Met verschillende petten op werkte Chantal Acda zich de voorbije jaren op tot een gestadig sprankelend sterretje aan het Duystere firmament. Pas nu komt ze naar buiten onder haal eigen naam. Met het zelfvertrouwen van een keurslager is het uitbenen van schoonheid nog altijd haar hoofdberoep.
Drie albums als Sleepingdog, waarvan With Our Heads In The Clouds And Our Hearts In The Fields het recentst, het project True Bypass met Craig Ward, een plekje in de live bezetting van Isbells en het Nederlandstalige project Nu Nog Even Niet: wie niet onder een steen leeft, is Chantal Acda al wel eens tegengekomen. Met Let Your Hands Be My Guide is het echter tijd om de intenties opnieuw in de tafel te beitelen: een wedergeboorte en herdefiniëring misschien wel. Onder eigen naam, dat lijkt dan logisch.
”Help me record the solo album I dream of!”, zo luidt de oproep op haar PledgeMusic pagina, een platform vergelijkbaar met Kickstarter waar muzikanten fanbase kunnen ontwikkelen en geld inzamelen om zo onafhankelijk een project op poten te zetten. Om maar te zeggen: het was echt tijd om die soloplaat naar buiten te brengen die in haar zat. Het werd een ontdekkingstocht waarbij enkele gelijkgezinden haar pad kruisten en Acda steunden in haar missie.
Dat gezelschap is niet van het minste: dat de Duitse pianist en componist Nils Frahm — die ook deze plaat producete — en de multi-instrumentalist Peter Broderick (ex-Efterklang) hun gewicht in de schaal gooien, zegt iets over het talent van Acda en de sympathie die ze voor haar hebben. Verder van de partij: celliste Gyda Valtysdottir die vroeger bij múm speelde en ook al deel uitmaakte van de Sleepingdog liveband en Shahzad Ismaily, multi-instrumentalist, componist en globetrotter met een pak ervaring. Het zou gelogen zijn moesten we stellen dat dit een muzikale bocht van 180 graden is, maar deze muzikanten gaven Acda wel de vrijheid om de reis aan te vatten.
En of het een mooie reis geworden is. Eentje om bij te verdwalen, het vizier staat nochtans wagenwijd open. Minimalistisch, intiem, puur en melodieus: het zijn omschrijvingen die we al eerder voor de muziek van Acda gebruikten, maar ook hier wordt het gebruik ervan des te meer gerechtvaardigd. Slechte passages zijn er niet en dat maakt het misschien wat moeilijker om de hoogtepunten eruit te halen, maar toch zijn er enkele passages die we niet voor onszelf kunnen houden. Naast de stem van Chantal Acda zelf natuurlijk, een stroom helder bronwater dat overal bij past, niet in het minst bij de stem van Peter Broderick.
Dat wordt al duidelijk in “We Will, We Must”, maar de echte krop wordt in de keel geduwd bij het duet “Arms Up High”, een nummer over de laatste momenten met haar vader, die aan kanker overleed. ”Lift yourself / With your arms up high / Release yourself / From sleeplesness”. Dan bellen de kippen telkens weer: ze willen hun vel terug. En dan is er dat prachtige cellomoment van Valtysdottir, zo wankel en breekbaar gespeeld dat iedereen die durft uitademen dreigt te verdampen.
”Backdrop” zal nooit een radiohit worden maar gaat wondermooi in dialoog met de stilte. Het krijgt bijna acht minuten om te ontwaken en de slaap uit de ogen te wrijven, om vervolgens traag als vers gezette koffie door te lopen. Het nummer werd in één take opgenomen en zit vol klankinvullingen waarvan je hoort dat ze rechtstreeks met de transportband vanuit het hart van de muzikanten zijn aangevoerd. Touren met deze bezetting zal er niet in zitten, maar op dit album zijn ze van goudwaarde.
Afsluiter “We Must Hold On” verrast misschien het meest: een op electronica drijvend nummer dat een beetje doet denken aan “Song For Zula” van Phosphorescent. Eenvoudig, maar zo ontwapenend geregistreerd dat er bloemen groeien uit elk wapen dat er op gericht wordt. Het eerste echte soloalbum van Chantal Acda, hààr plaat, is een feit en ze mag er fier op zijn.
Tussen half november en eind januari zijn er een aantal concerten aangekondigd, zowel solo als met Nils Frahm. Het volledige tourschema vind je op haar website.