Zelden zo vaak het gevoel gehad niet genoeg tijd te kunnen investeren in een plaat als de voorbije twaalf maanden. Meermaals vreesden we dit jaar verzwolgen te worden door een zondvloed van nieuwe releases. Voor middelmatige platen konden we dan ook maar weinig tijd en geduld opbrengen (sorry Arcade Fire!). Al moeten we ook weer niet te lyrisch worden over 2013. Veel degelijke en uitstekende platen, maar eens we op adem konden komen bleek dat maar weinigen zich konden afscheiden van het peloton.
- Ed Harcourt :: Back Into The Woods Niet meer dan negen songs, een stem, drie verschillende piano’s en een enkele gitaar, geschreven als tussendoortje en opgenomen in een zes uur durende sessie. Op Back Into The Woods herleidde Ed Harcourt zichzelf tot zijn essentie en wat een veredelde demo had kunnen worden, werd een prachtig kleinood. We blijven nog altijd tevergeefs zoeken naar een slecht getimede noot te spelen. Bijna griezelig perfect.
- The Veils :: Time Stays, We Go Dat The Veils een zwaar onderschatte band is, wisten we al langer, maar dat zelfs een ijzersterke plaat als Time Stays, We Go dit jaar geen enkele concertorganisator kon vermurwen om de band ook effectief te programmeren, was compleet onbegrijpelijk. Finn Andrews is en blijft de beste songschrijver van zijn generatie en als de wereld de genialiteit en pracht van “Sign Of Your Love” of “Out From Of The Valley & Into The Stars” niet wil horen? Their loss.
- The National :: Trouble Will Find Me Bij de eerste luisterbeurten maakte Trouble Will Find Me een nogal fletse indruk en konden we zelfs begrip opbrengen voor zij die The National maar saai vonden. Hadden we dan te reikhalzend uitgekeken naar de opvolger van het geniale High Violet? Maar gaandeweg werd duidelijk dat The National niet langer om aandacht hoefde te schreeuwen en dus op Trouble Will Find Me hun sound kon uitpuren tot in de kleinste details.
- Anna Calvi :: One Breath Met gemak had ze haar debuut nog eens dunnetjes kunnen overdoen en waarschijnlijk hadden we dat niet eens erg gevonden. Maar met One Breath pikt ze de draad op waar ze hem had laten liggen om vervolgens een compleet andere richting in te slaan en niet meer achterom te kijken. En om elke hoek vonden we nieuwe stoorzenders die ons voortdurend op het verkeerde been zetten. Dat maakte van One Breath niet de makkelijkste plaat van 2013, maar alleszins een van de meest verrassende.
- Goldfrapp :: Tales Of Us Met de discokitsch waar Goldfrapp zich in het verleden geregeld aan bezondigde hebben we nooit veel op gehad. Opluchting alom dan ook toen bleek dat ze die voor Tales Of Us links lieten liggen. Geen terugkeer naar hun debuut Felt Mountain zoals her en der werd geopperd, maar wel de plaat die Seventh Tree met “Clowns” initieel beloofde te worden. Ingebed in akoestische gitaren en strijkers maakt Alison Goldfrapp van haar stem een extra instrument.
- Editors:: The Weight Of Your Love Hun nominatie voor pispaal van het jaar haalden ze binnen met de vingers in de neus. Waar haalden ze verdomme het lef vandaan om geen vervolg op In This Light And On This Evening te maken? Maar wie zich daarover heen kon zetten moest toegeven dat The Weight Of Your Love nog altijd een handvol wereldsongs bevatte. In This Light And On This Evening deed niet veel beter.
- Chvrches :: The Bones Of What You Believe We waren lang op voorhand gewaarschuwd, maar toch was het afwachten of Chvrches de belofte zou kunnen waarmaken. De meest poptastische plaat van het jaar die dankzij “Lies” en “Science And Visions” ook van de nodige ballen en duisternis werd voorzien. “I can feed your dirty mind”? “Yes please!” moet onze eigenste popmeisjes-liefhebber (pn) gedacht hebben.
- Sigur Rós :: Kveikur Met iets meer consistentie had Kveikur een echt grootse plaat kunnen zijn, maar voor het eerst in meer dan tien jaar (inderdaad haakjes is al zo oud, en dus ja, u ook!) klinkt Sigur Rós eindelijk nog eens bevreemdend en gevaarlijk. De nachtelijke vulkaanuitbarsting van “Brennisteinn” deed ons opnieuw de oren spitsen nadat Með suð í eyrum við spilum endalaust en Valtari onze liefde voor de IJslanders danig hadden doen bekoelen.
- Suede :: Bloodsports De bom die Suede eind 2009 dropte in het Koninklijk Circus was op zich al voldoende om een reünie te rechtvaardigen, maar gelukkig bleef het daar niet bij. Niet dat het zonder slag of stoot ging, maar met Bloodsports knoopten Anderson en co opnieuw aan bij de hoogdagen van het debuut en Coming Up — before it all went wrong. Geen onverdeelde triomftocht, maar we moesten toch meermaals in onze wang knijpen om te beseffen dat dit geen droom was.
- Nick Cave& The Bad Seeds :: Push The Sky Away Nu Grinderman uit zijn system was en Mick Harvey uit The Bad Seeds, moest er grondig herbrond worden en met succes. De spanning blijft een plaat lang onderhuids broeien en komt pas echt tot uitbarsting met “Higgs Boson Blues” (dat trouwens hoogdringend hertiteld moet worden tot “Englert Broux Higgs Bosom Blues”). Push The Sky Away predikt dan wel geen revolutionaire vernieuwing, maar met nieuwbakken opper-Seed Warren Ellis aan het roer, markeert de plaat wel het begin van een nieuw tijdperk.

Waren in een doorsnee jaar ook nog goed geweest voor de top tien:
11. Willis Earl Beal :: Nobody Knows. 12.
Cold War Kids :: Dear Miss Lonelyhearts13. An Pierlé :: Strange Days14. Mazzy Star :: Seasons Of Your Day15. Charles Bradley :: Victim Of Love16. Flying Horseman :: City Same City17. Phosphorescent :: Muchacho