterecht onopgemerkt de vergetelheid in dook.
Een van de opvallendste Belgische alternatieve releases dit jaar kwam van Falling Man, de Gentse band rond acteur-danser Sam Louwyck. De debuutplaat van het wild rockende viertal, simpelweg Falling Man getiteld, is een stap veder dan de puike EP Hordes Of The Battered. Het is een bluesy, psychedelische noisetrip die heerlijk weg luistert. “We hadden niet gedacht dat we deze plaat gingen maken”, zegt drummer Sven De Potter.
We spreken af in de Gentse Vooruit met gitarist Paul “Polie” Van De Velde (een groot Bowie-fan, zal blijken tijdens het interview) en drummer Sven De Potter, die als muziekjournalist ook heel wat interviews op zijn cv heeft. Lode Sileghem, de andere gitarist en Sam Louwyck, kunnen er wegens een te druk programma niet bij zijn, maar voor ons zitten twee ervaren rotten uit de Gentse muziekscene. Op de luide tonen van In The Future van de psychedelische rockband Black Mountain, goedgekeurd door De Potter, krijgen we dan ook eerst een geschiedenislesje. Want Falling Man heeft namelijk zijn roots in de underground van de Arteveldestad. “Ik speel al mijn hele leven samen met Lode. De laatste band (voor Falling Man, nvdr) was Capt. Moon, die rond 2001 door omstandigheden stilviel. In 2008 zijn we opnieuw beginnen samenspelen”, legt Van de Velde uit.
De Potter maakte op zijn beurt eerst het mooie weer samen met de toen nog relatief onbekende Gabriel Rios in L. Santo en The Nothing Bastards, met wie hij in 1998 de finale van Humo’s Rock Rally haalde. “Toen ik terug was van een wereldwereldreis ben ik Monogold (dat opviel met atypische post-rock, nvdr) begonnen. We zijn ondertussen al in 2008. Voor ik bij Falling Man kwam, waren Polie en Lode wel al nummers aan het maken met een drumcomputer. De eerste keer dat wij samen speelden, was echt een magisch moment. Het klopte gewoon, en sindsdien vonden we meteen de juiste muzikale communicatie. Met Sam kwam daar absolute waanzin bij.”
Bierkaartje
enola: Een acteur-danser als zanger is geen voor de hand liggende keuze. Waren jullie de gewone zangers beu, of verliep zijn komst spontaan?
Van de Velde: “We hebben een hekel aan voorspelbaarheid, we waren op zoek naar iemand die niet echt zong. Iemand die iets anders deed. Iedereen die we uitprobeerden, was wel aan het zingen. Een vriend van mij bracht me in contact met Sam. Hij was onder de indruk geraakt toen hij hem zag improviseren. Ik had zelfs Any Way The Wind Blows nog niet gezien. Toen Sam auditie kwam doen, zat het meteen snor.”
De Potter: “We hebben zeker drie mensen geprobeerd, maar we klonken toen plots als Rage Against The Machine-achtige hardcore/grunge/punk. Dat wilden we niet worden.”
enola: Leg eens uit hoe het is om met hem samen te werken. Wat voor een impact heeft hij? Ik neem aan dat hij niet de zanger is die een melodische zanglijn klaar heeft voor een riff.
De Potter: “Het is altijd een uitdaging: zowel voor hem als voor ons. Het is nooit van de eerste keer goed. We repeteren veel meer met drie omdat hij het te druk heeft. Daardoor moet hij zich soms in een nummer wurmen, een opening zoeken. Wat hij doet, is soms vrij minimaal, maar het moest juist zitten.”
Van de Velde: “Als hij met iets komt, passen we soms onze dynamiek aan, spelen we stiller of schrappen we dingen, zodat hij meer ruimte krijgt. We hebben als trio sowieso een redelijk dicht geluid.”
De Potter: “Eens hij compleet loos gaat, overstemt Sam alles (bootst oerschreeuw na). We moeten op tijd gas terugnemen. Het is dus kwestie van een goede balans. Het is met de nieuwe plaat dat we erin geslaagd zijn om die wisselwerking naar een livesituatie te vertalen.”
enola: Hoe moet ik mij een repetitie van Falling Man dan precies voorstellen?
De Potter: “Dat gaat soms zeer intuïtief.”
