Bij het bekijken van werken van de Aalterse kunstschilder Antoon De Clerck, zou men wel eens kunnen denken dat het werken van Roger Raveel betreft. Geen wonder, beide kunstenaars waren bloedbroeders en werkten vaak samen. De Clerck mag dan wel minder bekend zijn, het Cultureel Centrum van Hasselt brengt hem terug tot leven in een overzichtstentoonstelling.
Heldere vlakken, veel kleuren, strakke lijnvoering, onderwerpen uit het dagdagelijkse leven: dat lijken wel de constanten in het werk van De Clerck. De kunstenaar werd geboren in 1923 in Deinze en studeerde samen met goede vriend Roger Raveel aan de academie. Na de Tweede Wereldoorlog werkte hij even samen met Hugo Claus in Sint-Martens-Leerne, maar hij evolueerde voorts in zijn schilderspraktijk.
Het is geen verrassing dat zijn werk vaak in één adem genoemd wordt met dat van Raveel, al is het zeker minder bekend. De tentoonstelling in het Cultureel Centrum te Hasselt zoemt echter in op de verschillen. Zo is de term kijken naar het werk van De Clerck zeer misleidend. Vanaf het binnentreden in zijn leefwereld is het duidelijk dat zijn werk eerder beschouwd dan bekeken dient te worden. Zijn oeuvre is in die zin misleidend omdat het onmiddellijk zichtbare overstegen wordt en er van de kijker (of beschouwer) een daadwerkelijk intreden in zijn werk vereist wordt. Vandaar dat het misleidend is om de kunstenaar vast te pinnen op het gebruiken van dagdagelijkse dingen zoals zijn werkkamer, zijn tuin of de auto voor de garage als onderwerp van zijn schilderijen. De heldere kleuren en de strakke lijnen die deze dingen weergeven in zijn schilderijen vormen enkel een aanleiding om naar de onderwerpen te kijken met een zekere rede.
De tentoonstelling is in die optiek wel thematisch opgebouwd. Zo komt er een reeks van vier schilderijen in voor die een verplaatsing met de wagen weergeven, van een verblijf op een rustplaats tot een volgende auto in de achteruitkijkspiegel. Dan pas komt de rede naar voren, en begrijpt men dat De Clerck hier de schilderijen van al hun franjes ontdoet. Hij keert terug naar de essentie, namelijk de tegenstelling bewegen (of verplaatsen) en niet-bewegen. De zuiverheid die na het intreden van de rede uit zijn werk spreekt, is van een sublieme schoonheid.
Het louter visuele gaat in vele schilderijen over op een soort onbegrensdheid, zoals in een reeks werken die vanuit zijn atelier ontstaan zijn, bij het naar buiten kijken, en die een soort verstild landschap tonen. Pas na verloop van een aantal ogenblikken begrijpt de toeschouwer dat de kleurkeuzes mee bepalend zijn: het is geen toeval dat geel, groen en bruin overheersen. Dit zijn de kleuren die rust en eenvoud uitstralen zoals elke persoon dat ervaart bij het wandelen door een landschap. Hier ook geen overbodige zaken, geen meubilair in het atelier, het zonlicht dat altijd aanwezig lijkt…
De Clerck wordt gerekend bij de Nieuwe Visie, een kunststroming waarvan hij mee aan de wieg stond na de Tweede Wereldoorlog. De kunstenaars proberen na de oorlog niet enkel de gruwel en de diverse onheilstijdingen aan te kaarten, maar ze sturen ook aan op beelden rond de hernieuwing en de opstanding van de wereld. Het is dan ook niet verwonderlijk dat De Clerck zo inzoemt op nieuwe objecten en materialen, zoals het chroom van de wagens, of de nieuwe lantaarnpalen. Telkens opnieuw komen ze terug, en daardoor schept hij een gevoel van een oneindige ruimte met ongelimiteerde mogelijkheden in een nieuwe maatschappij.
Een niet onbelangrijk deel van de tentoonstelling focust ook op de stijlinvloeden in latere periodes die hij onderging van kunstenaars zoals Matisse, Picasso of Kandinsky. De Clerck was iemand die doodeerlijk was in zijn kunst, en dat was zeker het geval wanneer hij beïnvloed werd door andere kunstenaars. Hij gaf het gewoon meteen toe.
Nog tot en met zondag 5 januari 2014 van dinsdag tot en met vrijdag van 10 uur tot 17 uur, zaterdag en zondag van 13 uur tot 17 uur. Gesloten op 24,25 en 26 december 2013 en op 1 januari 2014.