Van de Velde: “Sam laat het allemaal op zich inwerken terwijl wij aan het spelen zijn. Zoals David Bowie indertijd in de Hansa Tonstudio in Berlijn, begint hij dingen op een bierkaartje te schrijven. Dan vraagt hij wat ervan vinden.”
De Potter: “Dan heeft hij een uitleg klaar, een verhaal. Maar er gebeurt wel altijd iets als Sam zijn scheur opentrekt.”
enola: Waren er al nummers klaar voor Sam erbij kwam? Is zijn rol ondertussen al gegroeid?
Van de Velde: “Hij had echt iets waar hij zijn tanden kon inzetten.”
De Potter: “We gaven hem een canvas, hij moest er maar zijn ding mee doen. Ondertussen is dat wel wat veranderd, zeker de laatste maanden is de interactie vergroot.”
Van De Velde: “Hij heeft zelfs ons eerste optreden gearrangeerd. (richt zich tot De Potter) Weet ge da nog? Hier in de Los Perros Calientes, een klein café in de Goudstraat in Gent. Dat was echt een straf optreden; vol power. Er was ook veel volk en iedereen was zeer enthousiast achteraf.”
Boksmatch
enola: Kan je zeggen dat Sam nog altijd het uithangbord van de band is? Ik dacht dat toen ik jullie biografie las.”
Van de Velde: “Sam trekt uiteraard de aandacht naar zich toe. Hij is speciaal om naar te kijken. Maar het was nooit ons doel om een bekend persoon in de band op te nemen.”
De Potter: “Pas op, Sam als frontman is niet de eenvoudigste oplossing. We hadden makkelijker een gewone zanger kunnen nemen, maar dan mis je het gevecht. Je moet een beetje strijd voeren om je ding gedaan te krijgen. Falling Man is nooit vrijblijvend of vanzelfsprekend, altijd een beetje een boksmatch.”
enola: Denk je dat hij zelf ook blij is dat hij een ander creatief ei kwijt kan?
Van de Velde: “Zelf beweert hij dat bij Falling Man spelen het leukste is wat hij al gedaan heeft.”
De Potter: “Hij kan zich bij Falling Man niet verbergen. Hij is het personage van op de hoes (de wit geschminkte man, nvdr), in films speelt hij een rol. Zo’n situatie is live echt confronterend. Hij was in de 4AD echt nerveus om de rol van frontman op zich te nemen in combinatie met de nieuwe, subtielere nummers. Maar hij doet dat fantastisch. Vroeger was het brute geweld op het podium meer vrijblijvend. Toen hij in de 4AD op het podium kwam, leek het of hij gevallen was. Hij had een herfstblad op zijn hoofd geplakt.”
Van de Velde: “Heb je de foto’s in De Morgen (van Thomas Sweertvaeger, nvdr) gezien?”
De Potter: “Van optreden proberen wij nu ook iets meer te maken, het is alsof we de nummers voor een laatste keer spelen. Niet dat we ongelooflijk loos gaan, maar het moet intens blijven.”
enola: Falling Man is niet alleen een intense luisterplaat, wat het voor mij nog interessanter maakt, is dat het moeilijk lijkt om rechtstreekse referenties te vinden. Kunnen jullie helpen?
Van de Velde: “Fijn hé! We zijn nu ook uit al onze biografieën de referenties aan het schrappen. Maar als je mij toch ergens moet neerpinnen, dan bij The Fall en daarnaast de Berlijnse periode van David Bowie. Lode is heel erg voor Captain Beefheart en Sonic Youth. We vonden elkaar qua smaak in het Time Festival, dat experimentele dingen zoals John Zorn naar Gent haalde. Ook Caspar Brötzmann is een heel belangrijke invloed voor ons.”
De Potter: “Ik ben opgegroeid met Pixies en ontdekte zo het label 4AD. Ik zocht de grooves dan weer vooral in Pearl Jam, Nirvana en Smashing Pumpkins. Als drummer kijk ik vooral op naar Danny Carrey van Tool en Damon Che van Don Caballero. De drumslag op het juiste moment: dat is net het moeilijke. Die less is more-aanpak probeer ik ook op de plaat.”
Van de Velde: “En als we een hedendaagse band moeten noemen: Liars.
De Potter: “Onlangs waren we op de repetitie nog onder de indruk van Charlie Watts van The Rolling Stones. Hij doet al 50 jaar hetzelfde, maar hoe hij het speelt, is echt de max.” (bootst drumritme na)
Tony Visconti
enola: Had producer Wouter Vlaeminck ook een belangrijke impact op het geluid op de plaat?
De Potter: “De sound van Raketkanon vond ik eerst en vooral fantastisch. Bovendien is hij ook een grote fan van Shellac, die heb ik een paar jaar geleden in de Vooruit gezien en daarvan was ik enorm onder de indruk. Wouter is een paar keer naar de repetitie gekomen en zag het wel zitten. Hij heeft de taak op zich genomen om alles uit te puren.”
Van de Velde: “We zijn pas met hem in zee gegaan nadat hij ieder nummer had uitgebeend. Met zijn aanwijzingen zijn we beginnen repeteren. En hij had gelijk: het moest allemaal eenvoudiger. Dat schiep veel vertrouwen.”
De Potter: “We waren een beetje de essentie uit het oog aan het verliezen. Wouter heeft ook ons echt uitgedaagd.”
Van de Velde: “Aanvankelijk zochten we geen producer, eerder iemand die met ons de nummers kon opnemen, onze livesound op plaat zetten. Maar dat bleek een redeneerfout. Wouter was de opnameleider, de baas dus. En dat is een ontdekkingsreis geweest. Hij was een beetje wat Tony Visconti voor Bowie was. Zulke mensen nemen het echt allemaal over. Je legt echt je lot in hun handen.”
enola: De meest verrassende nummers, “Tar Melting” en “That Woman”, zijn voor het einde. Falling Man en blazers: wie had dat ooit gedacht?
Van de Velde: “Op het eerste nummer speelt Marc De Maeseneer bariton mee. Dat is een beetje zoals bij de Low & Heroes-sessies van Bowie verlopen. Die liet gitaristen als Robert Fripp op een drum- en baslijn helemaal loos gaan, zonder te horen wat een andere gitarist erop had gespeeld. We hebben de gastmuzikanten laten spelen op alleen de baslijnen, zonder dat ze de westerngitaren gehoord hadden. Het resultaat is een mooi harmonisch lied, een filmisch geheel.”
enola: Welk festival vinden jullie geschikt voor de muziek van Falling Man? Ik zie jullie wel op Dour Festival staan.
De Potter: “Het is niet vanzelfsprekend om als Falling Man ergens een stek te krijgen. Zoals je zelf zei: het is moeilijk om een referentie op ons te plakken, terwijl mensen dat wel graag hebben. Vroeger had je ons misschien kunnen plaatsen bij Kapitan Korsakov. Ik weet eigenlijk niet waar we nu moeten staan. Ik denk nu aan Les Ateliers Claus in Brussel, maar daarvoor zijn we misschien niet experimenteel genoeg.”
Van de Velde: “We willen ook meer spelen, daarvoor hebben we nu een booker (Dieter Craeye van VOX, nvdr). We spelen nog altijd iets waarop radio’s niet happig zijn. Maar pas op, ik vind het fantastisch dat we moeilijk in een genre te plaatsen zijn.”
Om af te sluiten: Is Falling Man vandaag wat jullie een jaar geleden verwacht hadden?
De Potter: “We hadden niet gedacht dat we deze plaat gingen neerzetten. Totaal niet. Het overtreft dan ook onze eigen verwachtingen. De EP was eerder een momentopname, iets dat moest gebeuren omdat het zo lang duurde eer we die konden opnemen.”
Van de Velde: “De plaat is een volgende stap, het is een trap hoger. Het is echt een plaat waar ik zelf kan blijven naar luisteren. Nergens zijn er momenten waarvan ik denk: ‘dat hadden we beter niet gedaan’. Dat geeft een fantastisch gevoel.”
De Potter: “Of we live afwijken van wat er op plaat staat? We wijken af, maar niet bewust. (lacht) Live bewust met alle vrijheid variëren op de nummers en toch strakheid behouden, dat is jazz. Ik wil eigenlijk een jazzdrummer zijn, maar daarvoor zit ik in de verkeerde band.” (lacht)
Falling Man speelt op donderdag 30 januari in Magasin 4 in Brussel en op zaterdag 15 maart in Cactus Club in Brugge.